CRICKET.
DE TOEKOMST AAN A.C.C.
Dank zij voorbeeldig werken van het
Dag Bestuur, het trio De Bruin, Eijsvogel
en Kappelhoff, komt straks een herboren,
verjongd A.C.C. de cricketvelden onveiliq
maken.
En, waar een bovendien buitengewoon
succesvolle algemeene vergadering, prima
geleid door den praeses, met de Bruin, een
zeer actief bestuur koos, een bestuur be
staande uit harde werkers en menschen met
degelijk begrip van opbouw, mogen wij
verwachten, dat uit al de thans achter den
ru9 liggende strubbelingen één goed ding
naar voren is gekomen: een vaste wil om
A.C.C. weder groot te maken; een een
drachtig samengaan; gepaard gaande met
samenwerking, verdraging en het algemeen
belang voor oogen houdend.
Dan verovert A.C.C. wederom snel haar
plaats onder de cricketzon. een plaats die
nooit teloor had behoeven te gaan.
„Gedane zaken nemen geen keer", zullen
we meer denken en van „nakaarten" ben
ik geen vriend.
Wil de A.C.C. nu uitsluitend den weg
van „genoeglijkheidscricket" bewandelen;
dan wordt het onderstaande overbodig,
doch dat kan ik mij haast niet begrijpen
en voeg derhalve nog eenige woorden toe.
Van onderen af aan moet met den op
bouw begonnen worden, niets mag meer
aan het toeval worden overgelaten.
Een vast elftal, waarvan iedere speler zijn
plaats waard moet zijn in welk onderdeel
van het spel dan ook.
Keeper, bowlers, batsmen en fielders
moeten gekozen worden met zooveel over
leg, dat waarlijk het sterkste team in het
veld gebracht wordt.
Direct hierop volgt dat men alle aan-
dacht besteden moet aan de reserves. Geef
een jonge speler een kans, maar een vol
doende. Zeg hem, dat hij een „trial" krijgt
voor een paar wedstrijden; niet voor één.
Dat zal hem op zijn gemak stellen. Maar
laat hem vechten voor zijn plaats. Als een
jong speler het de moeite waard vindt om
te cricketen, moet het hem ook de moeite
waard zijn om dat goed te doen.
Laat de elftallen ééns per week bij el
kaar komen. Bespreek dan onderling het
plan de campagne, overzie de gemaakte
fouten; tracht elkaar te helpen. Die bijeen
komsten zijn goud waard die zijn het
waardoor wedstrijden gewonnen worden.
Dan krijgt een aanvoerder ook een elf
tal onder zich, niet elf spelers, zooals het
vorig seizoen, waarop men elkaar alleen
des Zondags te zien krijgt. Leeft met el
kaar mee, ga op in het succes van een
medespeler. Dan zal het voor een captain
een genoegen en eer zijn zulk een team te
mogen aanvoeren, inplaats van een corvée.
Nu, aan den vooravond van een nieuw
seizoen, nu is het tijd om dat alles eerst te
overwegen, dan uit te voeren.
Bijna vanzelfsprekend is de regeling,
vooral onder leiding van ervaren cricket-
ters, omtrent de oefeningen.
Na batten en bowlen, het vangen buiten
de kooi. Het aangooien en grondfielden.
Droog; ja, moeilijk: zeer zeker. Uitvoer
baar: waarachtig wel. Overleggen en nog
eens overleggen.
Good luck A.C.C. Play the game
P. J. L.
AMSTERDAMSCHE CRICKETCLUB.
In de algemeene ledenvergadering van
Woensdag, den 22sten Maart 1933, welke
op buitengewoon vlotte wijze en in een
aangename stemming verliep, werd het be
stuur voor het komende seizoen als volgt
samengesteld:
M. de Bruin Mzn, voorzitter; W. Brusse,
waarn.-voorz.; Mr. A. Eysvogel, secretaris;
C. H. H. Kappelhoff, penningmeester, Sta
dionplein 22 1; W. Staats, commissaris van
materiaal; F. Riechelmann en N. W. Sel-
les, commissarissen.
De penningmeester verzoekt alle leden
dringend zoo spoedig mogelijk de contri-
butiegelden aan hem te willen inzenden,
waardoor hem veel werk bespaard en de
bodem van de kas bedekt kan worden.
De elftalcommissie wordt gevormd door
de heeren: P. Sanders Sr., J. Prent Sr. en
F. Riechelmann. volgens het huishoudelijk
reglement nog te completeeren met den nog
te benoemen aanvoerder van het 1ste elf
tal.
Het ligt in de bedoeling om het komende
seizoen met 3 elftallen uit te komen, te we
ten met een elftal in de Overgangsklasse
en in de 2de klasse van den N.C.B. en in
de Zaterdagmiddagcompetitie van den A.
C.B.
Het beheer der gelden zal dit jaar worden
gecontroleerd door de heeren J. H. Wij-
A.F.C.-M5, begunstigt onze adverteerders!
- 14