dan ook, hebben hun taak steeds met liefde
en toewijding vervuld, maar toch geloof ik,
dat bij geen van ons de liefde tot onze ver-
eeniging zóó diep in het bloed zit, zóó met
het leven zelf saamgeweven is, als bij onzen
Schaf.
Onder zijne leiding heeft A.F.C. roemrijke
dagen gekend. Helaas, die roem is gaan tanen
en al is het tegenwoordige niet van dien aard,
dat wij behoeven te wanhopen aan een terug
keer van die oude groote dagen, toch zal
zeer, zeer veel moeite en arbeid vereischt
worden, om weder de hoogere sferen te be
reiken, waaruit we door allerlei omstandig
heden verdreven zijn.
Welnu, indien gij A.F.C.-ers, Uwen voor
zitter al zijn zorgen en toewijding wilt ver
gelden, spant dan allen Uw uiterste krachten
in om A.F.C. weder groot te maken; dat zal
zijn hoogste belooning zijn.
Beste Schaf, wij allen wenschen je van
harte geluk met het feest van onze, van jouw
vereeniging. Dat zij groeie en bloeie tot in
lengte van dagen. En als het voor ons is weg
gelegd, dat A.F.C. weder onder de eersten
in den lande zal behooren, moge dat doel dan
bereikt worden onder voorzitter Gerard
Scheepens.
H. B.
Onze Eereleden.
Zoo in den loop van haar dertigjarig be
staan heeft onze A.F.C. verscheidene leden
in haar midden gekend, die zich op bijzon
dere wijze voor hun vereeniging verdienstelijk
hebben gemaakt.
En zooals het in militaire kringen heef
het eeremetaal voor langdurigen, trouwen
dienst ontvingen, in den vorm van het hun
aangeboden Eerelidmaatschap van de Club.
wier wel en wee hun, naar zij toonden, nauw
aan het hart lag.
Schrijver dezes vanaf de oprichting zit
ting hebbend in het Bestuur -heeft het
voorrecht gehad met al die mannen te mogen
samenwerken om de belangen der A.F.C.
voor te staan, en het was hem dan ook een
groote eer persoonlijk aan de meesten van
hen het eere-diploma der vereeniging te mo
gen overhandigen.
In de eerste plaats noem ik ons oudste en
eerste eerelid Th. ter Veer Thzn., die in de
jaren, toen de A.F.C.-kas reeds haar eerste
symptomen van later chronische berooidheid
vertoonde, met zorg de penningen beheerde.
Bij de herdenking van ons tienjarig bestaan
viel aan Brass en ondergeteekende de groote
eer te beurt tot eerelid te worden benoemd
Over mijn oudsten besten vriend en mede
werker H. A. Brass hier eenige woorden. Hi)
toch heeft inderdaad het zeer moeilijke pio
nierswerk in de club verricht; aanvankelijk
voorzitter, ruilde hij deze functie voor die van
secretaris, in welke kwaliteit hij de A.F.C.
onschatbare diensten heeft bewezen. Zijn
welversneden pennevruchten hebben er onge
twijfeld het hunne toe bijgedragen, dat de
naam van de nu dertigjarige van den beginne
af in den voetbalwereld een goeden klank
had. En thans geen lid meer van het Bestuur
zijnde, volgt Brass met veel enthousiasme niet
alleen onze wedstrijden, doch nagenoeg ook
alle bestuursvergaderingen
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!