VI
De algemeene toestand van onze vereeniging mag, in verhouding
toto de byzondere tyden welke wy thans doormaken, als gunstig
worden beschouwd. Ontegenzeggelyk zullen wy, zoolang de mobilisatie
aanhoudt, meerdere moeilykheden te bestryden hebben, doch wanneer
alle leden willen medewerken het bestuur in haar taak te steunen
dan kan met gerustheid de toekomst van A.F.G. worden tegemoet
gezien. Met dien wenach sluit ik myn verslag.
Amsterdam, 3 Juni 1915.