WAT IEDERE A.F.C.-ER BEHOORT TE WETEN.
Prachtig geslaagd tiende A.R.O.L.-Tournooi.
Ook ons 10de A.R.O.L.-tournooi is weer
geschiedenis geworden en met voldoening
mogen wij erbij voegen: een mooi stukje ge
schiedenis. Mooi weertje, groote belangstel
ling ondanks de concurrentie op den 2en dag
van de zijde der hockeyphenomenen, goed,
zelfs verrassend goed spel en vóór alles de
bekende prettige geest, welke het A.R.O.L.-
tournooi gelukkig steeds gekenmerkt heeft.
Bij de prijsuitreiking zei ik het reeds: Er is
zoo heel veel, waarvoor wij met betrekking
tot onze wedstrijden dankbaar moeten zijn,
maar het allermeest appreciëer ik nog de
zuiver sportieve sfeer, waarin onze deel
nemers elkaar bekampen. Onze wedstrijden
leveren het overtuigend bewijs, dat ook
buiten de competitie goed en enthousiast
voetbal mogelijk is. Al wordt er ook nog zoo
fanatiek om den A.R.O.L.-beker gestreden,
de kameraadschappelijke waardeering van
den tegenstander, welke toch ook de basis
voor onze mooie sport moet wezen, bleef
steeds bewaard.
Dat dit inderdaad geen gelegenheidsphrase
was, wordt naast vele andere uitingen wel
bijzonder goed bewezen door het waardeeren-
de overzicht van G. A. W. in het Amster-
damsch Sportblad, waaruit ik mij veroorloof
met gepaste voldoening het volgende te ci
teer en:
„Een zoo is het ook met deze Arol-beker-
wedstrijden. Waar is de man, die mompelt:
„Ik moet die of die nog eens nemen, want hij
..heeft mij in het Arol-tournooi op vieze
„manier een beentje gelicht? Bestaat een-
„voudig niet. Zooals we vroeger mekaar op
„het veld in de haren zaten, maar na afloop
„slechts vrienden waren en vriendschappelijk
„over elkaar praatten, zoo verlaat ook elke
„speler,'van welke partij ook, na een Arol-
„bekerwedstrijd het veld, met sportieve ge-
„voelens tegenover de tegenstanders, met wie
„hij zijn krachten mat.
„Zoo weet A.F.C. door deze tornieren, die
„door den K.N.V.B. niet te hoog kunnen
„worden aangeslagen, het heden aan het ver-
leden, het verleden aan het heden te binden.
„Zoo doen de organisatoren, zoo doen ook
„de deelnemende clubs méér voor de sport-
verbroedering, méér voor de propaganda
„voor het-spel-zooals-het-gespeeld-moet-wor-
„den, dan tien circulaires van Dr. v. Prooye,
„hoe goed die ook bedoeld zijn!
„En A.F.C. én den deelnemers aan dit
„tournooi past daarvoor een woord van hulde
„en dank van allen, die het goed meenen met
„ons zoo mooie spel.
„En zoo behoort dit 10de tournooi weer tot
„het verleden en het is een verheugenis ge-
„weest voor allen, die er getuige van waren,
„en voor ons, oudjes, vooral."
Ik twijfel er niet aan, of een dergelijke be
oordeeling moet voor Gé Bosch, den man, die
den stoot tot het Arol-tournooi gaf, voor
Dick Bessem, Van Nek, Selles met zijn vele
trouwe helpers en al die vele anderen, wier
namen nooit genoemd worden, doch die toch
ook met ijver en liefde voor onze A.F.C. hun
al is het nog zoo bescheiden deel in de voor
bereiding hebben gehad, de mooiste vol
doening zijn.
Stonden tot nu toe de meeste tournooien in
het teeken van Blauw-Wit, evenals het spel
van Z.A.C. in 1927, met speciaal Bakhuys als
openbaring, altijd in herinnering blijft, zoo
zal zoo lang de Arol-beker blijft bestaan, van
1932 gesproken worden als van het tournooi
van H.B.S. met het verrassende optreden
van v. Vliet. Het was een lieve lust om te
zien hoe zuiver en schijnbaar gemakkelijk de
bal door deze zwartgehemde knapen werd op
gebracht. Hoe hebben we genoten van de vele
pracht-goaltjes, meestal door v. Vliet ge
scoord. De nieuwe beker aan welks schen
kers nogmaals onzen hartelijken dank
kwam dan ook inderdaad in handen van het
elftal, dat er qua spel de meeste aanspraak op
kon maken.
Jammer was het, dat onze 1ste elftallers
reeds in de eerste ronde de vlag moesten strij-
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
- 4