Verleden jaar verloor ons elftal van
Leonidas met 60. Thans zouden we beter
oppassen. Onze junioren pakten flink aan.
Na acht minuten kreeg onze linksbinnen den
bal op een twintig meter afstand van het
Leonidas-doel voor zijn voeten en doelpuntte
onhoudbaar. De vreugde ir het A.F.C.-kamp
was onbeschrijfelijk. Maar het was van kor
ten duur. Een misverstand in de A.F.C.-
achterhoede was ons noodlottig. De midvoor
van Leonidas profiteerde hiervan, en schoot
onhoudbaar in. Dit was het begin van de
pech. Hierna was het rusten. Wij spoorden
onze junioren nog eens flink aan hun best te
doen.
Na de rust kreeg onze keeper een paar
harde schoten in den hoek te verwerken, wat
hij kranig deed. Een heer, naast mij, merkte
even op, dat zoo n keeper wel in een eerste
klas wedstrijd in doel kon staan.
De tijd verstreek. Nog een paar minuten
en het was tijd. De stand was 11.
Nu kwamen de gedachten van verleden
jaar weer boven. Penalties nemen Iedere
partij drie stuks. Wie er het meest in schoot
was winnaar. A.F.C. begon te schieten. De
l e bal keihard tegen de lat. De tweede er ver
over. De derde was een doelpunt. Een schrale
troost. Nu moest Leonidas nemen. Twee
felle schoten, onhoudbaar voor onzen keeper,
vlogen in ons doel. Hiermede plaatste Leoni
das zich in de volgende ronde.
Nu moesten onze jongens de verliezers
ronde spelen tegen Haarlem, winnaar van
het tournooi verleden jaar in Haarlem.
In dezen wedstrijd hadden onze junioren
alweer met pech te kampen. Zij speelden
veel beter dan Haarlem. En net zooals het
altijd gaat, een doorbraak van de tegenpartij
en A.F.C. verloor dezen wedstrijd geheel
onverdiend. Nu waren wij geheel uitgescha
keld. Maar zooals ieder A.F.C.-er betaamt,
het leed was al gauw vergeten.
Om kwart voor vijf werd de terugtocht
naar A'dam ondernomen. Mijnheer G.
Scheepens, die natuurlijk ook aanwezig was,
huurde een groote auto, die ons naar den
trein bracht.
Aangezien de derde klasse vol was,
mochten wij le en 2e klas reizen. Wat de
stemming onder de junioren betrof, konden
wij niet bemerken dat ze tweemaal verloren
hadden.
In Amsterdam aangekomen bedankte ieder
juniorenlid den Heer Langevoort, voor dezen
prettigen dag. Zoo'n dag, onder leiding van
genoemden Heer, zal bij ieder A.F.C.-junior
nog lang in het geheugen blijven.
Mijnheer Langevoort, ook mijn dank voor
den leuken dag.
Alvorens te eindigen, kan ik niet nalaten
nog een klein woordje te schrijven.
le. Onze junioren hebben allen hun best
gedaan. Om ze een voor een de revue te
COn"*nt,No>L UB
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
6