Cafe-Restaurant VAN TUYLL om stuk voor stuk de spelers hun spel aan critiek te onderwerpen, iedereen deed zijn best, iedereen stond maar èén belang voor, dat van zijn elftal. Ondanks de reeks nederlagen, ging men wonderlijk goed door het seizoen, en nergens hoorde ik maar één wanklank. Toen in de eerste match een speler minder aangenaam optrad, is hij uit het elftal verwijderd, daar na deden zich geen moeilijkheden meer voor. Zoo hoort het ook en zoo moet het blijven. Oliver was een goed bowler, hij was de eenige, met Börneman, die een plaats op de bowlingaverages van den N.C.B. wist te ver overen en hij bowlde bijna evenveel overs als de anderen te zamen. Zijn 42 wickets waren ruimschoots verdiend met een gemid delde van 14. Een zeer goede prestatie. In dien Jo. Bor. nog eenige snelheid aan zijn bowlen weet te geven, zal hem dit zeer zeker ten goede komen, al mag hij de break niet verwaarloozen ten koste van snelheid, en Piet Sanders had bevliegingen van buitengewoon goed bowlen, afgewisseld door een hoop rom mel. Riechelman was te eenvoudig, met rechte ballen alleen bereikt men niet veel in de eerste klase, men houdt alleen het scoren tegen. Hier was lengte en nog eens lengte vaak zoek, maar alles bij elkaar genomen, bolwde hij misschien iets te weinig om suc cessen te kunnen boeken. Van Milligen bowlde maar in een paar matches, deed trou wens ook maar in enkele wedstrijden mede, en een oordeel is daarom niet te geven. Te Schiedam was hij zeer goed op dreef en had de aanvoerder hem eerder kunnen aanzet ten. Wij dienen af te wachten of Eldridge dit seizoen een steun voor den aanval zal betee- kenen. Laat ik derhalve hierop aan het eind van dit speelseizoen terugkomen. Ik breng Nic. Tienstra hier gaarne mijn hulde voor de meer dan kranige wijze, waar op hij, ondanks dat hij iederen Zondag van uit Ede moest komen, het eerste heeft bijge staan. Dat was weder eens een staaltje van volhouden en volharden. Dat niettegenstaande het minder gunstige seizoen de spelers van iederen wedstrijd ge noten hebben, stemt tot tevredenheid. Moge het zoo blijven. En beëindig ik dan mijn beschouwing over het eerste, dan wil ik dat niet doen zonder een woord omtrent Harold Oliver gesproken te hebben. Gaat het een team goed, dan is het de captain die geprezen wordt, hoort men niets en alles gaat vanzelfsprekend van „een leien dakje". Maar verliest een team, dan is de zondebokgauw gevonden en oh wee, dan vallen de slagen op het hoofd van den armen aanvoerder. Wat heeft het voor nu om nu nog te gaan uitspinnen of de aanvoerder eer der of niet had moeten changen, of zijn order of going-in wel goed geweest is, of het veld wel juist is uitgezet, enz., enz. Een captain, al is hij aanvoerder, speelt ook voor zijn pleizier en ook hij tracht het zoo goed mogelijk te doen. Natuurlijk maakte hij fouten, wie onzer doet dat niet?, maar de een is sterk hierin, een ander daarin, waar mede ik maar zeggen wil, dat een volmaakt captain nog geboren moet worden. In ieder geval zijn wij hem zeer dankbaar voor zijn ondankbare taak op een dergelijke wijze te hebben vervuld. Ga ik thans over tot het tweede elftal, toch zeker na het eerste, het voornaamste elftal uit de vereeniging, dan valt ook hier de aller slechtste positie op te merken, nummer laatst van de 7 elftallen der tweede klasse Noord. Hier wist Albion het kampioenschap te ver overen met 19 punten uit 12 wedstrijden, ter wijl A.C.C. II er 5 behaalde uit 11 matches. Eén match is niet gespeeld en wel tegen de Vleermuizen wegens gebrek aan tijd, doch waar het verschil tusschen ons en één na- laatst reeds 3 punten bedroeg, maakt de niet gespeelde match in den eindstand geen ver- AMSTELVEENSCHEWEG HOEK STADIONPLEIN RESTAURANT A LA CARTE DEN GEHEELEN DAG BILLARDZAAL - CONCERT HEINEKEN'S BIEREN A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders! - 20 -

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1931 | | pagina 20