grondige verbetering dringend noodzakelijk.
Een behoorlijke controle bij de wedstrijden
onzer A. V. B.-elftallen, zoowel uit als thuis,
is een eerste vereischte. Welke oudere leden,
oud-spelers bij voorkeur, voelen de lust om
dit onderdeel eens voor hunne rekening te
nemen? De voetbalclubs zijn thans aange
wezen op het zelf opkweeken van reserves,
waarbij niet alleen op de voetbalcapacitei
ten, doch zeker in niet mindere mate ook op
de mentaliteit gelet moet worden. Discipline,
enthousiasme, clubliefde, al deze noodzake
lijke eischen voor toekomstig succes, zij ko
men maar niet vanzelf aangewaaid, doch de
jonge spelers moeten er wel degelijk in op
gevoed worden. W^ordt dit verwaarloosd,
dan is het einde eener club ook binnen af-
zienbaren tijd te verwachten.
Ik hoop van harte, dat deze beschouwin
gen voor vele oud-spelers, die wel de gezel
ligheid weten te apprecieeren, maar zich er
overigens naievelijk blijkbaar geen reken
schap van geven, of er voor hen niet nog
een dankbare taak is weggelegd, een aan
leiding zal wezen, om ook weer eens uit den
hoek te komen.
Geloof mij, de strijd om het bestaan is
voor onze A. F. C. zoo uiterst moeilijk. Waar
alles oogenschijnlijk goed schijnt te marchee-
ren, kunnen slechts weinigen dit beseffen.
De jaarverslagen van Secretaris en Pen
ningmeester zullen echter voor den geïnte
resseerde een duidelijke taal spreken en
daarom zal het mij een bijzonder genoegen
doen, indien in afwijking van de gewoonte,
nu eens een buitengewoon groot aantal leden
onze algemeene vergadering komt bijwonen.
Voor Bestuur en Commissies zal dit een aan
sporing wezen om het nieuwe vereenigings-
jaar met den zoo noodzakelijken frisschen
moed te beginnen.
Indien wij willen, dat onze club ook spor
tief weer de plaats zal innemen, waarop zij
uit hoofde van haar grootte, organisatie en
traditie recht heeft, dan zullen wij vóór alles
onze speciale aandacht aan onze sportieve
taak moeten wijden, en wanneer dit goed bij
onze leden, zoowel spelers als niet-spelers
doordringt, dan heeft deze beschouwing haar
doel bereikt.
I. H. GALAVAZI.
Wegen technische bezwaren kon dit
nummer niet op tijd verschijnen. RED.
A. F. C. EN HET AANWERVEN
VAN SPELERS.
Onder dit sensationeele opschrift zijn in
het officieel orgaan van de Sportvereeniging
der Nederlandsche Handel-Maatschappij
door den secretaris dezer vereeniging, den
heer Vreeken onzen lezers als N. V. B.-
scheidsrechter misschien beter bekend
eenige pamfletjes geplaatst, waarin de A.F.C.
op laag-bij-de-grondsche wijze belasterd
wordt. Nu is het onze gewoonte niet op
dergelijk geschrijf dat overigens ten op
zichte van ons gelukkig tot de zeldzaamhe
den behoort te reageeren, maar waar een
en ander misschien onder de oogen onzer
leden gekomen is en deze, onbekend met
onze houding in deze tragi-comedie, moch
ten denken: ,,Wie zwijgt, stemt toe!" kun
nen we niet nalaten ditmaal met onze ge
woonte te breken en de manieren van dezen
(PïlOii /jflfyidC
TAHTln0pn
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!