P i e t e r n e 1
Nou, dat vind ik ontzettend fijn,
Wat zal Gerrit in z'n nopjes zijn.
Zijn werken wordt dan mooi bekroond,
Z'n enthousiasme schitterend beloond.
Weet je wat wij doen moesten Thomasvaer,
Als de jongens 't werkelijk spelen klaar.
Dan krijgen als belooning die kleine heldjes
Van ons zilveren kampioenenspeldjes.
Thomasvaer:
Dat is nu eens een prachtidee
En daaraan doe ik zeker mee.
Twaalf speldjes, hè?
P i e t e r n e 1
Dat spreekt vanzelf
Voor Papa en z'n dapp're elf
Het huwelijk van Gerrit is anders wel een zegen,
Want heeft hij dit jaar niet een elftal bijgekregen?
Thomasvaer:
Ja maar, met z'n babies gaat 't niet te best,
Ze schijnen ondervoed, en staan nu nummer lest.
Een beetje H. O., dan zal ook dit wel lukken;
Hij zal dan van z'n werk, ook hier de vruchten plukken.
Pieternel:
Als je zoo over die elftallen bent aan 't redeneeren,
pan kom je vanzelf aan de Heeren,
Die daarover iets hebben te vertellen
En al de ploegen samenstellen.
Thomasvaer:
Die kan ik steeds nog maar niet benijden.
Zij hebben 't meest van kankeren te lijden.
Ik wensch dat die ontevreden Heeren
Hun werk eens wat meer zullen apprecieeren.
Betoont hun steeds Uw dankbaarheid
Voor 't geven van hun vrijen tijd.
P i e t e r n e 1
Dan is er nog de Commissie van Fred,
Die hadden dit jaar ook weer veel aan hun pet.
Thomasvaer:
Maar met een tachtigtal nieuwe leden
Zijn we ook 't komend jaar best tevreden.
Ik hoop dat zij hun werk met pleizier blijven verrichten,
Dan zullen ze alle A.F.C.-ers aan zich verplichten.
P i e t e r n e 1
Voor het Bestuur is het ook een slechte tijd,
Want zij dragen toch de verantwoordelijkheid.
'i
5
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!