Cafe-Restaurant VAN TUYLL meeloopen en eindelijk eens op een vaste plaats in een elftal rekenen, verhuizen naar andere elftallen, nieuwe elftallen worden in het leven geroepen, propaganda-circulaires gaan in zee, kortom: eindelijk zal het nu eens vlot gaan met de A.C.C., de zaken worden nu eens duchtig aangepakt. Dan komen de Bestuursvergaderingen, daarna de speciale bijeenkomsten om de tekorten te dekken A.C.C. sukkelt n.l. doorloopend aan gebrek aan kasgelden) en dan... einde Maart gaat men den leeuw, Ernst van Ooy, in zijn hol opzoeken om toestemming te vragen en direct te verkrijgen tot het oprichten van de openluchtoefenkooi. Het is half April en het spel kan beginnen. Drommen cricketers komen op het A. F. C.- veld, men krijgt gewoonweg geen beurt en Jaap Furstner is op punt om „dol" te wor den, daar het niet bij te houden is. Waarbij nog komt dat de jongeman in zijn vrijen tijd ook nog aan roeien doet. Waarlijk, de voor raad reglementen op „Lager" gaan zelfs slin ken, er komt een vierde elftal bij... Kom oefenen wordt er gezegd, want als je faalt, je gaat onherroepelijk naar een lager elftal. Dat zal wat beloven voor 1931, een reu zen" seizoen. De maand Mei is intusschen in het land gekomen (ik kan me niet her inneren zooveel regen op Zondagen gezien te hebben als dit jaar). Wel wordt bijna met innings, van de eerste Haagsche verloren maar Haarlem gaat er met 9 punten in, dus met innigns. V.O.C. en H.D.V.S. verregenen helaas en als de kalender 1 Juni aanwijst, heeft A.C.C. 4 van de 6 thuismatches achter den rug, waarmede ik maar zeggen wil, dat de regeling in den N.C.B. nog lang niet ideaal te noemen is. Dan komen de uitmatches, maar dan komen ook de „maren"; „alssen", de „misschiens", Dan hoor je: „maar", „als ik", misschien"; moet hoepelen, dansen, tennissen, roeien, zwemmen, noem maar een buitenplaats op, dan kan ik niet mee hoor met A.C.C. uit de stad. De oefeningen in de kooi minderen, eerst nauw merkbaar, maar dan, eind Juni komt er zoowat niemand meer, hoogstens eens een senior met een paar junior-leden. Begin Juli begint het beestje af te sterven. Wel niet schielijk, maar het gaat ziender- oogen achteruit. De raad der wijzen komt dan bijeen en de heeren die het weten kun nen, zeggen: geef het dier nog één keer een laag gravel. Dat helpt, er komen des avonds twee of drie belangstellenden het diertje be kijken, maar daar blijft het bij. Weer komt de raad der wijzen bijeen en men besluit het diertje een nieuwe huid te geven, heel sterk gaas, want dan kan er eindelijk weer geran seld worden op het beestje. Maar ook dat helpt niet, de belangstelling in het dier is afgeloopen. Nu vraagt het beestje maar niets liever dan opgeborgen te worden in zijn ouden winterschuilplaats onder de groote A.F.C.- tribune. Dan sta ik niemand meer in den weg en behoeven jullie onderling niet te kibbelen dat er 10, wat zeg ik, 20, 30 man moeten loten om ieder 10 minuten lang tegen mijn huid te slaan. En laat me nu verder met rust, want ik ga naar het trainen van Tom kijken. Hier heb je. geachte lezer, de A.C.C.- oefeningen, plus animo, in een „notedop". Een schutter treft wel eens de roos, een kegelaar gooit wel eens „alle negen", maar een goed schutter, een goed kegelaar moet oefenen. Zoo is het met iedere sport en zoo is het hier, stelselmatig oefenen, wil men iets bereiken. Kom me nu niet aanzetten met hon derden uitvluchtjes; als je wil, zijn er altijd menschen te vinden die met elkaar in de oefenkooi willen bijeenkomen. Zoo dit in 1932 niet verandert, voorspel ik,... ik voor spel niets meer, laat ons maar afwachten. Maar dat ik langzamerhand begin te wan hopen, wie zal het mij kwalijk nemen? AMSTELVEENSCHEWEG HOEK STADIONPLEIN RESTAURANT A LA CARTE DEN GEHEELEN DAG BILLARDZAAL - CONCERT HEINEKEN'S BIEREN ïi - A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1931 | | pagina 11