'°N^rZ;ru&-
schrijven: „De Bitter was geurig, het menu
keurig, we hebben heerlijk gesmuld en er is
niet te veel gesproken."
Maar er wordt meer van mij verwacht.
Welaan dan, laat ik mij er juist van ont
houden U door opsomming van al het mate
rieel genotene te doen watertanden, en mij er
toe bepalen, de Directie van Huize Zomerdijk
Bussink mijn welgemeend compliment te
maken en hartelijken dank te brengen, voor
het in 1 woord schitterend diner, de correcte
ontvangst en voorbeeldige service. Het was
alles af.
Om dan over te gaan naar, wat voor mij
bij deze jaarlijks terugkeerende reünie hoofd
zaak is, het feit namelijk hoe hier ieder jaar
weer gedemonstreerd wordt, dat een goede
kern van ouderen, van menschen, die met
onze vereeniging zijn opgegroeid en er zich
mede één gevoelen, even veel belang heeft
voor die vereeniging als een kern van ver
dienstelijke spelers. Den jongeren, en vooral
onzen zoo licht op de teenen getrapten Eerste
Elftallers, klinkt dit misschien zonderling in
de ooren, wellicht zullen sommigen mede
lijdend de schouders ophalen. En toch, zeer
geachte jongelieden, het is waar, volkomen
waar. Zonder die ouderen, die steeds maar
weer bereid gevonden werden zich allerlei
opofferingen, heusch niet alleen geldelijken,
maar niet minder van kostbaren tijd, werk
lust en energie te getroosten, had de A.F.C.
allang het tijdelijke gezegend, was er van een
34sten verjaardag, met een 35sten in het
zicht geen sprake geweest.
Laat mij hier geen namen noemen. Die
menschen, die het wel en wee van onze club
zoo ter harte gaat, verwachten geen publieke
opsomming hunner daden, geen naar voren
brengen van hun persoon, doch vinden hun
bevrediging in het resultaat van hun werken.
U vindt wel goed, dat ik na deze kleine af-
en uitwijding weer tot mijn oorspronkelijk
thema terugkeer.
Het was dan inderdaad in het Paviljoen
Vondelpark, (s.v.p. niet te verwarren met de
in A.F.C.-kringen beruchte inrichting aan de
overzijde van het IJ) uitermate genoegelijk
en gezellig. Een geanimeerd bitteruurtje in de
intieme sfeer van de „hall", (dit gaarne met
twee ellen, zetter, dat staat gekleeder) het
exquise diner, de feestelijke entourage,
kortom alles heeft bijgedragen om de stem
ming aan tafel te verhoogen.
Het ligt niet in mijn bedoeling U te ver
velen met een opsomming van alles, wat er
dien avond is gesproken. Laat mij slechts
memoreeren, de ware, schoon als gewoonlijk
lichtlijk sombere woorden van onzen ge-
achten Voorzitter, met zijn steeds sterker ge
prononceerde Germaansche accenten, de
meer optimistisch getinte oratie van onzen
grooten Ten Houten de vriendschappelijke
speech van den Directeur, Jan v. d. Berg, die
hier niet qualitatie que, doch als A.F.C.-
vriend tegenwoordig was, en last not least,
de bij uitstek geestige speech van den slan
ken jongeling, Willy Brusse.
Beste Willy, er zijn twee dingen, die mij
spijten. Ten eerste, dat er niet meer eerste-
elftallers aanwezig waren. (Het gros was
n.L, zooals te doen gebruikelijk schijnt te zijn,
zonder kennisgeving weggebleven.) En daar
om is het jammer, dat niemand je woorden
stenografisch heeft opgenomen, om ze hier,
en dat waren ze ten volle waard, in de
Schakel te vereeuwigen.
En dan ten slot van dit betoog nog een
zeer belangrijke gebeurtenis aan dezen feest-
disch. En wel het blijk, dat hier voor de
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!