WAT IEDERE A. F. C.-ER BEHOORT TE WETEN. Play up, 1ste en 2de! Bromilow's vertrek. Nadat de eerste competitie-Zondag zoo succesvol voor ons 1ste en 2de elftal verloo- pen was, brachten de volgende wedstrijden dezer elftallen teleurstellingen, welke het aanvankelijk ontwaakte optimisme wederom belangrijk bekoelden. Toch mogen we er niet blind voor wezen, dat ongelukkige toevallig heden, evenals het vorig seizoen, in deze tegenslagen een niet te onderschatten rol heb ben gespeeld. In den wedstrijd tegen ,,de Spartaan" werden Burger en v. d. Velde geblesseerd, waardoor beide spelers voor- loopig buiten gevecht gesteld werden. Oele was dien wedstrijd ook verhinderd. Tegen B.F.C. en Velox moesten de geblesseerden vervangen worden en al speelde Lungen in den wedstrijd tegen B.F.C. ook in Burger's plaats mee, toch wil het mij voorkomen, dat deze noodgedwongen wijzigingen in het elf tal van grooten invloed geweest zijn. Dit elf tal ging de competitie in met de beste voor nemens, in goeden geest van kameraadschap, en nu moest er helaas al direct veranderd worden. Voeg daar nu bij het feit, dat Peeters zijn ouden vorm blijkbaar kwijt en daardoor min of meer van de kook was, dan moeten wij hierin ook een oorzaak zien, welke de oude onrust in het elftal deed terugkeeren. Verleden jaar hebben we het er dikwijls over gehad, dat een der oorzaken van ons falen, de zenuwachtigheid onzer spelers in het veld was. Met den moed der wanhoop speelde men „wanhoops-voetbalDe noo- dige rust ontbrak ten eenenmale, en het schijnt dat deze geestesgesteldheid er moei lijk uit te krijgen is. Re eds van den wedstrijd tegen H.F.C. voor den Arol-beker schreef ik, dat de spelers zoo zenuwachtig leken. Men wilde nu eens iets goeds presteeren, doch pas in de tweede helft kalmeerde men een beetje en had toen ook direct succes. Het zou uitermate jammer zijn, indien deze angst-psychose wederom van overwegenden invloed op ons spel zou worden. Heusch, we zijn vooruit gegaan! Het eerste elftal kan een behoorlijken wedstrijd spelen, onverschillig of de oorspronkelijke elf, dan wel enkele anderen, zullen uitkomen. Wanneer men hiervan nu maar doordrongen wordt, dan moet het beter gaan. Dit bewustzijn van het wel te kunnen kan overigens niet beter ge stimuleerd worden, dan door voortdurend trainen. Wanneer je voor jezelf ervan over tuigd bent, dat je een heelen wedstrijd op volle kracht kunt spelen, wanneer je weet, dat je langzaam maar zeker als speler vor deringen maakt, en ten slotte voor je zelf de overtuiging hebt, dat je tegenover je club en je medespelers als goed sportman je plicht doet, dan zal de zekerheid in het veld ook wel terugkomen. Als iedere speler dit ook doet, dan kun je ook op elkaar vertrouwen en wordt dat funeste van je plaats loopen vermeden, ontstaan uit overdreven angst om elkaar te helpen. Zag men niet in den wed strijd tegen de Spartaan, dat de backs nu eens beide op links, dan weer beide op rechts in den strijd waren en dus de dekking van het doel schromelijk verwaarloosd werd? Toch behoort men elkaar te helpen en dit moet men doen, door voortdurend juist positie kiezen, waarvoor weer geregeld meeleven vereischt is. Stel je zóó op, dat het je mede speler zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt wordt, den bal af te geven. En deze moet op zijn beurt probeeren dit afgeven zoo te doen, dat de bal gemakkelijk ineens te spelen is. Men krijgt dan vanzelf een goed sluitend samenspel tusschen de verschillende linies, waarbij er echter voor gewaakt dient te wor den, dat het samenspel niet in de breedte overdreven wordt, aangezien de weg naar het doel in de lengte ligt. Waar ons binnentrio als geheel physiek niet krachtig genoeg schijnt, om dezen rech ten weg naar het doel als regel met succes te bewandelen dit bewandelen natuurlijk figuurlijk bedoeld, want men mag voor deze beweging een pijlsnel attaqueeren verwach ten dient speciaal ons elftal van de vleu- 5 A.F.C.-crs, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1932 | | pagina 5