J. L. H. SMITS Ce Café o d e r ne" Ijzerwaren en Gereedschappen op elk gebied Leidscheplein 19-21, Amsterdam loopt en dat de actieve speler steeds naar de open plaatsen trapt. Bij verre trappen moet een der passieve spelers onmiddellijk den verdedigenden half aanvallen. Dit moet ge daan worden door den speler, die het dichtst bij den half staat. De passieve speler moet niet alleen naar den bal kijken, doch meer naar de positie van het spel der tegenspelers. Ik hoop, dat onze spelers uit het boven staande nog iets kunnen leeren. Voetbal moge een spel zijn, waarbij alles op de practijk gebaseerd schijnt te zijn in dien men tijdens den wedstrijd de theorie goed voor oogen houdt en bij alles, wat men doet, even nadenkt, dan zal dit ongetwijfeld aan de resultaten van ons eerste elftal ten goede komen. W. SANDERS. IETS OVER „CAPTAINCY" BIJ VOETBALLEN. Feitelijk is het niet doenlijk om eenen vast- gestelden regel te maken, waaraan alle aan voerders zich te houden hebben. De clubs zijn zoo verschillend, dat wat aan te bevelen is voor den een, verkeerd voor een ander zou zijn; de taak b.v. van een captain van een eerste klas elftal of dien van een pas opge richte club verschilt hemelsbreed. Nemen wij een aanvoerder van een middelmatige club, dan is dit stukje meer bedoeld als vin gerwijzing voor de captains van lagere elf tallen, die, zoo dan niet alles, nog heel veel te leeren hebben en routine hebben op te doen. I Er zijn vier voorname punten, waarop een aanvoerder heeft te letten: 1. hij moet volkomen eerlijk zijn, 2. hij moet zijn spelers door en door ken nen, 3. hij moet zonder vrees doen, wat hij denkt dat goed is, en 4. hij moet niet te veel praten. Ik stel op den voorgrond, dat hij een man van karakter is, want de post van aanvoerder is niet makkelijk en hij juist moet kwaliteiten bezitten, iets waartoe ten eerste een flink karakter hoort. Want hij moet leiden en zich niet laten leiden, hij moet maken, dat zijn woord wet is. Vertrouw in jezelve, laat je niet meesleepen door de overtuiging van an deren. En bezit menschenkennis. Vermijdt alle oneerlijkheid, het is niet altijd in het belang van je eigen partij, integendeel, het tegenovergestelde is vaak het geval, maar een aanvoerder mag niet altijd het winnen op den voorgrond stellen, hij moet zich geven aan het voetbal en vaak staan veel belang rijker punten op het spel dan het winnen van een match. Iedere club wil graag winnen, maar iedere club, die een fair spel speelt, verafschuwt valsche middelen en mocht de club dan ook voor het oogenblik niet slagen, dan zal ze toch de liefde voor het ware voet balspel bij hare spelers levendig houden. Een aanvoerder moet zelfs alle schijn van oneerlijkheid vermijden, want zoo „heer, zoo knecht". Waneer de captain zelf een eerlijk spel speelt en dadelijk een eind maakt aan alle oneerlijkheden bij den een of anderen speler, dan zal het elftal zijn voorbeeld vol gen en zelf behoorlijk spelen, want indien een captain zich van oneerlijkheden bedient, dan moet hij zich niet verwonderen op een goeden dag zijne practijken uitgevoerd te zien door zijn medespelers. Zijn spelers goed kennen, precies te weten voor welke plaats ieder het best geschikt is, kan onbesproken blijven, daar de elftalcom missie zulks regelt, maar hij moet zijn spelers kennen, want de menschelijke natuur is zoo Warmoesstraat 42, Amsterdam C. J. DE BOER 11 A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1930 | | pagina 11