heid de wedstrijden helaas niet had kunnen
bijwonen en die me verzocht, of ik misschien
zoo goed zou willen zijn een paar regeltjes
hierover in „De Schakel' te willen schrijven.
Na de derde haring voelde ik me bijtrekken
en na nog een groote bom te hebben ver
werkt, voelde ik me weer in puike conditie.
Ik leende een potlood en geïnspireerd door
het zachte gekreun der 3 harinkjes, die in
mijn maag een zeer levendige conversatie
schenen te voeren, zette ik me aan den arbeid.
Laat ik beginnen te zeggen, dat de wed
strijden een groot succes zijn geweest. Na
tuurlijk had het nog beter kunnen zijn, het
weer had wel wat mooier kunnen zijn, de
regeling liet wel iets te wenschen over, we
hadden bij de loting niet moeten verliezen,
enfin, een Nurks zou nog tal van andere
aanmerkingen hebben. Maar toen ik het fees
telijk gepavoiseerde terrein betrad en de tri
bunes zich aardig begonnen te vullen, voelde
ik me fijn, en toen onze jongens tegen D.E.C.
de leiding namen, was ik heelemaal lekker.
Jammer, dat, ondanks het schitterend keepen
van Versluys, D.E.C. gelijk wist te maken,
zoodat de wedstrijd in een gelijk spel eindig
de en wij bij de loting met de bekende
A.F.C.-pech er natuurlijk weer naast grepen.
Ongetwijfeld zouden onze jongens in den
eindstrijd tegen V.V.A. een veel beter figuur
hebben geslagen dan D.E.C., dat totaal uit
gespeeld bleek. Er werd door ons met frissche
opgewektheid gespeeld en het vertrouwen,
dat velen in onze ploeg stelden, bleek volko
men gerechtvaardigd. Over alle linies vlotte
het samenspel heel aardig. Er zat eenheid in
het elftal, meer dan we dit het laatste jaar
zagen. Men bespeurde nu reeds de leiding,
die door trainer Angermair aan het elftal
gegeven wordt. Het langdurige, en voor
nevenspelers dikwijls zoo fnuikende gepingel,
kwam haast niet voor. Men gaf op tijd af, al
ging dit dan ook niet altijd precies zooals
men dat wilde. Het gevolg van dit, over het
geheel sluitende spel, was dan ook, dat men
zich ontelbare „geheide" kansen wist te
scheppen, die echter alle onbenut bleven. Dit
laatste is nog het zwakke punt in de voor
hoede. Wanneer de trainer de menschen nog
kan bijbrengen hoe voor doel te handelen,
dan is ons eerste elftal een ploeg, die in de
competitie zeker van zich zal doen spreken.
Hierna kregen we den wedstrijd V.V.A.
Ajax. V.V.A. vertoonde een enthousiast en
doortastend spel, waartegen de mat spelende
Ajaxieden geen kans hadden. Onverwacht,
doch geheel verdiend won V.V.A. met 21.
De eindstrijd V.V.A.D.E.C. was een
slappe vertooning. D.E.C., dat al haar kruit
tegen ons scheen te hebben verschoten, pres
teerde vrijwel niets. Tot rust kon het zich
met veel geluk nog staande houden, doch
toen zakte het in als een kaartenhuis en
V.V.A. won zooals het wou. Het werd 40.
doch het had evengoed het dubbele kunnen
zijn.
Oom van der Schaaf reikte met een toe
passelijk speechje den beker uit en hiermede
waren de A.R.O.L.-wedstrijden voor dit jaar
geëindigd. Laten wij hopen, dat deze wed
strijden het volgende jaar een nog grooter
succes zullen hebben.
VETERAAN.
Aan de lezers van „De Schakel".
Neen, niet over voetbal, noch over cricket
of andere sport van hoofd en spieren wil ik
het in dit artikel hebben.
Deze regelen hebben tot onderwerp de
financieele zijde van het bestaan van „De
Schakel". Schrik niet geachte lezer of lezeres,
er zal geen aanslag gedaan worden op uw
portemonnaie. Luister slechts.
Sinds het verschijnen van het eerste num
mer van ons blaadje mocht worden gecon
stateerd, dat het stichten van een clubnieuws
een goede gedachte geweest is. „De Schakel"
is inderdaad een schakel in de ketting, welke
de goede A.F.C.-machine loopende houdt.
Weliswaar kunnen wij niet bogen op het
feit, dat ons blad „in het grootst aantal ge
zinnen gelezen wordt", noch minder zouden
wij onze oplaag aan een accountantsonder
zoek willen onderwerpen, verre van dien.
Het intellectueele gehalte van onze lezers
schaar echter is zóó puik, dat de redactie en
de medewerkers hierdoor ruimschoots ver
goed worden voor het feit, dat van hun
pennevruchten slechts door een zoo gering
aantal lezers wordt genoten. Op dit qualita-
tief zoo hoog staande lezerspubliek wensch
ik thans een beroep te doen.
Voor het voortbestaan van „De Schakel"
en het bestendigen van het boven gememo
reerd succes, zijn wij aangewezen op onze
adverteerders en nu kom ik tot het doel van