weer in eere hersteld moesten worden en
ijverig werd naar medewerkers gezocht, die
bereid waren hun pen ter beschikking van
het goede doel te stellen. Op voorstel van
Toon van Seventer werd besloten een orgaan
uit te geven, met een ernstigen oproep om
medewerking aan alle leden. Reeds vroeger
was dikwijls aan de uitgave van een derge
lijk orgaan gedacht, doch om financiëele
redenen waren deze plannen steeds afge
sprongen.
Toon was zoo genereus de kosten van het
orgaan voorloopig op zich te nemen en zoo
verscheen op 22 September 1922 het eerste
nummer van ons clubblad, waaraan men den
naam gaf van A.F.C.-Schakel. In het voor
woord van dit nummer kan men lezen, dat
deze naam werd gekozen „omdat in dezen
tijd van inzinking gebleken is, dat er een
schakel bestaat, welke de ware A.F.C.-ers
bijeenhoudt, n.l. de groote liefde en opoffe
ringsgezindheid voor onze oude vereeniging
en onderlinge vriendschap. Bestond deze
schakel niet, dan ware het misschien reeds
met ons gedaan geweest. Wij hopen, dat deze
uitgave er toe moge bijdragen den bestaanden
band te versterken. Met nieuwen moed gaan
wij dan het seizoen in en twijfelen niet of
onze verwachtingen zullen niet beschaamd
worden. Wij bevelen den inhoud in uwe bij
zondere aandacht aan en eindigen ons voor
woord met de leuze ,,Op voor het herstel
van onze goede' oude A.F.C."
Ongetwijfeld heeft dit voorwoord zijn uit
werking niet gemist en heeft de Schakel veel
tot de wedergeboorte der A.F.C. bijgedragen.
Weliswaar liet aanvankelijk de medewerking
veel te wenschen over, doch allengs werd dit
beter en op het oogenblik kunnen we met
trots verklaren, dat ons orgaan een der best
verzorgde maandbladen in den lande is, welke
door voetbalvereenigingen worden uitgege
ven. Vanzelfsprekend is de toon van ons
orgaan niet zoo intiem als dit vroeger met
de Pickles het geval was de strekking is
echter dezelfde. De A.F.C.-Schakel is in den
rechten zin des woords geworden de schakel,
die ons allen bindt, waarnaar steeds met ver
langen wordt uitgekeken en die ons elke
maand weer doet gevoelen, dat we allen lid
zijn van die groote, gezellige familie, die
A.F.C. heet. We kunnen ons eerelid Toon
van Seventer dan ook niet genoeg dankbaar
zijn voor zijn initiatief en voor de groote
finantiëele en persoonlijke opofferingen, die
hij zich hiervoor getroost heeft.
Een verheugend feit is ook, dat langzamer
hand de jongere leden zich gedrongen ge
voelen aan dezen opbouwenden arbeid mede
te werken. Dat zulks steeds in hoogere mate
het geval moge zijn de A.F.C. kan er slechts
wel bij varen
VETERAAN.
Naschrift.
Bij het doorbladeren van de oude Pickle-
boeken stuit ik op bijgaand gedicht van Nico,
het afscheid van ons oude terrein in de Meer.
Dit stukske A.F.C.-leven is zoo fijn gevoeld
en zoo subtiel behandeld, dat ik niet aarzel
het (al is het dan ook uit den tijd) in dit
feestnummer te publiceeren, temeer waar het
aan de meesten onzer tegenwoordige leden
wel niet bekend zal zijn.
AFSCHEID.
ean hoeve „Goed Genoeg" (waarachter de
A.F.C. tot dusverre speelde).
Ze zijn voorbij, de oude jaren
Dat wij nog tweedeklasser waren
En speelden achter „Goed Genoeg",
En dat wij met tevreden smakken
Een fiksche borrel gingen pakken,
En dat we trainden in de kroeg
En in de Meer, bij „Goed Genoeg".
Ze zijn voorbij, de oogenblikken,
Dat wij de appels gingen pikken,
Die groeiden achter „Goed Genoeg".
Dat 's avonds wij in 't gras daar zaten
En stil Oostveen z'n appels aten,
Die smaakten na ons zwaar gezwoeg
Daar in de Meer, bij „Goed Genoeg".
Ze zijn voorbij, die leuke dagen,
Dat vreemden in de mesthoop lagen,
De mesthoop achter „Goed Genoeg".
En dat we ze op 't droge trokken
Met riemen en met lange stokken,
Terwijl elk bakjes water droeg
Uit 't slootje achter „Goed Genoeg"
Ze zijn voorbij, de ouwe tijden,
Dat wij nog speelden op de weide,
De lage wei van „Goed Genoeg"
Waar eenmaal wij triomfen vierden
En de rood-zwarte vlaggen zwierden,
Daar scheurt en snijdt de wreede ploeg
Ons levend land van „Goed Genoeg".
En als wij straks in loges troonen,
Orkestfauteuils-gezichten toonen
Als iemand om ons kaartje vroeg,
Dan denken wij aan d'oude jaren,
Toen er maar een paar banken waren,
De bankenrij, die ieder droeg,
De banken, voor elk goed genoeg.
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
7