JAARVERSLAG 1933/1934.
Een moeilijk jaar.
Weinig successen, veel zorgen.
Op één dag na, precies een jaar geleden,
waren wij ook bijeen om de gebeurtenis
sen, welke achter ons liggen nog eens voor
den geest te halen en de toekomst van
A.F.C, eens wat nader te belichten.
In veel opzichten is het afgeloopen veree-
nigingsjaar een copie van het voorafgaan
de daar wij ons ook thans kunnen verheu
gen over zegge één kampioenselftal, terwijl
ik verleden jaar helaas nog de degradatie
van ons 2de had te memoreeren, iets waar
voor we dit jaar gelukkig bespaard zijn ge
bleven.
De mannen van Frans Meijer, die het
3de vormen, hebben gezorgd dat wij ten
minste één kampioensdiploma in ontvangst
mogen nemen en het is dan ook met groote
vreugde, dat ik dit feit in mijn verslag vast
leg. Jammer is het dat dit kampioenschap
slechts behaald werd door beslissingswed
strijden tusschen W.M.S. 2, Spartaan 3 en
ons 3de, welke weder onbeslist bleven,
waarna het doelgemiddelde besliste. Op de
andere elftallen kom ik straks nader terug.
Niettegenstaande de economische crisis
nog steeds voortduurt, hadden wij, mede
dank zij de contributieverlaging voor jon
gere leden, in het seizoenbegin een groote
ledenwinst te boeken. Wij brachten het zelfs
tot acht eltallen plus twee junioren- en 4
adspirantenelftallen, maar tegen het eind
van het seizoen hebben wij er toch weer
eenige terug moeten trekken. Het blijkt ech
ter meer en meer, dat onze vereeniging
zetelende aan den rand van Plan Zuid,
groote levensvatbaarheid heeft en ook in
dit opzicht zou een succesvol seizoen van
ons eerste wonderen doen.
Wat echter afwijkt van het vorige jaar
is onze accomodatie. De ingangen zijn be
langrijk verbeterd, de Open Tribune is aan
beide zijden verlengd, terwijl achter de goal
een staantribune voor 2500 personen is ver
rezen, waardoor thans 8000 toeschouwers
op ons veld geborgen kunnen worden.
Tevens is de bestaande trainingsverlichting
met achtduizend kaars versterkt, zoodat men
thans op ons terrein uitstekend avondwed
strijden kan laten spelen. Men stelle zich
echter niet voor dat nu alles up to date is.
De Overdekte Tribune heeft hevig behoef
te aan een verfje, terwijl wij ons clubhuis
zoo zoetjes aan als een proeve van kleed
kamerbouw van het grijze verleden kunnen
tentoonstellen.
De bovengenoemde verbeteringen hebben
onze finantiën wel ietwat gedesorganiseerd.
Temeer, daar behalve de Arolbeker de ont
vangsten verre beneden de verwachtingen
zijn gebleven. De competitie-indeeling van
het eerste bracht niet veel big matches en
de wedstrijd van het Amsterdamsch Elftal
tegen Admira, waarvoor speciaal de ver
lichting werd uitgebreid, verviel door het
overlijden van onze geëerbiedigde Koningin
Moeder. De penningmeester zal U straks
echter een duidelijker beeld geven van een
en ander, zoodat ik thans van dit op Be
stuursvergaderingen bij uitstek populaire
onderwerp kan afstappen.
Toch wil ik nog even naar voren bren
gen, dat voetbal in deze critieke tijden toch
schijnbaar de eenige vermakelijkheid is,
welke de massa in beweging kan brengen.
Ons dapper Nederlandsch Elftal heeft door
zijn markante overwiningen hiervoor het
grootste werk verricht en de kampioenen
Ajax, K.F.C., D.W.S., enz. hebben van deze
hausse geprofiteerd. Het valt alleen maar te
betreuren, dat wij eveneens niet een graantje
mee kunnen pikken.
Mijn op voetbal georiënteerd gemoed
doet mij echter vergeten, dat ook de huldi
ging van H.M. de Koningin op 9 September
1933 wel eenige menschen op de been heeft
gebracht, A.F.C, heeft meegedefileerd en
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
4