zin en hun bijna volkomen afwezigheid op onze trainingsavonden terwijl dit toch zoo broodnoodig is hebben mij tot deze over tuiging gebracht en ik behoef wel niet te zeggen, hoe diep mij het grieft, een dergelijke conclusie hier te moeten neerschrijven. Onze A.F.C. verkeert als vereeniging in een bloeitijdperk, zooals wij sinds lang niet gekend hebben, en nu dreigt ons eerste elftal al het werk, dat noodig is geweest om weer zoo ver te komen, met één slag en onherstel baar verloren te doen gaan. Nog is het echter niet te laat en voor de zooveelste maal doe ik een beroep op onze eerste-elftallers om den ernst van den toestand toch vooral onder de oogen te zien. wat eraan mankeert, n.l. uithoudingsvermogen, het eerste vereischte, om voor de overwinning met inspanning van alle krachten te kunnen vechten. En het is niet alleen een overwinning, waarvoor gij strijdt, neen, het is het bestaan der A.F.C., hetwelk van U afhangt! Het Bestuur wil de eerste-elftallers nog eens in de gelegenheid stellen een klein bewijs van hun clubliefde te geven. Wij meenden indertijd niet verantwoord te zijn, indien wij den spelers geen gelegenheid gaven, minstens éénmaal per week onder deskundige leiding te oefenen. Men heeft hiervan slechts weinig geprofiteerd. Welaan, het Bestuur heeft thans besloten in Januari met deze trainingsavonden, welke veel geld kosten, op te houden, tenzij een voldoende aantal eerste-elftallers schriftelijk aan het bestuur verzoekt er nog mede door te gaan en belooft, dan ook te komen. Wij zullen thans eens afwachten wie het A.F.C.-hart op de rechte plaats heeft. Antwoorden worden vóór 1 Januari a.s. bij het Bestuur ingewacht. Ook op de meening van onze 2de en 3de en tailers zal veel prijs worden gesteld. Binnen enkele dagen wordt het Nieuwe Jaar ingeluid. Zorgt er toch voor, dat 1929 voor A.F.C. geen rampjaar wordt, doch be gint hetzelve met het vaste voornemen, alles ta doen om ons eerste elftal in de 2de klasse te handhaven. Ik hoop, dat deze oproep nu eens niet tevergeefsch zal zijn! Thans over iets anders! In de Sportkroniek van 13 December wordt onder ..Schuchter en Nuchter'' den vereeniginigen verweten, dat recht voor velen niets anders is, dan de geschreven letter der reglementen. Ik geloof wel, dat dit verwijt voor vele gevallen hec! juist is, doch aan de andere zijde stuurt de N.V.B. de vereenigingen ook dikwijls onder verwijzing naar zijn reglementen met een kluitje in het riet. Zoo werd de N.V.B. door ons er b.v. op gewezen, dat wij het onrecht vaardig vonden, dat in den wedstrijd Ajax II A.F.C. II, welke op instigatie van Ajax wederom werd ingelascht door Ajax J. de Natris in het elftal werd opgenomen. Aan genomen dat de E.C. van Ajax op oefeningen e.d. nog niet de gelegenheid had gehad, om de bewering van velen, dat De Natris nog altijd van internationale klasse zou zijn, aan de practijk te toetsen, zoo wil het ons toch voorkomen, dat men deze proefneming beter in een friendly game had kunnen nemen. Nu werd A.F.C. opzettelijk het slachtoffer De Natris bleek inderdaad nog de oude te zijn en scoorde 3 goals want ieder zal het met mij eens zijn, dat wel geen ander reserve elftal het genoegen zal hebben, den „inter nationaal" tegen zich te zien uitkomen, het geen in den stand der competitie tot een onzuiver resultaat moet voeren. Nu weten wij wel, dat de grenslijn moeilijk te trekken is, doch gezien de tip van Ajax aan het Bondsbestuur en de buitengewone klasse van den betrokken speler, die misschien de beste '1 voetballer in Nederland is, hadden wij van den Bond werkelijk een andere houding verwacht dan de eenvoudige verwijzing naar het reglement. Overigens kan men van „sportieve" opvattingen ook wel eens de dupe worden. Ook dit hebben wij aan den lijve gevoeld. In den wedstrijd A.F.C.W.F.C. speelde de W.F.C.keeper een eigenaardig spelletje. Nadat de scheidsrechter hem hiervoor reeds een waarschuwing gegeven had, zou men gemeend hebben, dat deze keeper, toen hij later nog eens zijn vuist opzettelijk op het gezicht van onzen captain deed neerkomen, onverbiddelijk uit het veld gestuurd zou worden. Prof. Snapper meende echter, dat het uit het veld sturen van een keeper niet sportief is, en liet hem daarom rustig blijven. Inderdaad zou W.F.C. met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid den achter stand niet meer hebben kunnen inhalen en 'een draw forceeren, indien zij het zonder keeper had moeten stellen, doch des profes sors opvatting schijnt ons aanvechtbaar en zeker niet sportief tegenover de tegenpartij. Onze meening werd, eigenaardig genoeg, een week later door de feiten bevestigd, toen Mr. Van Bisselick in den wedstrijd van Blauw- Wit tegen Z.F.C. den keeper van Z.F.C. voor een dergelijk vergrijp naar de kleed kamer verwees en daardoor practised zeker 9 - A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1928 | | pagina 9