behoefde te degraderen en dat het sterke Ajax er aan werd toegevoegd. Voor 1B waren zeven clubs al beschikbaar, namelijk vier nummers twee uit de na- competitie en drie nummers één (Ajax ging immers naar IA). Met 't Gooi erbij kwam het aantal op acht. De vier resterende te vergeven plaatsen werden vervolgens toe bedeeld aan - jawel - AFC, Feyenoord, S W en het aanvankelijk gedupeerde DVS. Vreugde in Amsterdam, dat in één klap twee eerste klassers had! Alle 1 B-clubs hadden nu een voldaan ge voel, maar de 1 A-clubs meenden niet ten onrechte, dat hun status gedevalueerd was. Het publiek begreep dat onmiddellijk en sprak voortaan van de roomboterklasse IA en de margarineklasse 1B. Hoe dan ook: eindelijk had AFC het voet balwalhalla bereikt en dat was het eerste klasserschap. Weliswaar niet op het voet balveld, maar via de bestuurstafel van de NVB... Op het hoogste niveau AFC was dan wel met kunst en vliegwerk tot de hoogste klasse doorgedrongen, maar dat gold in feite evenzeer voor de overige 1B-verenigingen. De competitie 1917/1918 leek er dan ook een te worden tussen min of meer gelijkwaardige elftallen, waaruit vooralsnog geen uitgesproken titelkandi daat kon worden aangewezen. AFC speelde onopvallend mee, maar kwam allengs tot het besef verre van kansloos te zijn. De beslissingen vielen op de laatste wed strijddag. AFC stond op 30 punten en De Spartaan op 29 punten. De Spartaan moest in ieder geval uit winnen van DVS (en deed dat met 0-3). AFC trof thuis het voor lijfs behoud vechtende Amstel. In de toch al beladen wedstrijd kwam AFC onder zware druk te staan, maar het wist - met tien man - de 0-0 stand tot het einde te hand haven. Daarmee kwamen zowel AFC als De Spartaan op 31 punten, maar werd AFC op doelgemiddelde kampioen van de eerste klasse 1B! Het gebeurde op 7 april 1918, de dag waarop Schaf Scheepens 12j jaar voorzitter was. Börnemann, Dick Doets, Vis, Dekker, Jaap Fischer, Ton Kooy, Piet Bos, Wim Welsch, Addicks, Delsen, Jan Asscherman en Zwee- dijk konden zich opmaken voor de strijd om het kampioenschap van Nederland. Daar aan mocht ook de margarine-schlemiel ge woon meedoen met de roomboterboys. De landstitel ging AFC uiteraard voorbij, maar onze rood/zwarten werden zeker niet weggespeeld, getuige de eindstand: Ajax 8-13, Go Ahead 8-10, Willem II 8-9, AFC 8-5 en Be Quick 8-3. Duitsland capituleerde in november 1918. Er brak revolutie uit, waarvan het socialis tische Tweede Kamerlid Mr. Pieter Jelles Troelstra meende, dat die niet bij onze oost grens zou ophouden. Dat zou een vergissing blijken te zijn. Wel werd het ook in Amster dam even woelig en een oproep van de bur gemeester van Amsterdam tot het vormen van een burgerwacht werd door Ajax en AFC ondersteund. In stad en land werd het inmiddels weer rustig als voorheen. De gelijkstelling van IB met IA bleef ook in 1918/1919 gehandhaafd en AFC kon in IB met zoveel gemak meespelen, dat met zeven punten voorsprong op Concordia het kampioenschap opzittend werd be haald. AFC behoefde de laatste twee wed strijden niet eens meer te spelen.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1995 | | pagina 38