medemaken der trainingsavonden niet tot een
onverdeeld genoegen doen worden.
Nu komt het echter erop aan! De positie
van ons eerste is verre van rooskleurig, dus
er moet gewerkt worden. Zelfs al zou het
door het weer onmogelijk zijn op het veld te
oefenen, dan weet Bromilow van den avond
nog iets nuttigs te maken. De saamhoorigheid
en de goede geest in een elftal zijn van zulke
onschatbare waarde en deze eigenschappen
kweekt men door minstens één avond bij
elkaar te komen en den aanstaanden wedstrijd
te bespreken.
Voor de zooveelste maal zou ik ook dien
spelers, die in de week gelegenheid hebben
zich overdag nog eens een uurtje vrij te ma
ken, op het hart willen drukken: maakt een
afspraak met Bromilow en besteedt dit uurtje
nuttig door met hem speciaal die onderdeelen
van uw spel te beoefenen, waarin gij zwak
zijt. Hoeveel andere spelers en clubs zouden
er naar snakken een dergelijke gelegenheid
te hebben! Wie neemt hiervoor eens het
initiatief?
De leiders onzer lagere elftallen hebben
ons ook leelijk in den steek gelaten. Zou
hierin niet ook één van onze zwakke zijden
schuilen, dat wij wel buitengewoon veel
menschen hebben, die aan de borreltafel en
elders heel veel, en ook dikwijls heel gemoti
veerde critiek hebben, doch als het op daden
aankomt, niet thuis geven?
I. H. GALAVAZI.
26 October 1931
ALGEMEENE VERGADERING.
,,Het is of je met je hamer in het lucht
ledige slaat," zei Galli na afloop.
Inderdaad, de algemeene vergaderingen
zijn wel erg tam den laatsten tijd en 't Bestuur
is heusch niet overtuigd, dat het eenigszins
slaperige applaus, dat na ieder agendapunt
komt, nu werkelijk een blinde odoratie van
de faits et geses van de leiding inhoudt.
Natuurlijk zal niemand een gezochte cri
tiek op het werk in onze toch al zoo moeilijk
te besturen club, willen aanmoedigen. Maar
waarom komen de menschen, die onder een
alcoholische versnapering altijd zooveel op
en aan te merken hebben, niet eens op de
Algemeene? Du choc des opinions jaillit la
vérité!
Van de laatste algemeene valt te vermel
den, dat Jan Bosch benoemd is in de enquête
commissie en Willy Brusse als plaatsvervan
gend lid van de enquête-commissie.
En vermelding verdient de rede, dpor Willy
Brusse met merkbare ontroering uitgesproken
bij zijn bedanken als secretaris.
De groote stilte, die er in de zaal was,
toen Willy sprak, moge hem een bewijs zijn,
hoe wij, zijn vrienden, met hem meeleefden.
EEN GOED BEGIN IS HET HALVE
WERK!
Het werd reeds eentonig: elk jaar begon
nen we met ons 2e elftal de competitie met
frisschen moed en elk jaar reeds sinds 1927
begonnen we met 4 nederlagen of maximum
1 punt. En hoe waren de vooruitzichten voor
dit seizoen zult U vragen? Wel al niet veel
beter. Zeker, er was getraind, er waren (ge
lukkig) ook meer oefenwedstrijden voor 2e
en 3e elftal geweest, maar van vacantie terug
gekomen in begin September mocht ik nog
niet hooren dat er een team was. Nog steeds
zoekende en daarbij in belangrijke mate
afhankelijk hoe het le definitief uit de ,,bus"
zou komen. Een oefenwedstrijd op Zaterdag
middag tegen den A.K.V.B. (met 5-3 ver
loren) leerde in hoofdzaak wie we niet moes
ten hebben. Een vriendschappelijke wedstrijd
van een A.F.C.-comb. te Bloemendaal tegen
Bloemendaal II bracht wat verder licht en
ten slotte een avondwedstrijd tegen „Neer-
landia" (ik meen met 111 gewonnen) gaf
den doorslag. De officieele aanschrijving
bracht, wat misschien nimmer is voorgeko
men, een opstelling met 2 vraagteekens, resp.
voor keeper en midvoor en eerst in den loop
van de week (na „Neerlandia"volgde de
definitieve formatie.
We trokken voor de ouverture in dit sei
zoen naar het sterke Z.F.C. II met:
Schutte.
Smits. Breedveld.
Löhle. Buising. Uiterwijk.
Waayer. J. Prent. Dijkman. Wolters.
Jb. v. Nek.
De voorspellingen waren somber, de ver
wachtingen niet veel beter. Misschien gaf dat
juist den jongens moed. Te verspelen hadden
we feitelijk niet veel. Ieder rekende toch op
een nederlaag. Nauwelijks was begonnen of
Piet Wolters schoot rakelings over en dat
- 5
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!