11
"Schrijf me, juist als „outsider" ronduit
je meening waardoor jij denkt, dat ons
elftal faalde", vroeg de Redactie.
Mijn meening zeer in het kort, is dan
deze.
Wat het elftal, althans the meerendeel
van het le elftal miste, was „dash", en nog
eens dash. Het „to do or die" kwam dan
eerst als het te laat was (te Amersfoort,
Bussum, tegen Bloemendaal en Haarlem).
Dash, 90 minuten aan één stuk. Dat ont
brak. Een achterstand in te halen, niet
direct bij de pakken neer te zitten.
En juist het gemis aan voortdurend en
thousiasme is één der oorzaken der teleur
stellingen geworden. Positie innemen, de
groote gapingen tusschen de liniën onder
ling en het vrijwel totaal gebrek aan kop-
werk zijn m.i. voorts mede oorzaak, dat
wedstrijden, die gewonnen hadden kunnen
worden, verloren zijn gegaan, doch voor
alles: het „feu sacré" ontbrak.
Tegen „Haarlem" te Haarlem waren de
laatste 30 minuten hopeloos om aan te
zien, Bussum dito om over de match tegen
Bloemendaal maar te zwijgen.
Verwijten zouden er bij bosjes te maken
zijn. Maar waarom?
Stemt het niet aangenamer, is het niet
beter op te bouwen, gezamenlijk op te
bouwen?
En dan: zonder bezemen, zpnder dat de
elftalcommissie het mes er in zet, want...
het materiaal is er!
Wil A.F.C. ooit het eerste klasseschap
op het veld bereiken, is het den spelers
dan toch waarlijk ernst, weest dan ook
bezield met dat voornemen.
Ga ten onder, desnoods keer op keer,
na een match waarin het geheele team volle
90 minuten met dash speelde, dan toch
blijft de voldoening over, dat er „gewerkt"
is. „Roll your sleeves on" sprak de Wales-
captain tegen zijn elftal voor hij met z'n
spelers tegen Engeland het veld introk. Is
dat even typeerend?
Laten de A.F.C.-ers ook eens hun mou
wen oprollen, niet voor een paar kwartier,
maar voor volle 90 minuten.
Het „all for one, and one for all, uni
ted we stand, united we fall' moet en zal
het devies worden, wil A.F.C. het eerste
Jclasseschap bereiken.
Over de mogelijkheid, dat A.F.C. nog
kampioen kan worden, is beter niet te
schrijven.
„Outsider".
Onderschrift. Als insider geloof ik niet,
dat er over het afgeloopen seizoen ook
maar één verwijt aan de E.C. gemaakt zou
kunnen worden.
Red.
NA EENIGEN TIJD....
Beschenen door een lekker herfstzonnetje
wandelde ik met vrouw en kroost, nadat
lijn 23 mij tot op het pleintje voor het
nieuwe Stadion gebracht had, over den ge-
asphalteerden Amstelveenschen weg naar
het A.F.C.-Veld.
Een dichte drom van liefhebbers spoedde
zich met mij naar hetzelfde doel, want als
je niet tijdig de loketten gepasseerd was,
liep je de kans tegen het welbekende bordje
„uitverkocht" te moeten kijken. De ver
keerspolitie, zoowel te voet als „bereden",
was druk in de weer den stroom van luxe
wagens in het goede spoor te leiden. Bij
ons veld gekomen constateerde ik, dat onze
monumentale ingang op volle capaciteit
werkte. E. van Ooij en Wijnand, geassisteerd
door een staf van controleurs, kwamen han
den en oogen te kort, terwijl secretaris
Bessem er zich toe bepaalde, tal van voor
aanstaande Amsterdammers, onze ex-obli
gatiehouders, naar hun loges te leiden. (Toen
ook ik mij gemakkelijk had neergezet, be
keek ik met welgevallen, ons mooie terrein.
De zee van vlaggen, de stampvolle tri
bunes keurig in de verf de prettige
spanning onder de A. F. C.-familie, alles
droeg er toe bij om mij met trots te ver
vullen, die zich eerst in een welwillend hand
geklap kon uiten, toen ons elftal, er als
altijd tip-top uitziend, binnen de lijnen kwam
Onze trainer 'gaf nog enkele laatste raad
gevingen, waarnaar de spelers met de groot
ste belangstelling luisterden. Daarna bc-
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
M