J. L. H. SMITS Co.
m H. REPKO
Ijzerwaren en
Gereedschappen
op elk gebied
DE A.F.C. BOTTERTOCHT 1928.
Dat was geen tocht, dat was een zegen
Dit wondere Olympisch jaar,
Geen storm, geen mist, geen spatje regen,
Het zonnetje scheen warm en klaar.
Het was werkelijk de dag der dagen,
Een dag vol zeil- en zonnevreugd.
Waarvan nog jaren zal gewagen
A.F.C.'s bekende „dorre" jeugd.
Het was Zaterdagsavonds bij van Alen
Al een nerveus en druk gedoe
De een moest nog tabak gaan halen,
De ander smoezen gaan met Moe.
Een derde moest een wekker beren,
Zoo een met repeteergeluid,
Want we moesten vroeg reeds uit de veeren,
Half acht present zijn aan de schuit.
Ik had zoo'n apparaat niet noodig,
Want God schonk mij een slaapgenoot,
Die maakte een wekker overbodig
En snurkte als een tafelpoot.
En toen hij eindelijk ging staken
(Niet wegens overgeld-gekijf
Begon de dag juist te ontwaken
En sloeg het buiten klokke vijf.
We zijn er toen maar uitgekropen
Want vroeg is beter dan te laat,
En daar het te vroeg was om te loopen,
Taxieden we weldra over straat.
Daar richtten we de eerste uren
In vele huizen onheil aan,
De praeses lag nog in de luren
En liet ons kalm een uurtje staan.
Ook hoffiePiet was nog niet strijdvaardig
En stortte zich juist op 't ontbijt
Opdat hij toch maar fit en vaardig
De leiding kon nemen in den strijd.
Zoo kwam 't dat juist 30 voor achten
We ons presenteerden aan de schuit,
Waar ons reeds tal van krijgers wachtten.
Nu, die verwelkomden ons luid!
Want wij bezaten dierbre zaken
Het bekende Buisman's zeebanket,
Dat geeft een prachtdorst in je kaken
En is altijd even malsch en vet.
Voorts de P.H. en wie wil weten,
Wat dat nu weer is voor een gein,
Hij vrage het Schaf, die onbestreden
Zal zeggen P.H. is Piet Hein.
De aanvang was niet zeer voorspoedig
Want de motor gaf het aanstonds op
En met een slappe labberkoelte
Dreven we Schellingwouwaarts op.
Er waren tal van oude klanten,
Als Schaf en Arie en Symen Wit,
Doch ook eenige nieuwgebakken kwanten,
Zooals Theo Hutter en vriend Spits,
Die zich bij 't bier best amuseerden
En weldra kreunden van de gein
Vooral toen we een schip passeerden
Met den gepasten naam Piet Hein.
In d'Oranjesluizen moest worden geschut
Met tal van andere schuiten,
Daar hebben de 2 Voorzitters zoo van 't
lachen geschud
Dat ze huilden tranen met tuiten.
Het scheen dat vriend Nol in zijn on
schuld gewis
Zijn biertje bemoedigend toesprak,
Warmoesstraat 42 - Amsterdam
in Borsalino- en Wardhoeden
Kijkt naar Uw Hoed.
Ieder ander doet het.
Reguliersbreestraaf 24
- 9 -