niet mocht bevechten, hoop ik van harte, dat ons eerste gelukkiger is. Op één na alle factoren voor een glans rijk seizoen 1923/4 zijn aanwezigspoe dig een trainer, clubgeest, een goede wilthans slechts nog een tot het uiterste opgevoerde spelkwaliteit. Dat ook deze factor in September aanwezig is en tot het verlangde succes zal mogen voe ren, is de wensch van IVEES. Onze Clubavonden. De laatste jaren hebben onze clubavon den niet op een groote belangstelling kun nen bogen en vooral in het afgeloopen jaar kon men vaak in een oogenblik de men- schen tellen, die in de achterzaal van den IJsbreker aanwezig waren. We hebben Za terdagen meegemaakt, dat het aantal vijf tien niet werd overschreden! Dit kan natuurlijk niet langer zoo blij ven. De clubavonden zijn ingesteld met het doel de onderlinge omgang en daardoor vanzelf den clubgeest in stand te houden en zooveel mogelijk te bevorderen. Dat op deze manier dit middel op een fiasco uit loopt, behoeft geen betoog. Het is daarom zaak de clubavonden der mate te reorganiseeren, dat zij voor iederen A.F.C.-er een attractie zijn, en vooral geen sleur. In de eerste plaats is de IJsbreker niet de geschikte gelegenheid om club avonden voor A.F.C. te houden, omdat waarschijnlijk haast geen enkele A.F.C.-er daar ooit in de buurt komt, en laten we nu maar ronduit het gevoelen van zeer velen onzer zeggen, omdat het er zoo stom vervelend is. Zoo kan het dus niet blijven. Als we onze clubavonden daar het vol gend jaar weer houden, zal diezelfde sleur blijven en zullen steeds meer leden zich van het werkelijke clubleven afscheiden. We moeten dus een andere gelegenheid zien te vinden. Vorig jaar was ons dit reeds toegezegd, doch na enkele avonden in de Berebijt (het leek wel een berenkuil! Red.) te heb ben doorgebracht, vervielen we weer in het oude. Daarmede willen we niet zeggen, dat de Berebijt zoo'n geschikte gelegen heid is om clubavonden te houden, integen deel, naar onze meening moet meer in het centrum van de stad naar een geschikte localiteit worden omgezien. Daarom zouden we willen voorstellen een commissie te benoemen, die voor ons een gezellige clubavondomgeving opzoekt en die iederen clubavond gezellig weet te maken. Daardoor zullen de leden, die tot nu toe in steeds grooter getale zijn weggebleven van onze clubavonden, weer terugkeeren en zal de onderlinge clubgeest en kame raadschappelijkheid worden aangekweekt, die niet anders dan gunstig kan werken op den groei en bloei van de A.F.C. CHARLEY. Van Bat en Bal, Dit seizoen is voor de cricketers en voor al ook voor onze zustervereeniging A.C.C. niet bijzonder gunstig geweest. Het weer was de eerste maanden zoo koud, dat van oefenen 's avonds niets kon komen en hier van moeten juist onze spelers, waarvan de meesten pas met cricket begonnen zijn, het toch hebben. Ook de eerste wedstrijden verregenden bijna zonder uitzondering. Cricket met kou en met regen is nu een maal niets. Wie wel eens op een nat veld en onder regenbuien een paar uur heeft staan fielden en ten slotte het gevoel had of hij zwemvliezen tusschen zijn teenen kreeg, zal dit met me eens zijn. Of het hieraan is toe te schrijven, dat ons eerste elftal dit jaar zoo weinig succes heeft, weet ik niet. Het wil me voorkomen, dat het feu sacré, dat het vorig jaar in zoo ruime mate aanwezig was, eenigszins ver flauwd is. Daarom Rudi, koop een blaas balg! Met het tweede elftal gaat het beter en die heben nog een kleine kans op het kampioenschap, met nog 3 wedstrijden in handen (of wellicht twee, wanneer de wed strijd tegen Albion, welke club ons j.l. Zon dag op onverantwoordelijke wijze een ver- geefsche reis naar Zaandam liet maken, door den Bond zal worden beschouwd als door ons gewonnen). Vooral zal dan ech ter gewonnen moeten worden tegen V.V.V. III, waartegen we op eigen terrein gelijk speelden. Dit was wel een van de aardigste wedstrijden van het seizoen, ten minste wat onze innings aangaat. Wij maakten niet minder dan 193 runs voor 9 wickets, een ongekend totaal voor ons

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1923 | | pagina 5