J. L. H. SMITS C9 Café „Moderne" Ijzerwaren en Gereedschappen op elk gebied Leidscheplein 19-21, Amsterdam draad werden geblesseerde spelers overge haald hun wonden voor één Zondag te ver geten. Ik vond mijn rust 's avonds laat, doch droomde van ballen en commissies. Om half negen werd ik totaal ontijdig gewekt door het gegil van de telefoon. Slaapdronken strompelde ik uit mijn kuischen jongelings sponde en greep naar den haak. „Meneer, de groeten van Meneer, en Meneer is van de trap gevallen en kan niet mede naar Hoorn.'' Wakker was ik, klaar wakker. Het ging over voetbal, en het derde stond weer met 10 man. Ik ging op den rand van mijn bed zitten en begon te prakiseeren. Maar mijn hersens werkten nog niet. Ik begon mij te scheren. Net totaal wit, rinkelde te telefoon alweer. Iemand had ver geten, dat hij zich verloven moest, en kon niet mee met het derde. Van pure schrik stak ik (mijn scheerkwast in mijn mond en liet de karaf vallen. Eerst scheren, dacht ik, dan is dat tenminste klaar. Geen denken aan, de telefoon gierde opnieuw. „Of het eerste doorgaat?'' „Interesseert mij niet, meneer, het derde staat met 9 man." Ik begon van de telefoon te houden, en belde een verder, zoo benijdenswaardig lid van de E. C. op. Gelukkig had die een zoon, en het derde had weer 10 man. Om half elf stond ik nog in pyama, en was nog niet geschoren. Plotseling snerpte de telefoon. „Meneer, de groeten van mijn vriendje X. alsdat hij ziek is, en dat hij van den dokter niet naar Hoorn mag." „Best Meneer, dank U, dank U, het aller beste met hem, en zegt U maar, dat hij om 12 uur uit mag gaan." t Was 10.40 en 'om 11.25 vertrok ons roemruchtig Derde. Met woede greep ik de ledenlijst en begon telefoonbezitters te zoe ken. Mijn „keus" viel op een crack uit het Vijfde. „Zeg, zou je mij het genoegen, het reuze genoegen willen tdoen vandaag mee naar Hoorn te gaan. Maar dan moet je nu meteen opstappen en naar het Centraal hollen." „Best, ik ben al weg!" was het antwoord. Dat deed mij op deze „droeve" morgen goed. Per radio kreeg ik van het Centraal be richt: „Het Derde vertrekt met precies elf man." Toen begon ik aan het eerste te denken. Ik vloog naar onzen Zaandamschen mail dienst. Aldaar precies 11 man tezamen, maar dan ook precies elf. De invaller sliep nog. 't Was 'een zalig bootreisje, maar ik voelde mij niet bepaald behagelijk. „Gaat wel over," zeiden ze. Jawel, wacht maar. Wij kwamen op het Z.V.V.-veld, ik be doel modderpoel. Bij de minuut werd mijn humeur slechter, mede doordat men zich van onze tegenwoordigheid aldaar niets aantrok. De kleedkamers waren nog bezet en wij moesten een goed kwartier wachten. Maar er was heusch niemand, die zich verwaardig de iets tegen ons te zeggen. Waar is de voetbalgemoedelijkheid tegenwoordig? Twee uur. Elf A.F.C.'ers op het veld. Geen invaller, geen grensrechter. Ik, smoor verkouden ook nog, igetooid met ontzagge lijk kleurige malle kousen, een vreeselijk kleurige pull-over, een dasje en een hoed, als grensrechter op het veld. Het publiek lachte al. Ik was kokend inwendig. Waar ik liep spatte de modder omhoog, en het publiek zei nare dingen tegen mij. Er werd in het veld soms zeer ruw ge speeld en Z.V.V. viel mij op dit punt be- Warmoesstraat 42, Amsterdam C. J. DE BOER - 1.5 - A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1930 | | pagina 15