N I E U W J A A R S W E N S C II.
(Uitgesproken op de bruiloft van Kloris en Roosje).
Opgedragen aan allen, die in A.F.C. belang stellen.
door
BÉBÉ EN ANGOSTURA Jr.
(De beide oudjes, Thomasvaer en Pieternel, ontvluchten het feestgewoel
en bespreken in een rustig hoekje de gebeurtenissen van het afgeloopen
jaar): j
Pieternel:
Hè, hè, Thomasvaer, wat hebben we weer een pleizier.
Wat reusachtig genoeg lijk is het toch weer hier.
Niemand zanikt over slechte tijden:
Niemand schijnt onder zorgen te lijden.
Thomasvaer:
Ja, ja, het is een goed festijn,
Allemaal vroolijk, allemaal gijn.
Alleen kan ik niet goed meer mee,
Sinds die mislukte voetbalmatinée.
Pieternel:
Wat doe je ook bij dat nare spel,
Ik ben er op tegen, dat weet je wel.
Altijd met ruzie, altijd met vechten
Trachten zij hun sportstrijd te beslechten.
Thomasvaer:
Ja. het is den laatsten tijd weer raak,
Maar thans bemoeit Dr. van Prooye zich met de zaak.
Hij heeft spelers en clubs op hun plicht gewezen;
Ik heb met genoegen z'n circulaire gelezen.
Pieternel:
Ik ook, maar toch geloof ik dat het anders zou zijn,
Als alle spelers, groot en klein,
Elkaar niet als vijanden tegemoet zouden treden.
Maar als vrienden hun voetbalstrijd streden.
Thomasvaer:
Jij hebt gelijk: geen vijand-, maar kameraadschap,
Geen roekeloos, geen gevaarlijk doorgetrap.
Dr. van Prooye, wij wenschen U in 't nieuwe jaar
Een vreedzaam vriendenvoetbalschaar!
Pieternel:
Dat is mooi, en nu zal ik je ook bekennen,
Dat ik ze toch wel graag achter dat balletje zie rennen.
Toen jij laatst was naar E.D.O.A.F.C.,
Leefde ik Hollander s radio-kunststuk mee.
Ik heb juichend gedansd en zelfs een paar kopjes gebroken.
En jouw Zondagsche groentensoep over laten koken.
Thomasvaer:
Ja, in Parijs zijn Hollanders altijd op hun best;
Op 't voetbalveld, op Mont-Parnasse en lest-best,
Voor de microfoon de Hollandsche Hollander, hoeden af!!
En een goed jaar voor hem, die binnenskamers zooveel vreugde gaf.
A.F.C.-crs, begunstigt onze adverteerders! 2
