Na 3 punten uit 12 wedstrijden in het eer
ste seizoen en 6 punten uit 8 wedstrijden in
het tweede seizoen verging het AFC in het
derde AVB-seizoen (1899/1900) eindelijk
beter. In een tweede klasse-afdeling van
vier elftallen eindigde AFC met 8 punten
uit 6 wedstrijden voor het eerst boven pari.
Dat leverde de tweede plaats op, waaruit
zoveel moed en vertrouwen werd geput
dat AFC rijp meende te zijn voor promotie!
Maar die kon niet op het veld afgedwongen
worden. In het verre verleden golden ech
ter andere normen dan nu. Het bestuur
schreef eenvoudigweg een keurig briefje
naar de NVB met het verzoek voortaan in
de landelijke bond te mogen uitkomen. De
bobo's van 1900 maakten daar in het ge
heel geen probleem van, zodat AFC vanaf
seizoen 1900/1901 uitkwam in de tweede
klasse NVB en zich daar kennelijk zo
thuisvoelde, dat het tweede klasserschap
tot 1917 zou voortduren (een seizoen
noodcompetitie in het begin van de eerste
wereldoorlog daargelaten).
De start op dat hogere niveau zou aanvan
kelijk wederom moeizaam blijken, maar
AFC slaagde er toch in vele moeilijkheden
- van sportieve en financiële aard - te over
winnen.
Vijf jaar na de oprichting leek er een gat te
vallen. De aanmelding van nieuwe leden
stagneerde. Van jeugdvoetbal en jeugdop
leiding had uiteraard niemand nog ge
hoord en het ledental ging zorgen baren.
Waar afgaat en niet bijkomt wordt minder.
Door 'en bloc'-toetreden van SIOD (scoren
is ons doel) leek het er even op, dat de
situatie zou verbeteren. Meteen schreef
AFC in met een tweede elftal, maar na
een seizoen met uitsluitend desastreuze
uitslagen werd dat tweede team weer ij
lings teruggetrokken. Dat het ledenbe
stand niet op peil bleef vloeide vooral
voort uit het vertrek van leden na hun stu
dieperiode. Zo was bijvoorbeeld het toen
malige Nederlandsch Oost-Indië een gro
tere concurrent van AFC dan alle andere
Amsterdamse voetbalclubs bij elkaar.
Ook waren er geldzorgen, maar na de ver
huizing van de Linnaeus IJsclub naar het
'moordhol' aan de Omval herademde AFC.
Grondeigenaar 'oom De Waal' (de vader
van Klaas de Waal) stelde zich namelijk
zo mild op, dat AFC 3 jaar geen stuiver
huur heeft betaald.
Gelukkig kwam er toch weer toeloop van
leden. Uit een uniek samenwerkingsver
band met de cricketclub Olympia kwa
men cricketers bij AFC voetballen en gin
gen AFC-ers bij Olympia cricketen.
Eerder had AFC de boot afgehouden toen
AFC-ers zouden gaan cricketen bij Volhar
ding. Begrijpelijk, want cricket-ledenwinst
bij Volharding zou daar ook wel eens kun
nen leiden tot voetbal-ledenwinst omdat
Volharding immers beide sporten beoe
fende. AFC zou dus niets te winnen heb
ben, maar vermoedelijk ledenverlies lijden.
Verheugend was, dat leden van het zielto
gende Oosterpark bij AFC aanklopten om
te voetballen.
In 1902 kon er een heel behoorlijk eerste
elftal geformeerd worden. Het bestond uit
Burgers, Van der Lee, J. Odink, Scheepens
jr., G. Klomp, Scheepens sr., Odink jr.,
Com. Klomp, Van Seventer, Schreuder en
Le Roy. Van huis uit allemaal AFC-ers,
maar door de instroom van nieuwe leden
kwam er veel meer speelgelegenheid. Me
de daardoor kwam het eerste elftal met 7
punten uit 8 wedstrijden in 1903/1904
weer tot aanvaardbare prestaties.
Inmiddels was voetbal maatschappelijk
geaccepteerd en ook het Nieuws van de
Dag en het Algemeen Handelsblad namen,
naast de Sportkroniek en het Sportblad,
regelmatig wedstrijdverslagen op in hun
kolommen.
En het was al in die tijd, dat AFC een be
faamd café-restaurant frequenteerde: het
Rechthuis op de hoek van de Middenweg
en de Ringdijk. Dat gebouw staat er nog
steeds, al heeft het een andere bestemming
gekregen.
Een brief naar de NVB
Stagnatie en herstel