veelbelovenden wedstrijd tegen E.D.O. (tus- schen haakjes het eenige puntje, dat E.D.O. kwijt is, heeft zij aan A.F.C. verloren!) had ik werkelijk hooggespannen verwachtingen voor het komend seizoen. Tegen E.D.O. werd er zeer behoorlijk voetbal gedemonstreerd. Het feit op zichzelf, dat een 20 achterstand werd ingeloopen, iets hetwelk in het verleden practisch tot de onmogelijkheden behoorde, gaf den indruk, dat men nu uit een ander vaatje ging tappen. De harde nederlaag tegen Hercules (16), in hoofdzaak ontstaan door de overrompeling onzer verdediging in het eerste kwartier, gaf dezen optimistischen ver wachtingen een gevoeligen klap, en deze nederlaag heeft blijkbaar ons elftal in ver warring gebracht, want de verdere wedstrij den hebben evenmin reden tot verheugenis gegeven. Baarn uit 02, B.F.C. thuis 22, Velox uit 14 en T.O.G. thuis 1 1, waar achtig, ik had iets meer verwacht. 3 Punten uit 6 wedstrijden, waarbij als eenig lichtpunt, dat we thuis 3 maal gelijk speelden, en dus op eigen veld nog ongeslagen zijn! Wanneer ik daarmee de resultaten van ons 2de elftal vergelijk, hetwelk tegen Z.F.C. II uit 33 speelde, van Stormvogels II thuis met 43, van E.D.O. II uit met 21, van H.F.C. II uit met 42 won en slechts van Blauw- Wit II thuis, min of meer ongelukkig, of schoon niet onverdiend, met 2—1 verloor, alhoewel dit elftal door de wijzigingen in het eerste elftal zwaar, zelfs zeer zwaar, gehandi capt was, dan kan ik mij voorstellen, dat buitenstaanders inderdaad verbaasd moeten wezen, over het falen van ons vertegenwoor digend elftal. Ik vraag mij af, is het speltype in de 2de klasse dan zóó verschillend van de reserve 1ste klasse? Is de verhouding tusschen de partijen een gemoedelijkere, is het streven om de puntjes binnen te halen daar niet de zoo overheerschende factor, zoodat aan een prettige beoefening van de voetbalsport de voorkeur gegeven wordt, boven een fanatie- ken, harden en met ontspanning weinig meer gemeen hebbenden strijd? Ik moet bekennen, ik durf mij er nauwelijks meer over uitspreken. Het is zeker, dat menig elftal in de reserve lste klasse voetbal van beter gehalte laat zien, dan vele 2de klassers, welke nog zelfs met succes spelen. Waarin ligt dan het geheim van het succes van vele primitief spelende elftallen? In den weergaloozen moed waar mede men op den bal zit, den onvermoeiden ijver waarmede men elkaar helpt, het tempo, hetwelk men bereikt door den bal vlug en hard weg te spelen. Al deze factoren laten bij ons eerste elftal veel te wenschen over. Ik wil daarmede niet zeggen, dat de spelers niet hun best doen, integendeel, men werkt met prijzenswaardigen ijver, doch, al lijkt het met deze bewering in flagrante tegenspraak, het komt maar al te veel voor, dat men een bal laat loopen, als hij niet precies in de buurt geplaatst is, dat men rustig toeziet hoe een ander een wanhopigen strijd met meerdere tegenstanders voert, dat men een bal probeert vrij te maken, waar een fiksche trap de noo- dige opluchting en de oplossing der moeilijk heden zou brengen. Nu zal men mij allicht tegenwerpen, dat men door het voorbeeld van verschillende onzer tegenstanders te volgen, nooit tot een goed opgebouwd speltype komt, doch daarop zou ik willen antwoorden, dat men zijn spel ook naar dat der tegenpartij moet regelen. Als men de tegenpartij tech nisch niet volkomen de baas is, en het vurige tegenspel elke poging verhindert om „mooi" voetbal te spelen, laat de verdediging incluis de halfbacks dan maar alles zooveel mogelijk ineens opruimen en laat den bal in de voor hoede maar van vleugel tot vleugel gaan. Tracht den bal zuiver ineens te spelen, zooals b.v. Dijkhuis dat herhaaldelijk zoo verdien stelijk doet en daarmede opluchting brengt! Concludeerende kom ik tot de volgende gevolgtrekking: De spelers, vooral de half backs en voorhoede, moeten elkaar meer steunen, meer te hulp komen, beweeglijker zijn, ook als ze den bal niet hebben.' Vult elkaar aan, of tracht zooveel mogelijk vrij te loopen, als er kans is den bal te krijgen. Niet afwachten, zelf initiatief nemen! Nadat T.O.G. de leiding genomen had, kwam b.v. onze voorhoede plotseling in felle actie. Een mooie goal was het resultaat, doch nadat een volgende serie aanvallen resultaatloos verliep - Fortuna was daarbij niet met ons luwde het enthousiasme weer. Dit zijn in algemeene trekken de feilen onzer eerste elftallers, waarbij ik absoluut buiten beschouwing laat. welke elf spelers dit elftal moeten vormen. Wie de uitverkorenen voor den wedstrijd van Zondag a.s. tegen D.E.C. ook mogen wezen, laten zij boven staande opmerkingen ter harte nemen. Jullie hebben voldoende voetbalcapaciteiten, dat ik mag zeggen: „Waar een wil is, is een weg!" De geschilderde tekortkomingen zijn door geen trainer of wie dan ook te verbeteren. Dat moet door de spelers zelf begrepen en verbeterd worden. Wat de trainingsavonden betreft, zoo langzamerhand al is het ook in dit jaar met den mooien herfst vrij laat komen de on gunstige weersomstandigheden, welke het A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders! - 4 -

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1931 | | pagina 4