T^£^ui/^uyltiL
vervangen door:
,.de speler van het speelveld gezonden
kan worden en zijn diensten daardoor
tijdelijk voor zijn partij verloren gaan".
Op bladz. 30 wordt aan kolom f toege
voegd:
„Een speler, die van het speelveld is ge
zonden, moet, alvorens hij weder in het
speelveld komt, den scheidsrechter ge
durende een tijdelijke staking van het
spel verzoeken om zijn schoenen te con
troleeren".
Regel 17. Op bladz. 37 kolom b, 3e regel
v. o., wordt achter „moeten" toegevoegd:
„binnen het speelveld, doch"
Op bladz. 38 kolom b, le en 2e regel r. b.,
worden de woorden „mag niet voor zijn doel
lijn komen" vervangen door:
„moet op zijn doellijn staan tot de bal
is getrapt".
Op bladz. 37 kolom d wordt de laatste
alinea vervangen door:
..De doelverdediger mag op een wille
keurig punt van zijn doellijn staan, doch
hij mag, nadat hij zich heeft opgesteld,
zijn voeten niet verplaatsen voordat de
strafschop is genomen. Indien hij dit
doet en de strafschop wordt gemist,
moet de scheidsrechter de schop laten
overnemen".
Op bladz. 37 kolom f worden in de laatste
alinea de woorden
„Een speler mag niet"
vervangen door:
„De doelverdediger mag zich niet ver
plaatsen en de overige spelers mogen
niet"
WAT IEDER A.F.C.-ER BEHOORT TE
WETEN.
De Amsterdamsche Voetbalbond jubileert!
Het is in dit seizoen 35 jaar geleden, dat de
toenmalige voetbalclubs in Amsterdam ertoe
overgingen onder den naam van Amstels
Voetbal Belang den grondslag tot den A.V.B.
te leggen en waar de opmerkzame lezer-
A.F.C.-lid er onmiddellijk aan zal denken,
dat ook wij in dit seizoen ons 35-jarig
jubileum vieren, zal het hem duidelijk wezen,
dat wij van het begin van den A.V.B. af
aan lid van deze organisatie geweest zijn. En
thans zijn wij, van al de vereenigingen uit
die jaren, de eenige, welke zich als voetbal
club gehandhaafd heeft. Het moge dan helaas
een feit wezen, dat onze prestaties op het
groene veld van vrij bescheiden qualiteit
tegenwoordig zijn, niet minder waar is het
echter, dat onze vereeniging er nog altijd mag
wezen en voorzeker nog een belangrijke
plaats in het Amsterdamsche voetbal inneemt.
Het ligt niet in mijn bedoeling om hier een
overzicht te geven van den ontwikkelings
gang van den A.V.B. Ik wil ermee volstaan
de cijfers aan te halen, welke bij de hul
diging van het A.V.B.-bestuur genoemd zijn
en welke een beeld geven van de enorme
verbreiding van ons voetbalspel gedurende de
laatste tientallen jaren, n.l. dat de A.V.B.
thans 9000 leden, verdeeld over 140 vereeni
gingen, telt, terwijl door 400 elftallen aan de
competities wordt deelgenomen. In dit cijfer
van 9000 zijn natuurlijk de leden der N.V.B.-
clubs inbegrepen.
Ik herinner mij nog levendig, dat ik nu een
goede 20 jaar geleden met A.F.C. 7 mijn
eersten competitiestrijd voor A.F.C. tegen
Sparta 2 (thans Spartaan) in den Polder
speelde. In dit elftal speelden tevens „aus-
gerechnet" onze vice-voorzitter en zijn broer
Con^nt,Nqp^.
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!