J.L. H. SMITS CQ
Café „Moderne"
Ijzerwaren en
Gereedschappen
op elk gebied
Leidscheplein 19-21, Amsterdam
klanten met dit gerecht zijn zaak „uitsmij
ten") werd naar het veld van H.R.C. gere
den. Het terrein viel niet bijster mee. Er was
nogal wat publiek, waaronder een circa 25
A. F.C.-aanhangers.
Over den wedstrijd zelf wordt elders in
dit nummer reeds geschreven, zoodat ik mij
zal bepalen tot „the evening after the after
noon before".
Terug per bus naar Alkmaar, en wij namen
den scheidsrechter mee, welke niet voor ons
was geweest. De terugtocht in het duister
werd vermakelijk. Na een 15 K.M. begon het
water in den motor hevig te koken; groote
wolken stoom vlogen er af. Wij stopten bij
een boerderij om water te vragen. Er was
niemand te zien; de chauffeur stapte naar
binnen, vulde een kom met water, maar gooide
alles er naast. De boerin kwam van de koeien
en gaf een emmertje. Wij reden weer verder.
In de bus deed het gerucht de ronde, dat het
ding wel uit elkaar kon vliegen. Spelers
onderzochten reeds of het noodluik goed
functioneerde. Na een kwartier kookte alles
opnieuw. Er werd gevraagd of de eieren nu
nog niet zacht genoeg waren. Wij stopten
wederom bij een klein landelijk kroegje. Leeg
was de bus. In dit kroegje speelden boeren
biljart met vier ballen, maar met slechts een
queue. Wij dronken slecht zwart bier voor
een kwartje. Het kostte eigenlijk 15 cent,
maar bij ons binnentreden was de prijs ver
hoogd. Zelfs plattelandslieden weten in zaken
het juiste moment aan te voelen! De chauffeur
dronk ook bier en vergat het water te halen.
Toch arriveerden wij eindelijk in de Kaas
stad, juist 1 minuut voor een trein vertrok.
Eenige onzer spelers, welke „beslist terug
moesten, zijn er in geslaagd zich in de laatste
coupé te werpen. De rest bleef kaas eten, en
de nederlaag was gelukkig vergeten. Zoo iets
is even beroerd, maar dan moet je het ver
geten, er is toch niets meer aan te veranderen.
Wij dronken thee in een gezellig cafétje, en
belegerden naderhand een mondaine dancing.
De stemming zat er in. De muziek kreeg
rondjes en bekkenslagen maakten wij onhoor
baar. Wij zongen schoone liederen en de
„Alkmaarders" vonden ze mooi. De „Alk-
maarderinnen" dansten best, en wij ook, zelfs
ons „lid met zijn been in het gips".
De tijd voor den laatsten trein brak aan en
wij moesten weg. Maar de Alkmaarsche
schoonen weten, wat een vreemdeling toe
komt. In het donker is het moeilijk den weg
weg te vinden in een vreemde stad. Zij hebben
ons weggebracht en wij zijn er innig dank
baar voor geweest. Wij hebben gelukkig alle
maal den laatsten trein gehaald, niemand
heeft hem gemist.
Het was ouderwetsch gezellig. Alleen had
het nog een overwinning moeten zijn. Maar
er komen er nog genoeg. Jongens, houdt de
gezellige stemming er in en speelt voor wat
je waard bent. Dan zullen nog vele overwin
ningen en nog vele feesten volgen.
Laten wij niet meer zingen van „la maar
waaie", maar liever van „zet 'm op".
IK.
Warmoesstraat 42, Amsterdam
C. J. DE BOER
- ii -
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!