De autobustocht naar Duisburg was hartverheffend. Het eene schoone lied na het andere werd aangeheven, en wanneer wij al geen schorre stemmen gehad hadden van het kolengruis, dan hadden wij het hiervan gekregen. De secretaris van Homberg vond ons een „lustige Mannschaft en daarin had hij geen ongelijk. DuisburgEmmerik werd rustig in de tweede klasse afgelegd, daar de derde vol was. Dat kan je geen pech noemen! In Em merik werd de inwendige mensch versterkt, en klopte voor het eerst ons keurig reis plan niet. De trein was overvol en er was vergeten voor ons plaats te reserveeren. Toch zijn wij er nog in gekomen, maar vraag niet hoe! Zooiets van haringen in een ton. De douane was zeer geschikt, tot Dio Hermens zich van een opmerking speende, welke den douanier totaal uit zijn humeur bracht. Maar het is goed afgeloopen, hij is niet gearresteerd. Wanneer ik de stemming op den terug weg EmmerikAmsterdam moet schilde ren, zal ik zeggen „eenigszins melig". De grensrechter had een klein wondje aan zijn pink, en heeft het elite gezelschap kans gezien hem „totaal" te verbinden, zoo erg, dat hij zich niet meer verroeren kon. Wat je maar leuk noemt! Daantje Uiterwijk en Roel van Nek be spraken hun strooptocht door nachtelijk Mayen. De jeugd van tegenwoordig! Wim Burger en van der Valk schenen ook her inneringen over hun thuiskomst op te ha len. De lach was in ieder geval weer niet van de lucht. Tot Arnhem reisden wij nog steeds twee de klasse, tot aldaar een onzer leden het noodig oordeelde te moeten vragen of wij hier nu naar de derde klasse moesten over stappen. Hetgeen een zeer flinken hoofd conducteur aanleiding gaf om met een sten torstem ons te sommeeren over te stappen of maar in Arnhem te blijven. Daar wij toch al Heimweh hadden, besloten wij dan maar weer de harde banken op te zoeken. Van Arnhem tot Amsterdam is slechts gegrinnikt. Ik kan dit niet alles verhalen. De aankomst in Mokum was mooi, nee eerlijk, was roerend. Op het perron Galli, Jaap van Nek, het vierde, juist kampioen, en misschien nog meer die ik niet gezien heb. Maar wat ik wel zag. Vele meisjes, verloofden of bijna- verloofden onzer spelers. Spontane begroe tingen, veel vragen. Nee heusch, ik heb mij even heel zielig alleen gevoeld. Wanneer je zoo van een buitenlandsche reis komt. en er staat in je Vaderland weer zoo n lief meisje op je te wachten, die de Paaschda- gen in gedachten geheel met je heeft meege leefd, dan voel je toch, dat je als vrijgezel iets te kort komt! Nog even hebben wij een afzakkertje bij de Poort van Weesp gepakt, deden vele verhalen van kolengruis en verdere bevin dingen, en toen namen de 21 afscheid van elkaar. Auf Wiedersehen! Schön war es! De toer was voorbij. A.F.C. was weer binnen. Maar wij zullen deze ongeloofelijk pret tige dagen niet vlug vergeten. Veel verwachtingen hadden wij gekoes terd. Maar dat de toer zoo schitterend zou slagen, nee eerlijk, dat hadden wij niet kun nen denken. Het was heusch zeldzaam ge zellig. Geen wanklank werd gehoord, maar dan ook niet één. De geest, zoowel onder spelers, officials als supporters was prima, en ik kan niet anders zeggen, dan dat je met dit „stel" gerust nog eens op reis kan gaan. Een klein woordje van hulde wil ik hier nog brengen aan onzen leider, aan onzen Führer Die Bessem. Dick, ik geloof dat ik hier uit naam van alle deelnemers aan den toer schrijf, wan neer ik je onzen oprechten dank betuig voor je in alle opzichten keurige, prettige en jo viale leiding. Je bent begonnen met den toer in elkaar te draaien, wat nu niet zoo gemakkelijk is. Verder heb je de reis gere geld op een wijze waar ieder Reisbureau een voorbeeld aan kan nemen. Alles klopte, alles was af. En tenslotte heb je je gedurende de toer als een waarachtig „leider' getoond. Dick, aanvaardt onzen dank hiervoor, je hebt hem dubbel en dwars verdiend! Hierna wil ik het Bestuur van A.F.C. nog namens de spelers dank brengen voor het toestemming geven tot het organiseeren van dezen toer. De spelers hebben dit zeer op prijs gesteld en, zijn er dankbaar voor. On ze jongens van het eerste hebben in het af geloopen seizoen, wat de training betreft, getoond het A.F.C.-hart op de goede plaats te dragen. Het „cadeautje" van het Bestuur is dan ook ten zeerste geapprecieerd. En tenslotte moet ik nog den dank bren gen aan onze Duitsche gastheeren, welke ons op uiterst prettige en joviale wijze heb- 21 A.F.C.-crs, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1933 | | pagina 21