ONS 40-JARIG BESTAAN
Onvergetelijke dagen.
Vele bewijzen van vriendschap.
Nog een beetje doezelig in 't hoofd als ik
moet beginnen aan mijn verslag over onze
feestweek. Het wil niet erg lukken, de
woorden spelen nog een beetje krijgertje
met elkaar en vertikken het in de rij te gaan
staan om een leesbare zin te vormen.
Dan maar niet! Dan eerst maar wat gaan
bladeren in onze oude jaargangen. Hetgeen
altijd leerrijk is, want, niet waar, „in het
verleden ligt het heden, in het nü wat wor
den zal".
Jaargang 1934, April-nummer. Een van
m n oogen valt op een groote headline:
Geen feestelijkheden bij ons 40-jarig
bestaan.
„We kunnen al vaststellen dat de viering
van dit jubileum indien er al van feest-
lijkheden sprake kan zijn slechts heel
bescheiden in intiemen kring zal plaats vin
den. Onze finantieele positie is van dien
aard, dat er aan eenige viering niet gedacht
kan worden en het Bestuur heeft reeds een
overeenkomstig besluit genomen. Een en
ander in verband met de werkzaamheden
der feestcommissie, welke reeds imet voor-
loopige plannen en calculaties (revue) voor
den dag was gekomen!"
Volkomen gelijk, maar als ik in mijn por
tefeuille kijk, dan is het toch niet heelemaal
zoo gegaan, als in dat stukje stond.
Gelukkig maar, want anders hadden we
die onvergetelijke dagen, door sommige
stoute jongens tot een zesdaagsche uitge
breid, gemist. Dan hadden we, enfin, laat
ik trachten een beetje chronologisch te
blijven.
12 Januari werd het feest ingeluid met
een „tea" met de journalisten. Over „tea"
gesproken, wie de werkelijk gebruikte hoe
veelheid thee had moeten betalen, die op
onze „teas van 12 en 20 Januari gecon
sumeerd is, was met een gulden een heel
eind gekomen. Dus tea met de journalisten,
die qua politieke overtuiging van het knalste
rood tot het felste geel en wit waren, doch
dien Zaterdagmiddag al deze kleuren tot
een symphonie van rood en zwart vormden
uit sympathie voor onze club. Daar zijn
oude herinneringen opgehaald en nieuwe
moppen gelanceerd, beginletters van bekende
clubs tot de meest ongedachte combinaties
vervormd en daar heeft Schaf op waarlijk
vakkundige wijze het verschil tusschen een
waschmand en een linnenkist verklaard.
Nu ja, of A.F.C. geboren is op een wasch
mand of op een linnenkist, doet eigenlijk
weinig ter zake, de hoofdzaak is dat A.F.C.
geboren werd.
Maandag was gewoon clubavond, maar
er hing een stemming als in de week voor
St. Nicolaas in een gezin met veel kinderen.
Iedereen had geheimen voor den ander:
Galli mocht niets weten van het clublied;
Schaf mocht niet weten, dat het gedenk
boek aan hem was opgedragen; Dick moest
van zijn eerelidmaatschap onkundig blijven
en toen vond Willy Brusse een inteekenlijst,
waarmee hij nu weer niets te maken had.
Dinsdag we hadden elkaar in zoo lang
niet gezien zijn we Dio Hermens gaan
uitluiden, hetgeen geschied is op een wijze,
A.F.C. waardig en die voor Dio onverge
telijk geweest moet zijn.
Donderdag hadden we wat nieuws ont
dekt, om elkaar op te zoeken. „We zouden
mekaar anders zoo ontwennen," zei Dick
Bessem, en zoo troffen we elkander aan de
groote tafel bij Eggers, waar v. d. Pijl de
lange goudsche pijpen had klaar gelegd en
-"ZT t
A.F.C.-ers begunstigt onze adverteerders!
- 2