nog eens de aandacht op dit belangrijke en niet voldoende begrepen punt te vestigen. Tevens herinner ik er aan, dat ik reeds her haaldelijk gevraagd heb, wie er lust gevoelt in de toekomst actief aan den opbouw onzer voetbalorganisatie mee te helpen. Dat ik tot nu toe nog geen enkele toezegging kreeg, is voldoende om de gegrondheid van boven staande beschouwingen met verbluffende duidelijkheid te demonstreeren. Maar voor dit maal genoeg hierover. Ons 2de beëindigde zijn competitie met een ver dienstelijke 52 overwinning op Zeeburgia II, zoodoende zijn puntenaantal op 17 bren gend. Wanneer we nagaan, hoe dikwijls dit elftal de dupe werd van de wijzigingen in ons 1ste, dan moet dit totaal van 17 punten als bijzonder verdienstelijk beschouwd wor den, waarvoor Jaap van Nek en zijn trouwe kern alle lof toekomt. Het 3de elftal is nog niet klaar, doch eindigt zeker op een goede plaats. Eindelijk, na jaren, hebben we weer kampioenen onder onze A.V.B.-elftallen. Het 4de behaalde het kampioenschap in zijn af- deeling der reserve 1ste klasse met de fraaie cijfers: 16 gesp., 12 gew., 3 gel. 1 verloren, 27 punten, 82 goals voor, 25 tegen. Dit elftal, waarin meerdere spelers uit kwamen, die vroeger tot hoogere elftallen zelfs het 1ste elftal behoorden, heeft onder de bekwame leiding van captain Horn getoond, dat er ook in de lagere regionen met genoegen en succes gespeeld kan worden. Hetzelfde geldt voor het 5de elftal. Defi nitief is de eereplaats wel is waar nog niet verkregen, doch het zou al een groote te leurstelling wezen, indien men zijn kans in den laatsten wedstrijd verspeelde. Ik hoop dus, dat wij binnenkort ook het 5de als kampioen kunnen begroeten. Dergelijke resultaten, kampioenschappen van 4de en 5de elftal, geven weer moed voor de toekomst, want daarbij moet toch zeker materiaal voor de hoogere elftallen zitten, mits de zaak maar goed wordt aan gepakt. en men ervan weet te profiteeren. Nu nog iets over de door den A.V.B. ge organiseerde lezing van den heer K. Lotsy. Wij mogen het A.V.B.-Bestuur wel zeer dankbaar zijn, dat het ons dezen leerrijken en opwekkenden avond heeft doen genieten. Wijnand noemde het terecht een geestelijk bad. Ik ben ervan overtuigd, dat de aanwe zigen, waaronder meerdere A.F.C.-ers (ik vond het bijzonder prettig Nico Neseker en zijn kameraden te treffen!) een onvergete- lijken indruk van het prachtige enthousiasme van dezen bekwamen leider van het Neder- landsch voetbal meegenomen hebben. Hoeveel aangenamer en beter zou ons spel beoefend kunnen worden, indien alle spelers en vereenigingsleiders van den frisschen, sportieven, kameraadschappelijken geest des Heeren Lotsy doordrongen waren! De onaangename wedstrijden, waarbij men als een stelletje vijanden beschouwd wordt, zouden dan gauw tot het verleden behooren. Men moet oprechte bewondering hebben voor de exhorbitante inspanning, welke de heer Lotsy zich getroost, om zijn ideeën in gang te doen vinden en het zij hem van harte toegewenscht, dat hij de kracht moge hebben zijn programma ten einde te brengen. Indien het tot een herhaling van dezen avond mocht komen, dan mag geen A.F.C.- er, die zijn eigen spel wil prefectioneeren of wil meehelpen het anderen te leeren, ont breken. Amsterdam, 22 Februari 1932. I. H. GALAVAZI. EEN SLOT, DAT PAKTE. De „jaarlijksche oproepwelk bitter sarcasme! heeft succes gehad. Wat iedereen gehoopt, maar eigenlijk niemand verwacht had, is geschied: De wed strijden tegen D.E.C., Zeeburgia en Zand- voort hebben ons het maximum aantal punten opgeleverd en zoo staan we thans nr. 7, met vier punten meer dan Zandvoort, dat thans gedoemd is tot het spelen van degradatie-wedstrijden. Die wedstrijd tegen Zeeburgia! Het toeval wil, dat we aan de Kruislaan hartverzwik- kende wedstrijden spelen, die ons arme A.F.C.'ers buiten de lijnen, een aanzienlijke vermindering bezorgen van het ons toege meten aantal jaren. En als we dan aan de uitwedstrijden tegen Zeeburgia terugdenken, dan rijst voor ons oog het beeld van Charles Lungen, die tot driemaal toe kans zag (in 1927, in 1931 en in 1932) een schijnbaar verloren wedstrijd in een overwinning om te zetten. Waarbij dan nog als bijzondere toevalligheid komt, dat hij zijn brilliante schoten steeds in het zelfde doelnet (het verste van den Midden weg) deponeert. Hoe was het mogelijk? Wie onzer had, toen het twintig minuten voor tijd 42 voor 4 A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1932 | | pagina 4