vindt. De tegenstanders hebben er natuur lijk niets op tegen dat, nu wij een clubhuis hebben, A.C.C, op de A.F.C, ground cric ket, maar men acht het hoofdveld voor cricket niet geschikt. Men vergeet daarbij echter twee dingen; ten eerste: A.C.C, /moet rekening houden met haar zwakke financieele positie (het beheer van Kappelhoff is een wonder!), en ten 2e zijn vele avonden de cricketers op het veld aan het oefenen, hetgeen niet altijd moge lijk was. Vanzelfsprekend zou een tot cricketterrein gekweekt Eilersveld het ideaal zijn. M.i. is het wenschelijk, dat het A.C.C.- bestuur een liefst zoo klein mogelijke Com missie benoemde, welke een uitgebreid rap port maakt, zoodat wij eindelijk eens precies zullen ingelicht worden over de mogelijkhe den en kosten van het creëeren van een be hoorlijke cricketground. Indien deze kosten niet te schrikbarend zijn, misschien kunnen wij dan eens met vereende krachten komen tot verwezelijking van het ideaal tot heil van onze A.C.C. De Honkbalafdeeling is nog jong, maar daarom niet minder enthousiast en werk zaam. Verleden jaar was men zelfs al bijna kampioen en ik heb zoon idee, dat v. d. Grampel c.s. dit jaar weer grootsche plan nen hebben. Ik hoop dat zij pleizier en vol doening mogen vinden in de door hen zoo geliefde sport. Ik ben zoo zoetjes aan wel verplicht te gewagen van een derde onderdeel, n.1. de watersport-af deeling. Behalve dat er natuurlijk weer een gran dioos geslaagde bottertocht gehouden werd, hebben wij dit jaar onder de auspiciën van A.F.C, ook gevischt en wel tegen de „Woeste Stekel". De eerste stap op dit vochtige pad was 'n daverend succes, want niet alleen dat we met de bijbehoorende ceremoniën van een vischtocht behoorlijk konden meekomen, nog erger, de zege was ons en een prachtige beker het resultaat, bereikt na heftigen strijd in een omgeving zoo landelijk als het maar zijn kon. Twaalf maal is de A.R.O.L.-Beker nu al verspeeld en nog steeds blijft de belangstel ling in en buiten de vereeniging voor deze wedstjrijdenreeks nog even groot. Daar H.B.S. dit jaar onze uitnoodiging niet aan vaardde, vormde het tiental clubs zich als volgt: Ajax, Blauw-Wit, Zeeburgia, D.W.S., H.F.C.. Bloemendaal, Z.A.C., N.A.C.. U.V.V. en A.F.C. Ajax schijnt in den kortst mogelijken tijd onzen Beker te willen inpikken, want in de finale sloeg zij D.W.S. met 30 en won voor de 2de achtereenvolgende keer het kleinood. Weinig zal men gedacht hebben dat D.W\S. hetzelfde seizoen nog tweemaal tegen Ajax zou spelen, maar om den hoog- sten voetbaleer! Ons eerste behaalde een eclatante over winning op Bloemendaal, doch verloor in de tusschenronde van D.W.S. Hoewel de actieve Clubavonden-Com missie soms wanhopige gebaren maakt als eenige trouwe bezoekers niet op Maandag avond bij Eggers verschijnen, meen ik toch te moeten constateeren, dat de belangstelling zeer bevredigend was. Zooals ,,I." laatst bij de prijsuitreiking reeds zei: „een goedbezochte Clubavond is een steunpunt voor de vereeniging, en wij mogen ons gelukkig prijzen, dat zooveel menschen zich des Maandags bij Eggers vermeien en de Commissie niets te veel is om het ons gezellig te maken." De Veteranen blijven onverwoestbaar, zij behaalden weer vele overwinningen, zelfs een tweetal bekers bij de Black Devils en Ajax. en maakten aardige reisjes, o.a. naar Bus- sum, Zaandam, Kalkhoven, enz. Op ons veld vond nog plaats de wedstrijd Swift—-Feijenoord voor den Beker, waar voor veel belangstelling bestond. Als ik zoo de A.F.C.-historie zit te schrij ven, zijn er nog zooveel dingen welke mij te binnen schieten. Ik denk dan b.v. aan het 40-jarig jubileum van den A.V.B., waarbij onze Eere-Voorzitter Scheepens begiftigd werd met het Bondsridderschap, aan onze Blauw-Wit vrienden, welke op triomphale wijze weder Ie klasse werden: aan H.B.S.. ternauwernood aan degradatie ontsnapt; aan Nico Scheepens, die zoo zwaar ziek was en dien wij thans weer zoo dikwijls stralend en gezond in ons midden zien; aan D.W.S., zóó eerste klasser, zóó kampioen; aan onze beide oudleden Strobach en Aat de Waal, die beiden even onverwacht als jong stier ven; Dio Hermens getrouwd en wel naar Indië; aan den ellendigen tijd waarin wij le ven en waarin je zooveel van je vrienden met zenuwtrekken op hun gezichten rond ziet loopen, steeds maar hopende dat het weer eens anders en beter zal worden; aan Arie Mets en zijn goudvoorraad; aan Willy Brusse met z'n mest en grasmat. Wanneer ik dit alles zoo door mijn hoofd laat gaan, dan komt een gevoel van dank baarheid bij mij op, dat ik thans weer mocht schrijven over een zoo rijk gevarieerd ver- eenigingsjaar, hetwelk ons dus even zoo veel afleiding bood, dat we ons weer kun nen voorbereiden op cen misschien zeer be langrijk seizoen, gezien de grootc plannen van onze Elftalcommissic, cen seizoen, waar in dus misschien tot vervulling komt dat gene waarvoor wij al zoovele jaren werken en waarnaar wij zoo intens verlangen. Dit alles kon mij dit verslag niet anders doen besluiten, als met de volgende woor den: Gelukkige menschen zijn wij, die nog zulke idealen hebben. D. J. BESSEM. Amsterdam, H Juni 1935.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 5