spelers wegblijven, dan is het nut van de
overige 7 reeds grootendeels verloren. Giste
ren werd tegen Zandvoort reeds zeer be
hoorlijk veldwerk vertoond, doch des te
meer kwam onze groote fout tot uiting: het
volslagen gemis aan schotvaardigheid van
het binnentrio. Voorloopig moet daaraan de
grootste aandacht worden besteed, en zoo
veel mogelijk in dezelfde formatie geoefend
worden.
Nu wat de samenstelling van het elftal
betreft. Het elftal in A.R.O.L.-wedstrijden
en tegen E.D.O. was goed, en was geheel
in overleg met Bromilow samengesteld. Door
verschillende blessures, (Wittebol, Wol-
ters, Stradmeyer) moest er gewijzigd wor
den, welke veranderingen niet altijd succes
vol bleken en weer tot verdere omzettingen
aanleiding gaven. Zoover ik weet, is er geen
club waar het elftal alleen en uitsluitend
door een trainer wordt samengesteld. Toch
lijkt mij de idee van den Heer Gunther wel
goed, mits de trainer in quaestie voldoende
lang bij de club werkzaam is en met alle om
standigheden, als de aard onzer competitie
wedstrijden b.v„ volkomen op de hoogte is.
We komen dan vanzelf weer op het zoo
even genoemde punt, hoe intensiever er ge
oefend wordt, hoe gemakkelijker de samen
stelling der elftallen. De taak der E.-C. lijkt
mij dan ook vooral daarin te liggen, iets te
bedenken, dat iederen Donderdag het vol
ledige 1ste en 2de elftal oefenen, om van de
andere elftallen maar niet te spreken. De
taak van Bromilow is dan er een systeem in
te brengen en de speciale fouten van de
diverse spelers bij te werken.
In dit verband wil ik echter nog even her
halen, wat ik reeds in ons vorig Clubblad
schreef, dat het zoo moeilijk is om in A.F.C.
menschen te vinden, om eens een bijzon
dere taak op zich nemen. Men leeft wel mee,
doch schrikt dikwijls voor de verplichtingen
en verantwoordelijkheid eener bepaalde
functie terug, terwijl ook velen geen gelegen
heid hehben zich zóó aan een opgave te
wijden, als zij wel zouden wenschen.
Bij het Bestuur is reeds een plan tot in
stelling eener Technische Commissie inge
komen, dat nog deze week behandeld zal
worden, hetwelk vóór alles beoogt een betere
organisatie der training te scheppen. Ik wil
hopen, dat indien er een beroep op sommige
leden gedaan wordt, dit niet tevergeefs zal
wezen.
Ten slotte dank ik den Heer Gunther voor
zijn spontane open brief. Als alle A.F.C.-ers
zóó met hun Club medeleefden, konden wij
veel meer bereiken en kwamen onze presta
ties op het veld misschien al heel gauw in
overeenstemming met onze overigens toch
zoo mooie en sterke club.
23 Nov. 1931. I. H. GALAVAZI.
VIERBALLEN-TOURNOOI.
Jongens, jongens, weet je 't al,
Niet het spel van „voetjebal"
Maar een nieuw soort ballerij
Maakt ons nu van zorgen vrij.
A.F.C. is nog niet verloren
Met dit spel voor „senioren"!
Eindelijk, U begrijpt me wel,
Ik meen het vierballenspel.
Jongens, jongens, wat een spel,
En wat spelen ze het fel!
Zouden ze ook op 't veld zoo doen.
We werden zeker kampioen.
Maar U schijnt me niet te snappen,
Neen, het gaat hier niet om „trappen",
Maar, och U begrijpt me wel,
Over het schoon' vierballenspel.
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
- 8 -