J;UUi/fov>vk.
Pieternel:
Laten we hen dat optimisme toewenschen.
Hetgeen zoo noodig is voor deze menschen;
En kracht om alle aanvallen te overwinnen
Op A.F.C.'s goeden naam. van buiten en
van binnen.
Thomasvaer:
Ben jij al bij Piet Vermeulen geweest,
Om kaarten te halen voor het feest?
Pieternel:
Feest...? Ik weet van den prins geen kwaad
Laat staan, dat de club aan t feesten gaat.
Thomasvaer:
Dus jij behoort ook al tot die groote schare.
Die geheel onkundig waren
Van de rubriek „Onze feestelijkheden" in
onze krant
Van Piet Vermeulen's zeer bekwame hand?
Het 35-jarig jubileum beroerde z'n geest.
Helaas is 't tevergeefs geweest.
Het plan voor 'n gróót feest is opgegeven,
En t is weer bij een kleintje gebleven.
17 Januari gaan we eerst dineeren.
De regeerende „jeugd" met de oudere
Heeren.
Aan die tafel zullen de vreugdezangen
klinken
En zullen we op A.F.C.'s toekomst drinken.
Pieternel:
Ja, daar zullen de gemoederen van
A.F.C.-liefde overloopen
Maar voor den volgenden dag zal ik wat
aspirine voor je koopen.
Thomasvaer:
Dank je schat. En op den lSen in Bellevue,
Eerst cabaret en daarna Bal-nu.
Pieternel:
Zeg, maar dan ga ik vast niet mee
Bal-nu, en dat bij A.F.C.
Thomasvaer:
O hemel, ik heb me zwaar vergist.
Bal-nuit meen ik, 't was eruit voor 'k 't wist.
Dan viert de club feest op haar manier
Ter eere van onze rood-zwarte banier.
Dan zie je Schaf, v. Ooy, Kohier, Bosch, en
Weet je waar ik mee bezig ben?
Van Seventer te krijgen op het diner
Want in z'n hart leeft hij nog altijd mee.
Die ouderen kunnen wij het niet buiten
stellen,
Ze kunnen de jongeren nog zooveel vertellen,
Van liefde voor de A.F.C., van werken.
van vechten,
Van betere tijden, maar ook van de slechte.
Pieternel:
De jubilea zijn anders niet van de baan.
Zijn de A. V. B. en N. V. B. ook niet aan
t jubelen gegaan?
Thomasvaer:
Ja zeker, de N.V.B. is in 't bijzonder
gefêteerd
En is zelfs met 't praedicaat „Koninklijk"
vereerd.
Als hij nu ook maar koninklijke dingen doet
En de oudere clubs voor ondergang behoedt.
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!