was naar ik meen de eenige voetbalvereeni-
ging. Wij hebben een goede indruk gemaakt,
hetgeen vooral aan Henk Esser is te dan
ken. Jammer, zeer jammer, dat hij de eere
naam die hij in verband hiermede heeft ge
kregen, nooit heeft willen dragen.
Het is wel aardig hier nog even aan de
vergetelheid te ontrukken, dat ons lid
Broeksmit 19 Juni j.1. 12j^ jaar bestuurs
lid was van den A.V.B. Hoewel het verre
van mij is zijn lidmaatschap van A.F.C, met
die van het bestuur van den A.V.B, in ver
binding te brengen, doet het toch goed te
weten dat in dit college een A.F.C.-er zitting
heeft en het is dan ook te hopen, dat Broekie
nog vele jaren deze functie mag vervullen.
Een getrouwe copie van het vorige jaar
is de prestatie van ons eerste elftal. Na een
zorgvuldige training werd het seizoen offi
cieel ingezet met een wedstrijd tegen N.A.C,
voor den Arolbeker met als resultaat een
50 nederlaag.
De eerste Competitiewedstrijd tegen
D.W.S. uit, leverde een zelfde uitslag op.
5 Februari 1934 schreef ondergeteekende
zijn zooveelste oproep om het elftal bij te
staan in den strijd om aan de laatste plaats
te ontkomen. Ik schreef aan het slot van de
circulaire de volgende dichtregelen:
In Alkmaar begon op 11 October 1575' de
Victorie,
Eveneens op 11 Februari 1934 voor de
A.F.C. Historie.
Inderdaad is toen op 11 Februari 1934
de victorie voor ons begonnen, daar we
niet alleen met 21 wonnen, maar ook
daarna geen competitiewedstrijd meer ver
loren. Tevens is daar in Alkmaar bewezen,
dat als het noodig is elke A.F.C.-er mede-
strijdt voor onze geliefde club. Wat zou het
mooi zijn, als we ook eens dergelijke uittoch
ten konden houden met als vooruitzicht een
eventueel kampioenschap. Maar zoo is het
in het geheele leven, hoop doet leven, en
als wij het maar eens mogen beleven, dat
A.F.C, eenige gloriejaren zal doormaken, is
datgene wat wij voor de club doen of gedaan
hebben ruimschoots beloond.
De spelers met captain Neseker aan het
hoofd hebben datgene gedaan waarvoor wij
jarenlang gewerkt hebben. Wat vroeger
onmogelijk leek is nu geschied, want eiken
Donderdagavond was de meerderheid aan
het trainen en de meeste wedstrijden zijn
met groote overgave en met goede team-
spirit gespeeld. Waarom bij eenige Beker
en vriendschappelijke wedstrijden het spel
enz. minder werd, dat zal een onderwerp
zijn dat in de zomermaanden door de be
treffende commissie en het bestuur nauw
keurig bestudeerd moet worden.
Een groote verzwakking is ontstaan door
het vertrek van A. Knopper naar Indië.
Tonny was en als speler en als oudere een
belangrijke kracht in ons team. Was dus
zijn vertrek voor A.F.C, een verlies, voor
hem beteekende het promotie en tevens een
bruiloft, hetwelk natuurlijk op een wijze
A.F.C, waardig werd uitgebuit.
In vergelijking met andere jaren moet ik
nu van een succes spreken in de bekercom
petitie. Na overwinningen op O.D.E. en
O.V.V.O. sneuvelden wij in Rotterdam
tegen R.F.C. Spijt over dit einde had nie
mand. Want indien de K.N.V.B. de beker
wedstrijden zoo stiefmoederlijk blijft behan
delen, kan van eenige animo bij spelers, pers
en publiek geen sprake zijn. M.i. is de
eenige weg, dat belanghebbenden bij pro
motiewedstrijden enz. automatisch uitge
sloten worden, zoodat het spelen om de 6
weken van de baan is.
Vriendschappelijke wedstrijden vonden er
plaats tegen U.V.V., Z.A.C., BI. Wit,
Hilversum, D.W.S.V.V.A. en Velocitas
(Breda).
Breedveld en v. Nek werden dit jaar de
uitverkorenen van het Amsterdamsch Elftal.
Ch. Lungen kwam op den Olympischen
dag voor het Nederlandsch Elftal tegen
Hongarije uit. Met was over het algemeen
zeer tevreden over zijn debuut, maar niet
tegenstaande dit heeft hij geen trial meer ge
kregen.
Door de West. E.C. worden onder trai
ner Kaufman eiken Vrijdagavond oefe
ningen gehouden, welke mij buitengewoon
waardevol lijken. Hiervoor werden uitge-
noodigd Breedveld, van Nek en Dorenbos,
doch alleen eerstgenoemden hebben volge
houden, terwijl ons aller vriend Bouke, die
toch soms heel dartel kan zijn, zich te oud
voelde voor deze training!
Onze training werd behalve door de
weder vertrokken trainer Donaghy geleid
door Fr. Meyer en Riechelmann. De opof
fering van deze heeren is door ons hooge-
lijk gewaardeerd.
Hoewel ik mijzelf niet wensch aan te
prijzen als werkend met koffiedik, is helaas
mijn pessimisme omtrent het 2de elftal uit
gekomen. In mijn vorig jaarverslag schreef
ik dat de samenstelling mede in verband met
het K.N.V.B.-Juniorenelftal moeilijk zou
- 5 -
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!