verhuisde, tot einde seizoen 1921/1922 met
de grootste nauwgezetheid bleef waarnemen.
Een buitengewoon ijverig bestuurslid, altijd
klaar om de belangen der club te dienen. Het
was mij dan ook een aangename taak hem
namens de vereeniging het eere-diploma te
mogen aanbieden, evenals aan
C. A. van Ooy. Raadplegen we de lijst
van bestuursleden vanaf de oprichting, dan
vinden we van Ooy's naam reeds daarbij in
1901/02. In 1902 naar het buitenland ver
trokken en eerst in 1910 naar Holland terug
gekeerd, werd hij wederom tot bestuurslid ge
kozen. Vanaf 1913 tot 1921 als le secretaris
fungeerend (behalve in 1915/16, toen hii
wederom door verblijf buitenslands door I. H.
Galavazi werd vervangen), heeft hij onnoe
melijk veel werk voor de A.F.C. weggezet.
Herinner ik slechts even aan den langen en
vaak onverkwikkelijken strijd over het „com
petitie - indeeling vraagstuk, waaraan hij
vooral veel werk had, en last not least aan
de overtalrijke conferenties en corresponden
tie inzake ons nieuwe terrein en accomodatie
aan den Zuidelijken Wandelweg. Na een
seizoen van welverdiende rust is „Takes
thans als 2e voorzitter, weer tot het bestuur
toegetreden. Moge hij zijn krachten nog tal
van jaren geven aan de belangen van de
A.F.C.
Ir. W. C. Kohier, hoofd-ingenieur van de
Gemeente Amsterdam, werd benoemd en ge
huldigd als eerelid ter gelegenheid van de
opening van onze nieuwe terreinen aan den
Zuidelijken Wandelweg. Deze onderschei
ding heeft onze hooggeachte vriend Kohier
ten volle verdiend. Hoeveel dank toch is de
A.F.C. hem wel verschuldigd voor zijn mede
werking, zijn zaakkundige voorlichting, zijn
steun bij onze conferenties ten stadhuize; zijn
vooruitstrevenden blik, zijn helder oordeel
in de vergaderingen der terrein-commissie,
welke ik mocht voorzitten, zal ik niet licht
vergeten en gaarne denk ik daaraan terug,
doch bovenal aan het enthousiasme, dat uit
zijn woorden sprak, getuigend van groote
toegenegenheid tot de A.F.C. Op zulke man
nen mag de A.F.C. met recht trotsch zijn!
En thans een kort woord over ons jongste
eerelid, Johan Scheepens, dit jaar als zoo
danig benomd in verband met zijn 25-jarig
lidmaatschap. Gedurende dit tijdvak heeft
„Peet" A.F.C., behalve als een stugge, harde
werker in het veld, gediend in tal van functies
in het bestuur. Steeds was hij op zijn post
waar en wanneer de club hem riep, en ook
thans nog als commissielid steeds bereid
A.F.C. te dienen, waar zulks noodig mocht
zijn.
Geachte lezers en lezeressen! Plaatsgebrek
heeft mij genoodzaakt zoo beknopt mogelijk
te zijn. Gelooft mij, ik zou U van ieder der
hierboven gememoreerde A.F.C.-ers boek-
deelen kunnen schrijven, doch ik betwijfel, of
het hun wel aangenaam zou zijn, overtuigd
.5
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!