J. LÖHLE SÖHNE
WAT IEDER A.F.C.-ER BEHOORT
TE WETEN.
Wanneer we een terugblik werpen op 1931,
dit jaar van crisis, depressie, malaise of hoe
men het noemen moge, dan moeten we con-
stateeren, dat het ook voor onze A.F.C. een
jaar van tegenspoed geweest is. Konden we
het vorig seizoen slechts na beslissingswed
strijden aan de laatste plaats ontkomen, ook
thans, aan het eind van 1931 nemen we de
laatste plaats in. Al zou men dus ook oogen-
schijnlijk meenen, dat dit jaar voor de A.F.C.
weinig reden tot verheugenis gegeven heeft,
toch mogen we niet blind zijn voor de licht
punten, die ook in dit jaar te vinden zijn. Was
het niet heerlijk het medeleven te aanschou
wen, toen ons eerste elftal de moeilijke be
slissingswedstrijden moest spelen? Vooral
toen wij in Wormerveer na een moeilijke 21
zege op Hollandia in veiligheid kwamen! Wat
al oude, bekende gezichten konden we toen
in den A.F.C.-aanhang opmerken! En getuig
de het zoo spontaan en vlot bijeengebrachte
trainersfonds niet van groote, alle moeilijk
heden trotseerende, innerlijke kracht? Ons
9de, in alle opzichten geslaagde A.R.O.L.-
tournooi, waarin ons elftal zoo veelbelovend
voor den dag kwam, deed ook het beste van
de toekomst verwachten. Toen we daarop
tegen E.D.O. gelijk speelden, dachten we een
rustig seizoen tegemoet te gaan. Doch hoe
werden we helaas teleurgesteld! De geschie
denis is u allen bekend. Tegenslag op tegen
slag, op het kantje verloren wedstrijden, zelfs
absoluut onverdiend verloren partijen, waren
ons deel. Laten we bij het begin van 1932 den
moed niet verliezen. Ons elftal heeft bewezen
tot een alleszins bevredigende spelprestatie in
staat te zijn. Nog 5 wedstrijden wachten ons
in 1932. Zelfvertrouwen, heilig enthousiasme,
wil om te winnen als besluit van serieuse
training, kunnen ons nog de benoodigde pun
ten opleveren. Maar dan moet ook iedere
eerste-elftaller er volkomen van doordrongen
zijn, dat ieder vrij uur aan grondige voorbe
reiding moet besteed worden! Wie van de
training wegblijft, bewijst zijn club en zijn
medespelers een slechten, weinig kameraad-
schappelijken dienst. Eerste-elftallers het kan
nog, het moet ook en daarom wensch ik jullie
bij het begin van 1932 in de komende wed
strijden veel succes.
In het kort nog even de laatste gespeelde
wedstrijden nagaande, dan moet vermeld
worden, dat we in Zandvoort zéér verdien
stelijk veldwerk lieten zien. De qualiteit was
belangrijk beter, dan van de thuisclub, doch
de volkomen machteloosheid vóór doel van
ons binnentrio voorkwam, dat wij onze meer
derheid in een behoorlijke serie doelpunten tot
uitdrukking brachten, zoodat we feitelijk nog
van geluk konden spreken één puntje uit het
vuur te slepen. Inmiddels had Lungen bericht,
dat indien wij meenden, dat zijn medespelen
nuttig effect kon hebben, hij bereid was zijn
oude plaats weer in te nemen. Dankbaar werd
zijn aanbod aanvaard. Toch verloren wij van
het inderdaad over alle linies sterkere E.D.O.
met 73, al is dit cijfersverschil misschien
iets overdreven. Tegen Hercules werd buiten
kijf goed gespeeld en met 21 boekten we
onze eerste overwinning. Een prettige wed
strijd! Tegen Baarn waren de verwachtingen
hóóg gespannen. Binnen enkele minuten
namen we reeds de leiding. Maar eilacie, de
goedbedoelde pogingen van ons elftal om
wederom het reeds enkele weken vertoonde
goede combinatiespel te demonstreeren, liepen
steeds te pletter op de energieke, hard trap
pende Baarn-verdediging. Een dergelijke
wedstrijd moet voor hen, die zich voor het
spelpeil interesseeren, zeer leerzaam zijn! Een
elftal van harde werkers, die alle keihard
trappen, zoodat, waar in den regel niemand
weet waar, die ineens genomen ballen terecht
KLEEDERMAKERS
TEL. 34845 KEIZERSGRACHT 480
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
- 8 -