Trainer Cor ten Bosch en Leider Bob Duis
H BANG i OIUFSIN HfGEMAN
Thomas Rijsman en Bobby Gehring van AFC Zaterdag 1.
De dag na een letterlijk tropische voetbalmiddag in en tegen
Gemert, treffen wij Cor ten Bosch en Bob Duis in het clubhuis van
AFC. Cor begint aan zijn vijfde seizoen als hoofdcoach en Bob aan
zijn derde seizoen als teammanager. Cor en Bob hebben onder
steund door diverse begeleiders en de commissie Topamateurs
successen beleefd en staan nu voor de pittige taak om dat dit
jaar te gaan evenaren. Dat zal geen gemakkelijke opdracht zijn,
gezien het gemiddeld hoge niveau van de tegenstanders. Het
seizoen is begonnen met een snikhete nederlaag. Jammer, maar
gezien de bizarre omstandigheden malen ten Bosch en Duis er
niet al te lang om. Met goede en frisse moed kijken zij vooruit
naar het komende seizoen.
Cor, in je allereerste Persmap interview 4 jaar geleden
stelde je dat de jongens van AFC 1 behoorlijk verwend
worden door de club. "Prima, zolang ze maar presteren",
zei je toen. Hoe kijk je daar na 4 seizoenen tegenaan?
Dat is nog steeds zo en de jongens worden misschien nog wel
meer dan ooit in de watten gelegd. De randvoorwaarden bij AFC
zijn optimaal. Misschien zelfs nog wel beter dan bij menig club
uit de Jupiler League. Alles wordt hier geweldig georganiseerd.
We krijgen prachtige kleding van Nike, die tip top wordt ver
zorgd door onze materiaalman Hans van Rossum. De valkuil is
dat er daardoor gemakzucht in de ploeg sluipt omdat spelers
alles maar normaal gaan vinden. Dat mag nooit gebeuren. AFC
doet bijzonder veel voor haar eerste elftal-spelers. De jongens
zullen ook daarom hun uiterste en stinkende best voor de club
moeten doen.
Jij kent de amateurvoetbalwereld door en door, Cor.
Zie jij anno 2012 opvallende ontwikkelingen?
Opvallend is dat in de loop der jaren de clubbinding steeds
meer aan het verdwijnen is. Afgelopen weekend vond hier
het Kampioenschap van Amsterdam plaats. Jongens die ik
vorig jaar in het shirt van bijvoorbeeld Blauw-Wit zag lopen,
spelen nu massaal voor DWV of een andere stadsgenoot.
Het zegt jongens steeds minder om echt voor één club te kiezen
en daar trots op te zijn. Dat is voor de clubs zelf natuurlijk erg
moeilijk omdat je steeds maar weer opnieuw moet beginnen.
AFC heeft daar ook mee te maken. Maar door vast te houden aan
tradities en een eigen clubcultuur weet AFC zich in Amsterdam
als één van de weinige clubs goed staande te houden. Uit de vele
talentvolle jeugd die de club rijk is proberen wij jongens door te
laten stromen naar AFC1Gezien de concurrentie in de Topklasse
is dat niet makkelijk. Je moet van goede huize komen om die
stap van de Junioren A1, via AFC 2, naar het eerste succesvol te
kunnen maken.
Wat verwachten jullie van de Topklasse 2012-2013.
CtB: Samen met topfavoriet Achilles '29 verwacht ik veel van FC
Lienden en WKE. En er zullen ambitieuze ploegen gaan verrassen.
Met teams die extra veel geld investeren kunnen wij op de lange
termijn niet concurreren. Maar ik maak mij over onze groep geen
zorgen. AFC staat er goed voor. Wij hebben veel goede spe
lers. Wij ogen fris, sterk, snel, fit en gretig. We moeten voor een
goede klassering kunnen spelen. Maar vergis je niet. Daar komen
veel ploegen dit jaar voor in aanmerking. Men vergeet wel eens
dat we tegen de 15 beste Zondagclubs van Nederland spelen.
Elke week weer een krachtmeting. Er bestaat weliswaar minder
prestige en animositeit tussen Topklasseclubs dan vroeger in de
Hoofdklasse, maar het spelniveau is gestegen. En de verre reizen
naar uitwedstrijden zijn een extra moeilijkheids element. Het
wordt dus weer een mooie uitdaging dit seizoen.
Bob, ook jij begint al aardig wat ervaring op te bouwen.
Wat neem jij daarvan mee naar het komend seizoen?
De sfeer moet goed zijn, dat is het allerbelangrijkste. Daar
moeten we met het hele team veel tijd en energie in steken.
Mijn vader Rob Duis (Erelid van AFC, werd met AFC1 kampioen in
de jaren 1961 en 1963 en was eveneens vele jaren leider van het
eerste) zei altijd: "Op donderdagavond na de training aan de bar
word je kampioen". Zo makkelijk is het natuurlijk niet, maar er zit
een belangrijke kern van waarheid in. Het is door alle denkbare
soorten van weerstand en afleiding soms moeilijk om een ploeg
homogeen te houden. Als dat lukt zie je dat terug op het veld en vice
versa. Vorig jaar maakten wij na de winterstop een geweldige serie.
We hadden een formidabel leuk trainingskamp in Barcelona gehad
en speelden geweldig. Maar dan komen de evaluatiegesprekken,
andere clubs tonen interesse voor bepaald espeiers en dan ontstaan
er haarscheurtjes in het groepsproces. Juist op dat soort momenten
is het 'alle hens aan dek' om de spelers positief en gemotiveerd
te houden. Daar ben ik nu weer een jaar wijzer in geworden.
Cor, in deze zomer volgden de sportevenementen elkaar in
hoog tempo op. Veel sportvoigers hebben zich verbaasd
over het verschil in plezier, energie en frisheid in de uit
straling van de Olympische sporters ten opzichte van het
Nederlands Elftal tijdens het EK. Deel jij die verbazing?
Jazeker. Epke Zon-
derland vond ik
fan-tas-tisch! Daar
kan ik nog wel
honderd keer naar
kijken. De hockey-
mannen vond ik
ookgeweldig. Wat
een inzet en incas
seringsvermogen.
Nooit ageren te
gen de scheids
rechter.
Maar het meeste
heb ik genoten van
de Nederlandse
hockeyvrouwen.
Ongelooflijk wat
die meiden heb
ben laten zien.
Zo veel passie en
strijdlust. Daar
kunnen voetbal
lers absoluut veel
van leren. Ik heb
zelf vroeger goed
kunnen voetbal- 6 november 2011, AFC-FC Hilversum. Een scrimmage voo.
len maar kreeg Sjoerd Jens zien dat de bal helaas lanc
ooit het advies om op atletiek te gaan om mijn looptechniek te
verbeteren. Dan stond ik altijd gebiologeerd te kijken naar die
jongens die de 100 meter gingen lopen. Die waren bezig aan een
warming up van anderhalf uur. Dat hoefje aan voetballers niet
te vragen. Die hebben meteen een weerwoord. Ja maar dit, ja
maar dat. Nederland ontwikkelt zich ook te veel in een 'ja maar
cultuur', ledereen weet alles altijd beter. Onze jongens doen elke
training keihard hun best, maar kunnen nog veel leren van die
hockeymeiden.
Bob, in de tijd dat jouw vader elftalleider was van het
eerste, was het gebruik dat de spelers op wedstrijddagen
bij jullie thuis over de vloer kwamen voor een sport-
maaltijd. Is het moeilijk om dat familiaire gevoel rondom
AFC 1 vast te houden in de huidige tijd?
Nee, en sterker nog, dat gebeurt nog steeds. Toen ik net begon
als teammanager kwamen we voor wedstrijden in Amsterdam of
uitwedstrijden die redelijk dichtbij waren regelmatig thuis voor
een groepsontbijt bij Henk Bijlsma.
AFC Seizoen 2012-2013