„WIJ ZULLEN HANDHAVEN
Het is bewaarheid. Met eere hebben wij
kans gezien van de onderste plaats af te
blijven en op de 8ste plaats te eindigen met
hetzelfde aantal punten als verleden jaar,
doch beter doelcijfers, met onder ons Storm
vogels II en R.C.H. II.
Mannen, hulde en nogmaals hulde. Of
het komt, dat dit jaar nog versch in het
geheugen ligt, ik weet het niet, maar het wil
mij voorkomen, dat de strijd thans zwaarder
was dan andere jaren en de eindspurt feller.
Hoe het ook zij, wij hebben voor minstens
één jaar bijgeteekend en velen van onze op
komende spelers zullen ook weer de kans
krijgen in de Reserve l e klasse zich langza
merhand voor te bereiden op het dorado van
eiken voetballer, n.l. het 1ste elftal.
Allereerst zullen wij nog even terugkeeren
tot onzen laatsten strijd, die tegen Z.F.C. II
te Zaandam, waar wij tot dusverre in de 4
afgeloopen jaren nog slechts één keer hadden
gezegevierd. Veel moed gaven onze tegen
standers ons niet voor den wedstrijd, maar
dit was geen bezwaar. Wel liepen; zij fel van
stapel, toen Ha.n Ruys meende rustig en niet
zenuwachtig na den aftrap te kunnen ingrij
pen, en Veen weldra 2 bijzondere moeilijke
ballen te verwerken kreeg, dat hem echter
prima afging.
Het beste van het spel heeft doorgaans
Z.F.C., maar onze achterhoede verdedigt op
de bekende soliede wijze en voorloopig is er
dan ook geen vuiltje aan de lucht. Aan den
anderen kant blijkt echter wel voor de zoo-
veelste keer, dat feitelijk de voorhoede te
zwak is en ook thans geen 'hooge score zal
maken. Het moet meer bij verrassing komen
dan wel van regelmatig goed opgezette aan
vallen. Opgelegde kansen zien wij dan ook
practisch niet, terwijl het uiterst drooge veld
aan de spelers hooge eischen stelt om bal-
contröle uit te oefenen. Als bij een aanval van
den Z.F.C.-linkervleugel Stredmeyer en
Dijkhuis blijven staan in de stellige meening,
dat het buitenspel is, wordt ons dit noodlottig
en scoort Z.F.C. Tot de rust komt er geen
verandering in den stand.
Bij de thee worden de koppen bij elkaar
gestoken. Een beetje onrust bij de jongeren
wordt bedwongen en besloten wordt de op
stelling van de voorhoede te wijzigen, het-
welk in elk geval een beduidende verbetering
bleek te zijn.
Het spel wordt met wisselende kansen ge
speeld. Hoewel stevig, is gelukkig ditmaal
van ruw spel geen sprake, terwijl scheids
rechter Theo Bosch zorgt voor een strakke
leiding, die hem geen enkele maal ontglipt.
Langzaam maar zeker verstrijkt de tijd,
zonder dat er aan een van beide kanten doel
punten komen. Voor ons zoo van bijzonder
belang, daar het verliezen kan beteekenen
degradatiewedstrijden spelen, gelijk spelen
waarschijnlijk een beslissingswedstrijd noo-
dig maakt en winnen ons definitief in veilig
heid brengt. Een kwarter voor 't einde krijgt
Daan Ellens den bal, centert naar Roelof van
Nek, die na een man gepasseerd te hebben
op doel afgaat met naast hem zijn broer,
voor wien hij op het laatste moment den bal
laat lcopen, en die met een hard laag schot
(een „werkmans-schot", niet waar Willy
Brusse?) het genoegen smaakt den gelijkma
ker te fabriceeren. Aan toejuichingen geen
gebrek. Het was dan ook één van die heer
lijke voetbalmomenten, die niet gauw verge
ten worden. Nog kregen wij de kans om den
winnenden goal te scoren, doch Dijkman en
Löhle faalden, terwijl een goed schot van
Daan Ellens over de lat ging. Enfin, het
einde bracht ons een gelijk spel met alle mo
gelijkheden.
Op deze mogelijkheden was gerekend.
Wim van Dijkhuizen had zich gaarne bereid
verklaard om op hetzelfde uur, dat wij tegen
Z.F.C. II speelden, in Haarlem naar de „con
currentie" te gaan om den wedstrijd E.D.O.
IIR.C.H. II te zien en vervolgens om half
zes een telefoontje naar Zaandam te geven,
waar wij natuurlijk druk bij Koopman bespra
ken of we „binnen" waren of niet. Het tele
foontje bleef niet uit en in spanning ging
schrijver dezes snel naar de telefooncel. Even
wachten nogDaarnaHoe 'heb je
gespeeld?" 11 was het antwoord, waarop
gerepliceerd werd met: „Dan kan ik je feli-
citeeren, want R.C.H. II heeft verloren met
2-1." Jan Veen, die meegeloopen was naar
de cel, bracht het groote nieuws prompt over
en een uitbundig gejuich was het gevolg, dat
daarna nog eens wat toenam.
We zijn met een groepje prettig bij elkaar
gebleven, een gezellig bitteruurtje (dat
mocht dezen keer zeker wel), een prettig
bootreisje naar Amsterdam en een „gemüt-
liches Beisammensein" voor de rest van den
avond. Ziedaar het einde van een prettig,
doch moeilijk seizoen.
Als we een en ander nog eens de revue
laten passeeren, dan stemt het zeker aange
naam, dat momenteel eenige 2de elftallers
de eer waardig zijn gekeurd om regelmatig
voor het eerste uit te komen (Stradmeyer,
- 9-
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!