deling over het knollenland, den gelijkmaker
in het net deponeert. Tot de rust moesten wij
de verwoede aanvallen afslaan van de, soms
uit 8 man, bestaande voorhoede van K.F.C.
Onze hoop was gevestigd op een gelijk
spel met rust en dan ja dan gingen „ze"
er dik in.
Nieuwenhuis, onze middenvoor, zorgde
voor eenige opluchting, door fanatiek door
zetten en met harde trappen onze vleugels in
beweging te houden.
Zelfs brachten wij het tot eenige corners,
doch deze waren al even onproductief, als de
verschillende tegen ons genomen.
Als hemelsche muziek snerpte het goed-
bespeelde fluitje voor rusten.
En het is eigenaardig, maar niemand had
de overtuiging, dat we gingen winnen, al
waren de beste troeven voor ons.
Toen, op dien somberen 18en Novem
ber, toen kwamen we tegen K. F. C. II iets
mysterieus te spelen.
Bijna alles op het veld veranderde.
Na eenige minuten spelen is er corner op
ons doel. De bal komt op 10 meter van het
doel op het hoofd van den spil van K.F.C. en
als door een wonder zweeft de bal over den
verbaasden „Swijg" in ons doel; een pracht-
kopbal tegen een verkeerd opgestelden
keeper.
„Verwoede aanvallen" schijnen de onzen
niet meer te kunnen, dan bij name, want al
hoewel Nieuwenhuis, Meyer en Back ook
ploeteren, gevaarlijk voor het doel komen
zij niet. Onze tegenpartij kreeg den smaak
beet en als hadden ze geen middenlinie en
backs tegen zich, zoo sneden ze door de ver
dediging heen.
Als de K.F.C. linksbinnen een laag schot
inzendt, verdwijnt de bal op onverklaarbare
wijze door een kreukel des keepers corpus en
staan we, met wind mee 31 achter.
Nu moedigt het Koogsche publiek de spe
lers aan, echter schijnen we ons te mogen
verheugen in de sympathie van enkele Koog
sche snaken, althans hooren we op sommige
plekken „Hop A.F.C.!" kreunen.
Aangezien onze supportersclub dezen dag
uit 4 leden bestond, t.w. de dames Agnes
Prent en mevr. Reeker en de heeren Bessem
en Reeker, konden wij ons niet voorstellen,
dat dit gemengd kwartet zulk een geluid
produceerde.
Onze gastheeren vinden het nog niet ge
noeg en als de rechtsbuiten naar binnen
zwenkt en niemand er op rekent, volgt er
zoo n flinke knal, dat het net nog eenigen tijd
natrilt. Wel kwam toen even de vechtlust in
ons boven, doch slechts één doelpunt was het
resultaat, waardoor we een nederlaag te slik
ken kregen met een allervervelendst bij
smaakje. Een feit is, dat K.F.C. de overwin
ning verdiende.
Wij waren na de rust niet opgewassen
tegen zulk geestdriftig en stevig spel, waar
schijnlijk reeds vermoeid door het eerste ge
deelte van den strijd. Onze captain was na
den stand 21 eenigen tijd z'n zelfvertrou
wen kwijt, waarbij Neseberend liet zien, dat
hij een klasje beter speelde, dan de overigen.
Ook Nieuwenhuis en Reyenga speelden
moedig door, maar het wou niet meer.
Onze keeper heeft menigen raren bal ge
stopt, waardoor we zijn foutjes maar zullen
vergeten. Een woord van dank aan den cap
tain van A.F.C. IV, welke als 'n hinde langs
de lijn huppelde.
Scheidsrechter Leguit heeft keurig geleid,
al heeft hij een doelpunt toegekend, „niet ge
heel van smetten vrij"
Maar nu gaan we eens vlug een wedstrijd
winnen, anders gaat de moed er uit.
Dat hoort U dan nog wel.
LEJO.
IN EN OM DEN A.V.B.
A.F.C. VIVolewijkers III 22.
In een gedeeltelijke cycloon, vergezeld
gaande van hevige slagregens en wolkbreu
ken, bond ons zesde den 4den November
versterkt met eenige disponibele juniores, den
strijd aan tegen No. 1 van haar afdeeling.
Het terrein, het z.g. Eilers-veld, verkeerde
in een buitengewoon goede conditie, maar
was natuurlijk zeer glad, evenals de bal.
Het spel gaat vrijwel gelijk op en onze
voorhoede weet het eerst het Volewijkers-
net te vinden, zoodat wij, dank zij ongekend
enthousiasme, met 10 voorstaan.
De vreugde duurt echter niet lang, want
eenige minuten later weet de Volewijkers-
linksbinnen Capt. Dorlas te verschalken.
(En dat gaat nog zoo gemakkelijk niet!)
Na eenige schermutselingen in het mid
denveld komt het zesde opzetten en het ziet
er werkelijk naar uit, dat het zijn voorsprong
gaat hernemen. Temeer daar wij een penalty
toegewezen krijgen. Capt. Dorlas begaat
echter de fout voor het nemen hiervan den
spil aan te wijzen, en zonder ook maar iets
van diens prestaties af te doen, is hij toch
niet de aangewezen man voor een dergelijk
zenuwsloopend werk.
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
10 -