Galli riep Jaap v. Nek en mij apart: ,,lui,
we worden gewoon bezwendeld; er schijnt
een boek van 1.50 doorheen te zitten, dat
vervalscht is!"
De penningmeesters, die juist met welge
vallen het volstroomen van ,,de overdekte
gezien hadden, verbleekten.
„Jullie moetenzei Galli, „van iederen
verderen bezoeker even het kaartje vragen
en het nummer noteeren". Zoo gezegd, zoo
gedaan we verbleekten opnieuw! De
nummers klopten met het souche uit de
boeken, maarwaren van een andere
kleur!
We konden wel huilen! Eindelijk eens een
uitverkocht huis en nu werden we opgelicht
op den koop toe. En juist gingen we op weg
om den inspecteur van politie, die op het
veld aanwezig was, het geval uit te leggen,
toen we een helder moment kregen: De ver
kleurde kaartjes hadden in de voorverkoop
winkels voor de ramen in de zon gehangen
en waren verbleekt!
Toen gingen we maar naar de consump
tietent en bestelden haastiglijk een ver
mouth.
De rest van den dag brachten we aange
naam door met om en nabij de vijftig men-
schen, die zonder betalen binnen wilden
komen op oude diploma's en zoo, minzaam
terug te sturen.
Laatste bedrijf: bestuurvergadering na
het tournooi; Galli: en dank ik jullie
allemaal voor je medewerking bij het tour
nooi, waardoor A.F.C. met eere genoemd
kon worden".
Dan staat Schaf op, belt den kellner en
verzoekt hem, de heeren te vragen, wat ze
gebruiken willen. J. H. WIJNAND.
Gij, die onze club eens stichtte,
En ons lief en leed nog deelt,
Reken maar op bet're tijden
Als ons eerste zoo slecht speelt
Rakel weer het oude vuur op,
Dat ons vroeger winnen deed.
Spoor ons aan tot grootsche daden
C, (waarop ik niets passends weet
Had de A.F.C. slechts leden
Evenals gij, Groote Schaf
Eens zou dan 't succès wel komen
Pas dan wendd' 't gevaar zich af.
Even nu tot ALLE spelers!!:
Neemt notitie van deez' les
Schaf z'n voorbeeld maar steeds volgen
is de weg tot het „SUCCES".
W. STAATS.
EEN HELDENSAGE,
zooals zij in 2130 verhaald zal worden.
Het jaar 1930, dus nog in de duisterste
duisternissen der duistere Middeleeuwen;
de machtige koopstad Aemstelredam. om
ringd door moerassige weiden, waarin trots
oprijzen de sierlijke burchten der leenmannen
van den machtigsten koning der wereld:
King Soccer.
Op het hoogste topje van den vlagge-
stok van één dier burchten zit de burchtheer
in desolaten toestand, aan zijn voeten zijn
schildknaap. Beider starre blikken grazen
droef over de drassige weiden.
Plots richt de burchtheer zich op, zijn
doordringende oogen doorboren zijnen
schildknaap als stralen vuurs. Hij aarzelt
slechts kort dan grijpt hij met ijzeren
greep des schildknaaps linkeronderarm, en
kijkt met woesten blik op diens imitatie
zilveren armbandhorloge. Slap valt hij terug
en zijn lippen vormen de woorden: „Reeds
vijf en dertig jaren." De schildknaap ont
bloot stil het hoofd bij het hooren van dit
heilig getal.
Moedig vermant zich de burchtheer en
zijn mond spreekt de volgende merkwaar
dige woorden onder het plengen van een
heete traan:
„Trouwe dienaar, vijf en dertig jaren
reeds dienden wij onzen koning: snel was
mijn voet lijk een hinde en nooit faalde mijn
schot. Mijn tijd is geweest, mijn eerste grijze
haren breken door. Verkondig den volke,
dat mijn toestand kritiek is, dat ik verzuim
de tijdig een V.O.V. af te sluiten en nu alles
verwacht van de hulp der jeugd."
De schildknaap buigt geroerd en ver
trekt, boven de geoorloofde maximum-snel
heid.
Wederom bestijgt de burchtheer zijn ver-
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!