WAT IEDER A.F.C.'ER BEHOORT TE WETEN. De weers- of liever de terreinomstandig heden zijn oorzaak gev/eest, dat zich op voet- balgebied in de eerste maand van 1929 weinig belangrijks heeft afgespeeld. Toch wil ik niet nalaten erop te wijzen, dat de min of meer onverwachte overwinningen van ,,Hol- landia" en Z.V.V. resp. op Alcmaria Victrix en W.F.C. ons leelijk in de perikelen hadden kunnen brengen, wanneer ons eerste elftal niet zijn plicht had gedaan en Helder eronder gehouden had. Hiermede is ten duidelijkste gedemonstreerd, dat het gevaar voordurend blijft dreigen en slechts overwinningen zouden ons definitief in veiligheid kunnen brengen. Alhoewel oogenschijnlijk Helder de kleinste kans heeft, nog aan den dans te ont springen, heeft onze bekerwedstrijd tegen den 2den klasser (A.V.B. wel te verstaan) A.V.V. ons doen zien aan welke verrassingen wij bloot staan, zoodat het lang niet onmoge lijk schijnt, dat wij onzen voorsprong op Helder 2 wedstrijden minder gespeeld tenslotte toch nog inboeten. Zooals men zich zal herinneren, heeft het Bestuur onze eerste en tweede elftallers uit- genoodigd, hun meening over eventueele voortzetting der training op Woensdagavond kenbaar te maken. Alleen Brusse, Meyer en Nieuwenhuys meenden, dat de oefenavonden in het belang der vereeniging waren en zeg den toe, geregeld te komen. Verder kwamen geen adhaesiebetuigingen in, zoodat het Be stuur uit het stilzwijgen de conclusie moest trekken en heeft getrokken, dat men er niets voor voelt, en dus van verdere hulp van Mr. Bollington heeft afgezien. Den beschamenden uitslag van onzen bekerwedstrijd zouden wij overigens wel stil zwijgend voorbij willen gaan, ware het niet, dat wij dan A.V.V. te kort zouden doen. Dit jeugdig elftal verdient een bijzonder woord van lof voor zijn enthousiast, maar tevens uitstekend, spel. Zij wisten zich veel beter aan de moeilijkheden van het bevroren ter rein aan te passen. Dat zij, toen A.F.C. in de laatste minuten gelijk maakte, en dus de kans op de volgende ronde voor A.V.V. practisch verkeken was, toch nog het winnende punt maakten, pleit voor hun volharding en wil om te v/innen, zonder welke men nu eenmaal geen wedstrijden wint. Wanneer ons eerste elftal de les ter harte neemt, dan heeft ook deze smadelijke neder laag ten slotte nog haar lichtzijde. Ik hoop van harte, dat de volgende wedstrijden hier van het bewijs zullen leveren en de plaats in de 2de klasse zoo spoedig mogelijk voor de toekomst verzekerd wordt. Aan onzen verjaringsmaaltijd bracht ik reeds de vraag ter sprake, waaraan toch het falen van ons eerste elftal in dit seizoen te wijten mocht wezen. Het verlies van Knopper alleen kan daarvan niet de uitsluitende oor zaak zijn. Blijkbaar werken daarbij verschil lende oorzaken, welke niet door het omzetten van het elftal, of iets dergelijks, op te heffen zijn. Het zal de taak van het Bestuur, de Elftalcommissie, ja eigenlijk van iederen A.F.C.'er om aan dit vraagstuk in de eerste plaats serieus aandacht te wijden. 18 Januari 1930 vieren wij ons 7de Lustrum en dan moet ons eerste elftal een andere positie innemen als nu! Het thans begonnen jaar 1929 moet in het teeken van dit streven staan en ik hoop dat iedereen daartoe zal medewerken. I. H. GALAVAZI. EEN NIEUWE BEKER. Het doet goed, om dit seizoen, waarin het heusch geen pretje is om bestuurslid te zijn, plotseling een bewijs van medeleven te krijgen. Onderstaande A.F.C.-enthousiasten schon ken ons een keurigen beker, bestemd als prijs bij het AROL-Tournooi. Van harte zijn we den gevers dankbaar voor het schitterende geschenk, waaruit blijkt, dat ook in een periode, waarin het tegenloopt, velen met good old A.F.C. medeleven. Thans de namen van de gevers: J. G. Börnemann, E. van Cleef, Jac. Koop man, J. P. Groeneveld. Jan ten Houten, Hans Huurnink, Immig, B. A. Iserief, M. Joosten, Jac. van Ooij, W. van Os, W. Raamsdonck, P. A. Selles, H. Tienstra, Han de Windt. 1895—1929. Daar tengevolge van ijsvermaak en andere wintergenoegens het onzen geachten Hoofd-redacteur aan voldoende stof voor dit Schakel-nummer schijnt te ontbreken, ver zoekt hij mij een vooral uitgebreide bijdrage te willen leveren, en gaf me dit keer als on derwerp voor mijn opstel ,,Het A.F.C.- diner" op. Indien ik dus noodgedwongen wat lang dradig zal zijn, hoop ik, dat U me dit niet ten kwade zult duiden. U zult toch niet wil len, dat mijn baas me voor den volgenden keer strafwerk opgeeft. Anders, hoe heerlijk kort had ik kunnen zijn. Hoe had ik kunnen volstaan, met te A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders! - 2 -

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1929 | | pagina 2