van een dergelijken maatregel niet aanwe zig achtten. Ik geloof dan ook, dat niet zoozeer dit aanvallen zelf, dan wel de wijze waarop het in den regel geschiedt, aanleiding tot blessures geeft. Want wat zien wij in de practijk? Men springt met de voeten of knieën vooruit op den keeper in, dikwijls met de oogen dicht en de vuisten bescher mend voor het gezicht, en wee den kee per, die zoo'n aanval niet weet te ontwij ken. Indien dit optreden tegenover een an deren speler in het veld geschiedde, dan zouden de scheidsrechters waarschijnlijk den dader met een vrijen schop plus waar schuwing bestraffen, doch men schijnt bij aanvallen van den keeper helaas dikwijls een anderen maatstaf aan te leggen. Hoe dit aanvallen van den keeper be hoort te geschieden kan men iederen Zon dag van Lungen zien, als hij tracht een keeper met de borst, maar ook alleen met de borst zonder hulp van armen of beenen, in het doel te loopen of het wegwerken te belemmeren. Dat is de juiste toepassing van hetgeen de spelregels op dit punt toestaan, en m.i. bestaat daartegen geen enkel be zwaar. Zonder den bal is de keeper boven dien al beschermd. Interessant zijn ook in dit verband de kieken, welke de Heer Lotsy bij zijn be kende lezing gebruikt en waarop men zoo prachtig kan zien hoe achterspelers als Swartenbroekx, van Kol e.a. bij een schot op hun keeper, dezen rustig zijn gang laten gaan, doch hun volle aandacht aan de in- loopende tegenstanders besteden, en aldus hun doelwachter beschermen. Andere plaat jes lieten weer zien, hoe sommige keepers hun tegenstanders als het ware inviteeren, om aan te vallen, en men ziet ook inder daad soms keepers aan het werk, die den indruk wekken alsof ze er werkelijk een eigenaardig genoegen in scheppen met te genstanders in conflict te komen. Ik wil daarmee maar zeggen, met alle appreciatie voor de goede bedoeling van den briefschrijver, een onzer jongere leden, dat ik dit punt „an und für sich" niet ur gent vind. Niet deze spelregel, doch het ge mis aan kameraadschappelijke waardeering voor den tegenstander, het gebrek aan sportieve opvattingen, dat helaas zoo dik wijls tegenover alle tegenstanders, de kee pers incluis, tot uiting komt, is de oorzaak van vele ongevallen. En wanneer hierte gen voldoende wordt opgetreden, genieten de keepers van zelf de zoo noodige be scherming. Onnoodig te zeggen, dat deze beschou wing geenszins bedoelt eenige opinie om trent de schuldvraag in het bedoelde ge val weer te geven. 3 Maart 1933. I. H. GALAVAZI. A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1933 | | pagina 7