nobele geste van G. Bosch, die de groote aanvraag voor HollandUruguay finan cieel mogelijk maakte, meer appreciëeren, dan tot nu toe het geval geweest is. Ten slotte nog dit. Het Bestuur en de Elftal-, mitsgaders de Enquête-Commissie stellen hun herkiezing natuurlijk op grooten prijs en hopen, dat deze herkiezing gebaseerd is op vertrouwen in het tot nutoe gevoerde beleid. Ik zou het bijzonder betreuren, indien deze gang van zaken echter ook te danken zou wezen aan een zekere laksheid, gepaard aan onverschilligheid, waartoe de geringe opkomst op onze Algemeene Vergadering allicht doet concludeeren. De houding der H.H. Leden in de ko mende maanden kan ons reeds doen zien, welke hun motieven waren, immers de manieren om ons hun vertrouwen te doen blijken zijn vele, te weten: serieuse training der spelers; prompte contributie-betaling, bij de eerste aanbieding der quitantie, door alle leden, donateurs en adspiranten; aanbrengen van nieuwe werkende en ondersteunende leden; trouwe opkomst bij oefeningen en wedstrijden, etc. etc. Ik hoop van harte, dat wij in onze ver wachtingen niet teleurgesteld zullen worden, doch dat een ongekende activiteit onder onze leden gedurende de komende maanden ons hizt bewijs moge leveren, dat wij zeker van hunne medewerking en vertrouwen, met frisschen moed het nieuwe seizoen kunnen beginnen. Wanneer iedereen dit goed be grijpt en er naar handelt, dan zullen er onge twijfeld weer successen geboekt worden, tot heil onzer Club en tot ons aller genoegen. Amen. I. H. GALAVAZI. JAARVERSLAG 1927—'28. Mijne Heeren, Wanneer ik in de eerste maanden van het afgeloopen seizoen, de resultaten van het eerste elftal noteerde, kwam meermalen de gedachte bij mij op, dat het misschien mij ge geven zou zijn als secretaris van een eerste klasse club het Jaarverslag te mogen uit brengen. Hoewel ik deze hoovaardige gedachte vrij spoedig heb moeten laten varen, kan ik m.i. in mijn eerste jaarverslag toch spreken van een goed jaar voor onze oude club. Het is toch zonneklaar gebleken, dat indien ons eerste elftal in een goeden vorm speelt, onze populariteit bij een flink gedeelte van het Amsterdamsche voetbalpubliek nog zeer groot is; reeds bij onze betrekkelijk korte reeks successen kon bij de thuiswedstrijden van een vasten aanhang van niet-leden van A.F.C. worden gesproken. Hoe mooi is het gedurende dien tijd weer uitgekomen, hoe vooral bij de ouderen nog een groote liefde voor A.F/7. bestaat. Toen wij in Augustus door de medewerking van Blauw-Wit, niettegenstaande de vrij hooge kosten de beschikking over Reynolds kregen, vertelde de bijdragelijst voor het trainings fonds ons jongeren, dat er een oude garde is, die de A.F.C.als het noodig is, steeds zal blijven steunen en toen in September het zon licht ons steeds vroeger begon te verlaten, werd het bij A.F.C. eerst recht lang licht. Twee leden zorgden voor de verlichting van ons terrein bij de avondtraining. Hoe be schamend is het voor de spelers, dat zij niet begrepen hebben, dat de eenige juiste waar deering van deze geste een groote opkomst op de trainingsavonden had moeten zijn. Ook in een ander opzicht kan van een goed jaar gesproken worden, daar wij n.L een 77-tal nieuwe leden hebben kunnen boeken, zoodat wij thans het nieuwe vereeni- gingsjaar ingaan met: 202 werkende leden, 40 adspiranten en 130 donateurs. Zooals reeds gezegd, begon het eerste elf tal de competitie met een reeks successen, welke het beste deden verwachten. Er werd over het algemeen zeer goed voetbal ge speeld, zoodat wij na 8 wedstrijden met 15 punten bovenaan stonden. De 9e wedstrijd tegen Velox bracht echter de ommekeer, met 32 werd verloren en sinds dien tijd werd het spel van ons team steeds minder. Niet tegenstaande wij door een protest tegen Zee- - 3 A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1928 | | pagina 3