Als er maar wat minder echte zeelui aan
boord waren geweest.
Doch de zeerotten voelden niets voor een
Fosco-feest
En gingen de andere dranken inspecteeren,
Waarop zij zich laafden met grijze
Madera.
Steeds ruimer werden stemming en wind,
Behalve de Foscoploeg, daaraan had je
geen kind,
Maar de zeelui, die floten en zongen voor
En namen elk half uur een drup uit dc
flesch.
Het hoffie serveerde alsof ie er voor had
gestudeerd
En lette zorgvuldig op, dat er niet werd
gefraudeerd.
Want aan boord heb je altijd van die
snaken,
Die daarvan misbruik willen maken.
Toch geloof ik, dat er één, (zijn naam zij
verzwegen)
Wel een paar oorlam op een andersmans
naam heeft gekregen
En zoo toch het hoffie heeft weten te
bedotten,
Maar het was jammer, dat het later met
de fluit niet zoo wou vlotten.
Waarmede ik dan maar wil demonstreeren
Het verband tusschen fluiten en oude
Madera.
Zoo na een uur of wat kruisen
Waren we eindelijk weer aan de Oranje
sluizen
En na afscheid van Visser en zijn spruit
Sukkelden we deftig uit de schuit.
De zeelui natuurlijk met zeemansbeenen,
En heusch geen aanstellerij, zou ik
meenen.
Zoo tegen zevenen, het was nog licht,
Kwam Mokum eindelijk in zicht
En tot slot van de pret, besloten de heeren,
Zouden we allen bij Fleissig gaan
dineeren.
Het gros ging langs 't Damrak, om daar
nog even
In een der tallooze kapelletjes te blijven
zweven,
Doch twee van de zeelui, onverschrokken.
Zijn dapper 't Zeeliedenkwartier door
getrokken,
Doch werden later, naar men zegt,
Bij Fleissig behouden opgedregd.
Het diner was wat druk, of liever druk
muzikaal,
Vooral de chef-fluitist maakte braaf
kabaal,
En toen de piano werd gesloten
Ontlokte hij aan zijn fluit dusdanige
stooten,
Dat Herrn Fleissigs hart begon te ontdooien
En hij het instrument wel de zaal had uit
willen gooien,
Zoodat hij met vreugd het moment zag
komen,
Dat eindelijk afscheid werd genomen.
Zoo kwam dan het einde van deze botter-
tocht
En als ik soms iets vergeten hebbe~
mocht,
Dan moet U maar de KODAK gaan be
zoeken,
Daar toont men U met trots de dikke
boeken,
Waarin wel meer dan tachtig foto's prijken
Waaruit U duidelijk het verloop zal
blijken
Van deze boottocht op de Zuiderzee,
Gehouden door de „crème" van A.F.C.
En als naar ik hoor een nieuwe tocht
Nog dit jaar gehouden worden mocht,
Dan hoop ik in de eerste plaats, dat ons
oude hoffie,
De man van Cook, weer zorgt voor de
koffie,
Want Piet hoort bij zco'n tocht als bier bij
Schweizer Kase.
Dus Peter zorg er voor, dat je dan bent
genezen,
En alle reisgenooten en nog anderen boven
dien,
Hoop ik dan weer op 't botterfeest te
zien.
SEAGULL.
De wedstrijden om den
A.R.O.L.-Beker.
Toen ik Maandagmorgen, gevolg geven
de aan den raad in het wedstrijdprogramma,
Buisman's Haringhuis binnenstapte, om mijn
door de emotievolle wedstrijden geschokt
gestel eenigszins te restaureeren (tot mijn
verontschuldiging diene, dat verscheidene
A.F.C.-ers mij reeds vóór waren geweest),
trof ik daar 's heeren Buismans buurman, lid
van de wedstrijdcommissie, die door ongesteld-
zes
3