Nederlandsche Corinthians het volgende:
„Het doel. Van het groote geheel: „Pro
paganda voor het voetbalspel in diè kringen,
waar de beoefening van-, de belangstelling
vóór ons mooie voetbalspel zoo tanende is",
vormen de Corinthian-Juniores-Tournooien
een belangrijk onderdeel. Aardige wed
strijden van vooral physiek dezelfde krach
ten, ongedwongen omgang van de jeugdige
tegenstandertjes, die mogelijk over enkele
jaren in de hoogere club-elftallen zullen uit
komen en dan niet als wildvreemden, doch
als bekenden van de jaarlijksche Corinthian-
Juniores-Tournooien tegenover elkaar zullen
staan. Het gekozen worden in het club
elftal, dat deel neemt aan deze Tournooien,
hebben wij ons gedacht als een onderschei
ding voor èlk in zijn eigen vereeniging en
het blijkt ons uit de Clubbladen en de corres
pondentie met de talrijke bevriende clubs,
dat het ook als zoodanig wordt opgevat.
De besten worden afgevaardigd, maar zéker
wordt er door de clubbesturen ook gekeken
naar aanleg, gedrag en sportopvattingen.
Ouders en familie hopen wij ook te zien op
onze Juniores-dagen en hen getuige te doen
zijn van prettige sportdaagjes en hun zoo
doende den indruk mede te geven, dat het
voetbalspel toch bijzonder aantrekkelijk is
en opvoedend kan werken. Aldus hopen wij
de ouders en familie een anderen kijk op het
spel te geven, als die welke zij zich dikwijls
hebben eigen gemaakt. Wij hopen er in te
slagen ook langs dezen weg, dat die ouders
het spel zullen beschouwen, zooals de Neder
landsche Corinthians het zoo graag geheel
zouden terug hebben: het spel om het spel
en een sport voor iederéén!
De opzet. Eenvoudig en daarom ver
trouwen wij juist aantrekkelijk. Dat bleek
in 1924, in Arnhem! Een gemoedelijke, een
voudig opgezette Voetbaldag voor jongens,
die van verschillende winstreken gekomen,
deel uitmakende van hun „groote" club
met het twaalfuurtje in een hoekje van
hun voetbalkoffer geborgen, 's morgens niet
al te vroeg op pad en 's avonds niet te laat
terugkeeren. En voorts, wat ook een be
langrijke factor mag heeten die niet te
weinig maar ook niet te veel moeten spe
len, die minstens één-, hoogstens twee uur
moeten „strijden" en dan twee-, als maximum
vier tegenstanders ontmoeten zullen. Een
korte speeltijd elke wedstrijd, maar Arnhem
in 1924 leerde, dat ieder speler van elk elf
tal zich in zulk een op het oog korten wed
strijd tot het uiterste inspande, om daarna
voldoende rust te hebben, gezellig aan den
kant gezeten, zijn broodjes etende, andere
elftallen aanmoedigende en weer kracht op
doende voor de volgende ronde! Ook de
prijzen zijn eenvoudig gehouden: een 1 ste
en 2e Vereenigingswisselprijs met een her
innering voor de spelertjes uit den Eindstrijd.
Een ingesteld Verliezers-Tournooi geeft den
vereenigingen, welke in de 1ste ronde reeds
sneuvelden, nog kans in deze Afdeeling den
Eindstrijd te bereiken, waarvoor eveneens
een eenvoudige herinnering is beschikbaar
gesteld".
We hopen, dat onze jongens kranig partij
zullen geven en dat ze 24 Mei in Utrecht
een gezellig, prettig dagje zullen hebben.
Tropen-Meditaties.
(Naar aanleiding van de Februari-Schakel).
„Ja, het spijt me erg, Mr. Tee, (Meneer
zegt-ie alleen maar als-ie in de penarie zit,
of wanneer hij mij wil „verassureeren" tegen
iets dat toch nooit gebeurt), ik kan het niet
helpen".
„Wel West, vriend van den sawah, kom
binnen, wat is er aan 't handje zoo op den
prillen Zondagmorgen?"
('t Was heel vroeg, en 't was Zondag
morgen, toen mijn rood-zwarte vriend West-
Indië, vergezeld van een ontdaan gezicht,
mijn paalwoning kwam binnen klimmen).
„Brandje gehad?" zeg-ik.
„Nee," zeid-ie, „de mail is an".
„De Februari-Schakel al gelezen?", zei-ie.
„Pas encore," zeg ik. ,,'t Is een dunne dit
keer, Symen zeker niet „gedisponeerd", of
het is weer hommeles met het „eerste".
„Precies," zeid-ie, „hommeles met het
eerste dat ik er nu eens stiekum in heb wil
len zetten. Ik had een anderen schuilnaam
moeten kiezen".
„Nom de plume" bedoel je?"
„Juist ja, een andere nom de plume
eh Ziet-U (als -ie met ziet-U
begint, komt 't) ik heb met MOSQUITO
onderteekend, en nu zien ze mij voor U aan".
„Zoo, en ben je daar niet blij mee?"
„Ik wel, maar U misschien niet als U
het gelezen heeft".
„Ja, ziet U, ik heb Symen geloof ik, een
beetje boos gemaakt, en nou maakt hij U uit
voor SALAMI en weet ik 't, en hij zegt ge
loof ik ook dingen waarbij hij zijn eene oog
heeft dichtgeknepen toen hij ze neerschreef,
zoo „van-heb-ik-je-daar-even".
4
„Zoo", zeg ik.
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!