RE O
hoede van ons leger, bestaande uit Van
Arem, Theo Vollbracht, Kees van der Bildt,
Piet Wessel en Wijnand, kletsnat doch zeer
welgemoed wanhopige pogingen in het werk
stelden om een ingang te vinden.
Dit mislukte geheel, doch Piet Wessel, die
een soort van hunnebed ontdekte en daar
mede Theo Vollbracht bijna een zeer ontij-
digen dood liet sterven, meende, dat de
dag toch nog niet geheel verloren was, gezien
zijn aanwinsten voor zijn natuurkundig mu
seum.
Toen het geheele veteranen-negental bij
elkaar was, begonnen we gelijk te brullen, tot
eindelijk een terreinknecht ontwaakte en ons
binnenliet.
Dick Bessem beende onmiddellijk naar de
theetent en beet den onthutsten eigenaar toe:
„Spiegeleieren mt ham eni gebakken aardap
pelen, maar een beetje gauw". Hierop ver
dwenen we in de kleedkamer en voelden ons
als de bemanning van Nobile.
Tegen half een kwamen er drie Robur-lui
het veld opwandelen, die buitengewoon
verbaasd waren, dat er gespeeld zou worden.
Een der heeren, die in het bezit was
van een auto beloofde ons, eenig Robur-
veteranen uit hun respectievelijke hangmat
ten te sleuren en ze naar het veld te jagen.
Inmiddels was Willy de Jong gearriveerd,
die, na bij den Duitschen Keizer ontbeten te
hebben, met z'n wagen dwars over de Veluwe
was komen hobbelen, om ons bij te staan. Hij
wilde wel spelen, maar bedong de voor
waarde, dat hij zijn hoed zou mogen ophou
den. Hetgeen hem zeer genadiglijk werd toe
gestaan.
Even later kwam het volgende stelletje
A.F.C.-veteranen het veld oprennen:
Niet één
Amerikaansche wagen heeft een
langeren levensduur dan de
Niet één II
Bezoekt onze nieuwe Showrooms:
GEBOUW „ATLANTA"
STADHOUDERSKADE 6-12
Piet Wessel dH. v. Arem (a), Back
en Wijnand (m), v. d. Bilt, Willy de Jongh,
de Ruyter, Dick Bessem en Theo Voll
bracht (v).
Uit deze opstelling alleen al ziet u, hoe ge
raffineerd geniaal onze veteranen zijn: alles
werd geconcentreerd op den aanval. Gedach
tig aan het onsterfelijke devies van ons eeste
elftal: Aanvallen is de beste wijze van ver
dediging.
We begonnen zonder scheidsrechter. In-
plaats daarvan had Thomas Tacke, die lekker
ingestopt op de tribune zat, medegedeeld, dat
hij bij een overtreding wel op z'n vingers zou
fluiten. Dit systeem bleek voortreffelijk te vol
doen, hoewel op sommige momenten niemand
het fluitsignaal begreep, waaraan beiden elf
tallen naar de „grand stand" renden, om daar
te vernemen, wat er eigenlijk gaande was.
Hoe wij vochten als leeuwen, het gaf niets.
De pillen van Dick Bessem plachten ongeveer
bij de „Echo-put" te belanden; de passes van
Wijnand bij de tegenpartij. Doch het aller
ergste was onze keeper. Dat hij niet keepen
kon, wisten we en werd hem gansch niet
kwalijk genomen. Doch het niet-om-aan-te-
hooren onmuzikale gegrinnik, dat hij uit-
blaatte, wanneer hij weer eens een houdbaren
bal liet loopen, was ontmoedigend voor onze
beestachtig hardwerkende ploeg. We verlo
ren met 41.
Terwijl wij ons aankleedden en/ naar de tri
bune strompelden, om ons wel zeer verdiende
kopje thee te gaan slurpen, verscheen ons
eerste, dat nu ook niet direct met een alle-
daagsche opstelling verscheen.
Men oordeele:
Haaxman (d), Tacke en Neseberend (a),
Neseker en Dijkhuis, Tienstra (m), en Voll
bracht, E. Rood, Nieuwenhuyzen, Meijer,
Köhlmann (v).
Heel veel had deze combinatie niet te ver
tellen tegen het volledige Robur-elftal. In
beide helften maakten de gastheeren 2 goals
en daar onze representanten kans zagen,
de gemakkelijkste kansen te missen (Dick, als
wij die kansen in den voorgaanden wedstrijd
eens gehad hadden, de keeper lag nog in t
ziekenhuis!), verloren we goed uitgerekend
met 40.
Het bleef inmiddels doorregenen met een
volharding, een betere zaak waardig. Nat,
koud en opgewekt stortten we ons in een
speciaal gerequireerde bus, die ons een kwar
tier later loste in Hotel Verburgt.
Reeds parelden daar diversen vaderland-
sche dranken in slanke glazen; reeds spiraalde
genoeglijk de sigarettenrook. We hebben het
daar dan ook lang uitgehouden, zonder dat
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
- 6 -