„De Nederlandsctie Corinthian
spelers zich tot het uiterste geven. Vooral
bij onze voorhoedespelers laat dit veel te
wenschen over; verschillende hunner laten
zich te gemakkelijk ontmoedigen en doen dan
hun best niet meer. Laten we toch bedenken,
dat al onze tegenstanders niet te onderschat
ten zijn, ook de z.g. zwakkere niet. Deze toch
vergoeden dikwijls hun gebrek aan techniek
door zwoegen en sjouwen en indien wij daar
tegenover een mat en futloos spel stellen,
dan ligt het voor de hand, dat ondanks onze
betere techniek van dergelijke tegenstanders
verloren wordt. Dit hebben we het vorig
seizoen in den bekerwedstrijd tegen DONAR
gezien. Er moet dus ook door onze jongens
van het begin tot het einde met onverzettelijke
energie gestreden worden. De capaciteiten
zijn er wel, doch helaas ontbreekt het velen
nog aan den vurigen wil. Men moet niet
wachten, tot men den bal toegespeeld krijgt,
men moet zelf trachten het leer in zijn bezit
te krijgen en den tegenstander geen moment
vrij spel laten. En vooral de voorhoedespelers
moeten er voor zorgen zich vrij op te stellen,
moeten niet zelfzuchtig spelen en den bal
eerst dan afgeven, als ze er geen raad meer
mee weten. Maar voor alles moet er gewerkt
worden „to the bitter end", moet een ieder
zich ten volle geven tot de laatste minuut.
Alleen dan kunnen betere resultaten verwacht
worden.
Het tweede elftal schijnt zich bijzonder op
gelijke spelen toe te leggen; niet minder dan
driemaal werd een 11 uitslag behaald en
wel tegen Z.F.C. Ill, H.R.C. II en Z.V.V. II.
De thuiswedstrijd tegen H.R.C. II had zeer
zeker gewonnen moeten worden, doch de
voorhoede wist de vele kansen niet te be
nutten en enkele minuten voor het einde wist
H.R.C. uit een vrijen schop op gelukkige
wijze gelijk te maken. Ook bij dit elftal is de
voorhoede de zwakke plek en het is te hopen,
dat deze linie spoedig wat versterkt kan wor
den, want onze reserves zijn het toch aan
hun eer verplicht, dat ze dit seizoen in de
reserve derde klasse de eerste plaats be
zetten.
Het derde elftal won de thuiswedstrijden
tegen T.O.G. II en D.W.S. II resp. met
21 en 32, doch verloor uit met 20
tegen S.D.W. II. Het heeft nu evenals het
eerste 5 punten in 5 wedstrijden, en indien
de mannetjes van Haasdijk wat aanpakken,
kunnen ze zeer zeker een behoorlijke plaats
in hun afdeeling veroveren.
De eerste dag in functie.
Zoo ben je dan ineens penningmeester.
Betrekkelijk zonder eenige voorafgaande
waarschuwing, zonder eenig „Weest op uw
hoede' -teeken, schoot Gé Bosch me bij den
wedstrijd tegen Kampong aan ,,dat ik mis
schien wel penningmeester wilde worden".
Het eenige, wat je op zoo n oogenblik doet,
is staren en tamelijk béte te vragen: „Waar
om?" „Och hè" zei Gé luchtigjes, alsof hij
me voorstelde even een borrel met hem te
gaan drinken, „ik kan het niet meer doen en
ik dacht, dat jij er wel geschikt voor zou
zijn." ,Z,oo" antwoordde ik, opnieuw niet al
te snugger, en plantte mij op de tribune.
En terwijl ik eens er over na zat te denken,
kwam het me toch wel leuk voor het te doen,
doch, ongeveer toen we met 30 voorston
den, doemde er een vage gedachte bij me
op „Wat zal je vrouw er van zeggen?" Ja,
dat was nou wat, dat was nu toch op zijn
minst genomen een factor, waarvan het nood
lottig zou kunnen worden, die te verwaarloo-
zen. Over het algemeen waren mijn onder
vindingen op dat gebied niet bemoedigend;
mijn zwager, die elftalcommissaris in een ver-
eeniging is (ik zeg uitdrukkelijk niet in A.F.C.
zoodat niemand gissingen behoeft te maken)
vermijdt tactisch doch gedecideerd den naam
A.F.C.-ers,
ABONNEERT U ALLEN OP
Maandblad voor amateürssport
HAAGSCHE DRUKKERIJ - SP AARNESTRA AT 4 - DEN HAAG
4 -
99
(RIJK GEÏLLUSTREERD)
F4.- PER JAARGANG
VOETBAL
HOCKEY
GOLF
CRICKET
TENNIS
HIPPISCHE SPORT
WATERSPORT
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!