te kunnen bieden. Ongelukkig voor hem
deed het eerste elftal, zonder dat hij daar
van kennis droeg, juist een buitenlandschen
toer in Vlaanderen, en in de lagere elftal
len, de reserves, waren geen krachten,
waarop viel te rekenen. Den Kabeljauw-
schen edelman bleef dan ook niets over dan
uit den toren te springen.
Deze bloeiperiode heeft slechts kort ge
duurd. Met de komst der hervorming wer
den samenkomsten van groote volksmassa's
in de openlucht verboden. Dit geschiedde
reeds onder de regeering van Karei V,
veel strenger onder die van Filips If. Het
werd bekend, dat men onder het mom van
voetbalwedstrijden, hagepreeken hield.
Voor goed heeft de tiende penning aan het
bestaan der voetbalvereenigingen een ein
de gemaakt. Het volk weigerde beslist voor
dit spel die belasting te storten. De slechte
economische toestand van het Nederland-
sche volk en trouwens van geheel
Europa als gevolg van de vele gods
diensttwisten in de 16e en 17e eeuw,
wellicht ook die godsdiensttwisten zelf
waren doodend voor het enthousiasme, dat
het voetbalspel behoeft.
Het mag lichtelijk verwondering wekken,
dat met de opkomst der Republiek in de
17e eeuw men van het voetbalspel niets
meer vermeld vindt. Waren toen wellicht
de zinnen van het volk te zeer gericht op
het verdienen van geld? Men deed toch
ook geducht aan windhandel en was van
wedden evenmin afkeerig, als dat naar
booze tongen beweren tegenwoordig bii
voetbalwedstrijden het geval is. Mij werd
zeer onlangs medegedeeld, dat uit de
weddenschappen de razernij van het pu-
bük bij sommige wedstrijden is te verkla
ren. Immers de meeste leden van dit pu
bliek hebben met de club niets te maken.
Het is waar: op zee zocht in die dagen ons
volk zijn glorie, en onze zeelui zijn niet de
eerste voetballers. Bovendien werd het
voortdurend in beslag genomen door oorlo
gen of staatkundige twisten. Voetballers
zijn van beide zeer afkeerig. Na die oor
logen kwam er een tijd van inzinking van
de Nederlandsch natie. Op geen enkel ge
bied blonk zij uit, zooals zij gedaan had
tusschen 1650 en 1700. Dan ook waren de
strenge regentenfamiliën met echte Hol-
landsche stijfheid zeer gekant tegen alle
sport. Alleen in Friesland bleven harddra
verijen en hardrijderijen de genegenheid
in ruime mate behouden en vond het kaat
sen als van ouds ijverige beoefenaars.
De Fransche revolutie maakte een einde
aan die stijfheid, echter pas, toen haar be
ginselen voldoende waren doorgedrongen
tot alle lagen der maatschappij. Dit duurde
tot in Thorbecke's dagen. Schroomvallig
werden de eerste stappen gezet op het ge
bied der sport. Het was reeds in Duitsch-
land begonnen met het oprichten in het
midden der 19e eeuw van turnvereenigingen
Ook hier heeft de gymnastiek den stoot ge
geven tot de ontwikkeling van allerlei sport.
Nog voor 40 jaar werd het onwelvoeglijk
geoordeeld, dat een jonge dame, die aan
spraak wilde maken op het epitheten fat
soenlijk, ging schaatsen rijden, wel foei!
Wat heeft men er geen schande over gespro-
..n\ dames zich voortbewogen op een
rijwiel. Die geest is thans geheel verdwenen.
Wij leven in het teeken van de lichamelijke
opvoeding en daartoe heeft in de laatste
40 jaar het voetbalspel veel bijgedragen.
In 1979 heeft dit zich voor goed gevestigd
in ons land. Maar over dit gedeelte en over
het aandeel van A. F. C. in die beweging
zal ik de lezers van ,,De Schakel'' nader in
lichten in een volgend, wellicht in volgende
artikelen.
De gegevens daaromtrent zijn beter ge
boekstaafd dan die waarover ik tot dusver
had te beschikken. Ik wil gaarne bekennen,
dat in het voorgaande de fantasie wel eens
heeft gewerkt en dat niet alle beweringen
den toets der kritiek kunnen doorstaan.
Clubbericht.
TRAINER.
Gelijk bekend is onze trainervreugde van
korten duur geweest. Het is hier niet de
plaats de oorzaken te bespreken, welke er
toe leidden, dat we in overleg met Mr. Bur
ton, besloten ons contract te beëindigen.
Thans doet zich echter de vraag voor, of
wij ons dezen zomer weer van de diensten
eens trainers zullen voorzien. ^JCanneer we
de omstandigheden beschouwen, dan lijkt
ons dit inderdaad zeer wenschelijk. De
redenen, welke ons tot deze conclusie doen
komen zijn de volgende:
De A. F. C. heeft nog nooit de beschik
king gehad over zooveel jonge, veelbeloven
de klachten, als op het oogenblik. Onder
goede leiding gedurende den zomer, zal
men ongetwijfeld hieruit verscheidene goe
de spelers voor ons eerste en tweede elftal
kunnen opkweeken.
Het feit, dat een wijziging in het bestaan-