1923-1924 stond AFC twee punten voor op
nummer laatst, Neptunus. Men riep wel
hartstochtelijk dat AFC terug moest naar
de eerste klasse, maar er was toch wat wei
nig oog voor de beschikbare kwaliteit, 't Is
maar goed dat die AFC-ers van toen niet
konden weten dat het nog 37 jaar zou du
ren voordat die 'rood en zwarte kleuren'
weer in de eerste klasse zouden verschij
nen. Zij het dan wel onder andere omstan
digheden.
In een van de Schakels van het seizoen
daarop verscheen een juniorenverslag dat
herinnerd dient te worden omdat er voor
het eerst namen in voorkomen van men
sen die later met alle eer behangen zijn
waarover AFC beschikt: ere-voorzitter-
schap en ere-lidmaatschap.
Overigens waren hun eerste beoordelingen
nogal kritisch. 'Kappelhoff', zo schrijft de
jeugdleider, 'talmde steeds te lang met
aanvallen en gaf daardoor onzen tegen
standers teveel gelegenheid verder op te
dringen dan gewenscht was.' Zo, dat kon
Henk in zijn zak steken. Maar ook Charles
Lungen kreeg stof tot overdenking. 'Hij is
nog wel wat zelfzuchtig en wil te veel al
leen doen.' Degenen die Lungen nog heb
ben zien spelen, zullen moeten toegeven
dat die jeugdleider er kijk op had. En wat
Kappelhoff betreft, achter de groene tafel
was hij niet bepaald een talmer.
bdt u m auto- «wwoHfinoTir
^STERDAMSCHE MIJ. van 0N6EY ALLEN VERZEKERING.
wmm. J K W FEITH
z*ocscHe wm 27
Ook al is er niets van terecht gekomen, er
moet toch iets van worden gezegd. Voetbal
was een sport voor het hele volk geworden
en in die groei raakten de oude clubs, wier
wortels nog in de negentiende eeuw lagen,
in de verdrukking. Clubs als VOC, HVV,
Kampong, UD, HFC had hetzelfde lot ge
troffen als AFC. Ze werden overvleugeld
en daaruit ontstond het plan om die oude
clubs in een aparte competitie bij elkaar te
brengen als Corinthians, een uit Engeland
overgewaaid idee. Er is ook in AFC een dis
cussie over geweest maar de grote meerder
heid van de club was tegen. Men voelde
niets voor apartheidspolitiek avant la let-
tre, ook de andere clubs bleven nogal lauw
en de Corinthians stierven een zachte dood.
Hoewel, de veteranenwedstrijden lijken er
sprekend op en tot op de dag van vandaag!
In vroeger verschenen jubileumboeken
stond 't er met nauwelijks ingehouden
vreugde: 'ons mooie jaar 1926'. Ja, daar
was ook reden voor. Want na die diepe val
uit de eerste klasse, het wankele bestaan
in het begin van de jaren twintig, het dap
pere gevecht om de club niet ten onder te
laten gaan, kwam er in het seizoen 1925-
1926 eindelijk succes. Al in oktober kwam
er een ongedachte meevaller, 't Was slecht
weer en De Spartaan-Ajax was afgelast.
Maar AFC-Hercules ging door en het pu
bliek stroomde voor het eerst naar de Zui
delijke Wandelweg. Tweeduizend man en
een 5-1 overwinning.
Het eerste handhaafde zich redelijk en het
tweede en derde werden kampioen en pro
moveerden via promotiewedstrijden naar
de reserve 2e klasse. Aan het einde van
het seizoen kwamen de klappers op één
dag. Het eerste won met 6-1, het tweede
won uit bij HRC II met 7-0 met vijf doel
punten van Charles Lungen en ook het
derde won. De AFC-ers hadden wel eens
minder reden om een feestje te bouwen.
Het werd dus feest in 'Eggers', het clubcafé
op de hoek van de Koninginneweg en de
De AFC-veteranen tegen
Robur et Velocitas, samen
met hun tegenstanders. In de
AFC-ploeg werden de
Amsterdamse kleuren
verdedigd o.a. door Frans en
Fons de Vilder, Sijmen Wit,
Jaap van Nek, Arie Mets, Gé
Bosch, Ho Wijnand en Dick
Bessem.
TEL.
INSPECTEUR WHNOPPEK
«AROefPERSL*** 27
De Corinthians
Succes!
46