een veertje laten, al was het dan ook maar
alleen, dat eenige tegenpunten hun doelge-
middelde bederven.
Vermelding verdiend, dat aanvoerder
v. Ooy, alhoewel niet fit om mede te spelen,
toch zijn jongens niet in den steek liet, en
ze buiten de lijnen nog harder aanvuurde,
dan hij het misschien in het veld zou gedaan
hebben.
Resumeerende mogen we over de afge-
loopen maand niet ontevreden zijn. Nog 3
zware wedstrijden, Z.V.V., E.D.O. en Hor
tus, waarvan de laatste uit, zijn er te spelen.
Waar echter een wil is, daar is een weg
en als er alles wordt opgezet, dan komen
nog wel enkele puntjes binnen. Niets zou
schrijver dezes aangenamer zijn, dan in de
volgende „Schakel" te kunnen melden, dat
we absoluut in veiligheid zijn.
A.R.O.L.-BEKER.
Onze sympathieke penningmeester, Ge
rard Bosch, heeft de A. F. C. een kostelijk
geschenk vereerd. Hij heeft n.l. een twee
tal fraaie bekers geschonken, ten einde ze
op de een of andere wijze in wedstrijden
als prijzen te verspelen.
Hiermede hoopt de schenker te bereiken,
dat het welzijn der club op verschillende
wijzen zal worden bevorderd, doch tevens
heeft hij aan deze schenking een gedachte
van piëteit verbonden. Hij heeft n.l. den
wensch te kennen gegeven, dat de grootste
beker den naam zou dragen van A. R. Ons
low van Lierop-beker en verspeeld zou wor
den op een wijze, die de gedachtenis van
dezen ons helaas te vroeg ontvallen makker
steeds levendig zou houden. De beker zal
dan ook waarschijnlijk worden verspeeld
als een altijd durende wisselprijs.
Een kleineren beker voegde de heer
Bosch aan den grooten toe, om als prijs te
dienen voor jongere elftallen.
Waarlijk, de A. F. C. mag wel dankbaar
zijn, niet alleen voor het fraaie geschenk,
maar meer nog voor het feit, dat het man
nen als Gerard Bosch onder zijn voorvech
ters telt.
Uitjes met Taartjes.
Mocht het soms moeilijk zijn een geschikt
onderwerp voor een maandelijkshe bespre
king te vinden en mijn pogingen om wat bij-
elkaar te flansen ontaarden in een min of
meer hopeloos gezwam, thans is het een ge
luk, dat ik aan een bepaalde ruimte ben ge
bonden, anders zou ik tot in het oneindige
kunnen pennen.
Een korte beschrijving te geven van het
Bestuurs- en Commissieleden-diner der A.
F. C.. De moeilijkheid ligt voorwaar niet in
het beschrijven, doch wel in het korte, want
hoeveel valt er niet voor, hoeveel wordt er
niet gesproken, dat het herhalen waard was,
doch noodgedwongen achterwege moet
blijven.
Het zij mij dan vergund het vpornaamste
te memoreeren en begin ik dan met de ope-
ningspeech van onzen voorzitter, wiens har
telijke en gevoelvolle wijze van spreken, een
waardige hulde vormde voor de nagedachte
nis van den tafelpraeses der laatste jaren,
Ton v. Lierop, wiens plotseling verscheiden
ons allen nog zoo diep in 't hart gegrift staat.
Gerust kan ik verklaren, dat zijn woorden,
door ons allen eerbiedig staande aangehoord,
hun stempel op den geheelen avond hebben
gedrukt en dat de nagedachtenis van Ton
waardiger gevierd is door het wel doen
doorgaan van ons verjaarfeest, dan dat een
overslaan ervan, geheel vallende buiten den
geest, die dezen oer-A.F.C.-er doorstraalde,
dit zou hebben kunnen doen.
Gezellig en genoegelijk, dat is wel de
beste qualificatie van A. F. C's 28sten ver
jaardag. Gezellig weer, de ieder jaar terug-
keerende deelnemers te zien, genoeglijk en
geruststellend, het idee, dat ondanks den
drang der tijden het aantal hunner niet ver
mindert, integendeel toeneemt. Wel misten
we er een paar oude getrouwen als Oom
van der Schaaf en Jacq van Ooy, die er toch
beiden zoo onafscheidelijk bij hooren, doch
de oude garde, vermeerderd met een keur
corps van jongeren, die de rood-zwarte kleu
ren niet minder hoog schatten, vormde een
tafelronde, die ons de toekomst hoopvol kan
doen inzien. Want dat is toch de hoofdzaak,
dat de eenheid in de club bewaard wordt
en we samenwerkend weder betere tijden
verwachten.
Maar blijven wij bij ons onderwerp. De
A. F. C. traditie getrouw, werden verdere
speeches bewaard tot het dessert en had
men ruimschoots gelegenheid het inderdaad
keurige menu ongestoord te verwerken.
Alle toasten te herhalen zou ondoenlijk
zijn. Daarom zal ik me bepalen tot de twee
de speech van onzen voorzitter. Ik zeide
reeds, hoe we allen Ton v. Lierop waardeer
den en hoe, wie het voorrecht mocht sma
ken er in te worden opgenomen, zijn vriend
schap op hoogen prijs stelde.En ik zou haast